Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 08 februari 2013
gepubliceerd op 08 maart 2013

Ministeriële omzendbrief GPI 72 betreffende de rechtshulp aan personeelsleden van de politiediensten die slachtoffer zijn van gewelddaden of valse klachten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2013000072
pub.
08/03/2013
prom.
08/02/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


8 FEBRUARI 2013. - Ministeriële omzendbrief GPI 72 betreffende de rechtshulp aan personeelsleden van de politiediensten die slachtoffer zijn van gewelddaden of valse klachten


Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan de Heer Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw de Commissaris-generaal, Dames en Heren, Het geweld tegen gezagsdragers neemt toe. Het neemt de meest diverse en jammer genoeg, in bepaalde gevallen, ook de meest extreme vormen aan (1). Dit is in een moderne rechtstaat absoluut niet aanvaardbaar.

In het raam van de aanpak van het geweld tegen personeelsleden van de politiediensten heb ik samen met de Minister van Justitie dan ook een reeks concrete maatregelen uitgewerkt om die problematiek prioritair te bestrijden. Die maatregelen zijn het resultaat van de werkzaamheden van de volgende vier werkgroepen die in het raam van de problematiek van « Geweld tegen politie » werden opgericht : 1° de werkgroep 'Sensibilisering, preventie, opleiding' 2° de werkgroep 'Fenomeenanalyse' 3° de werkgroep 'Nazorg - begeleiding' 4° de werkgroep 'Justitie'. De betrokken maatregelen werden reeds uitvoerig besproken in het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 26 september 2012.

Wat mijn bevoegdheden betreft, heb ik hierin, naast een aantal maatregelen ter verbetering van het statuut en de HRM ondersteuning van slachtoffers van geweld tegen politie, het engagement aangegaan om de verantwoordelijken van de federale en lokale politiediensten er toe aan te zetten om als werkgever het personeel in rechte bij te staan wanneer hun fysieke of psychische integriteit werd aangetast, en meer in het bijzonder wanneer er sprake is van morele schade of van valse klachten. Meer en meer is het immers een verdedigingsstrategie van criminelen om politiepersoneelsleden via dergelijke klachten in diskrediet te brengen. Ook in de dagdagelijkse werking op het terrein zijn er tal van klachten die ongegrond zijn: er dient immers te worden herinnerd aan de bevindingen van het Comité P dat het overgrote deel van die klachten ongegrond is.

Artikel 52 van de Wet op het politieambt kent kosteloze rechtshulp toe aan de personeelsleden van de politiediensten die in rechte worden gedagvaard of tegen wie de strafvordering wordt ingesteld wegens daden of handelingen tijdens de uitoefening van de functie.

Dit recht wordt eveneens toegekend aan het personeelslid dat hetzij wegens zijn hoedanigheid en in de uitoefening van zijn functie het slachtoffer is van een schadelijk feit, hetzij wegens zijn loutere hoedanigheid het slachtoffer is van een ingrijpende wraakactie. De ex-personeelsleden, net zoals de rechthebbenden van de overleden personeelsleden, kunnen eenzelfde recht doen gelden. Die bepaling moet ruim worden opgevat en beoogt zowel de burgerlijke partijstelling voor een strafrechtbank als de rechtsvordering voor een burgerlijke rechtbank.

Bij wetswijziging van 29 december 2010 werd de rechtshulp voor het politiepersoneel verruimd en dit als reactie tegen het voortdurende toenemende geweld tegen de gezagsdragers. Vóór die wetswijziging diende het personeelslid immers minstens één dag arbeidsongeschiktheid te hebben opgelopen. Die beperkende voorwaarde werd geschrapt en het bestaan van een schadelijk feit is sindsdien voldoende voor het verkrijgen van kosteloze rechtshulp.

Zo kan op basis van de huidige regelgeving dus ook voor ernstige bedreigingen, beledigingen, valse klachten en gewelddaden die geen aanleiding geven tot arbeidsongeschiktheid rechtshulp worden toegekend.

De ruime draagwijdte van die voorwaarde mag er evenwel niet toe leiden dat gelijk welke vordering ten laste moet worden genomen. Zo voorziet de wet o.a. een mogelijkheid om de rechtshulp te weigeren indien er sprake is van een opzettelijke of zware fout van het betrokken personeelslid of indien de strafbemiddeling bedoeld in artikel 216ter, § 1, eerste lid, Sv van meet af aan en zonder gegronde redenen wordt afgewezen. Voor het voeren van de strafbemiddeling kan het personeelslid in voorkomend geval beroep doen op een raadsman die hem overeenkomstig art. 52 WPA is toegewezen.

Gelet op de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan type wet prom. 13/08/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011000757 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten (2) (de zogenaamde Salduz-wet), heb ik op het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 30 mei 2012 een wetsontwerp voorgelegd dat voorziet in de mogelijke toekenning van kosteloze rechtshulp aan personeelsleden van de politiediensten die verdacht worden van bepaalde misdrijven, gepleegd in de uitoefening van hun functie, die vallen onder de categorieën 3 en 4 van de Salduz-wet en dit voor het vertrouwelijk overleg met een advocaat voorafgaand aan het eerste verhoor (categorie 3) of voor het vertrouwelijk overleg met een advocaat voorafgaand en tijdens het eerste verhoor (categorie 4). Dit wetsontwerp laat derhalve toe om reeds van bij het eerste verhoor kosteloze rechtshulp toe te kennen, daar waar dit thans is voorzien vanaf het instellen van de strafvordering.

Dit wetsontwerp wordt thans onderworpen aan de diverse pleegvormen.

Het voorziet een terugwerkende kracht tot 1 januari 2012, zijnde de datum van de inwerkingtreding van de Salduz-wet. Ik vraag u dan ook in die zin te handelen, in voorkomend geval eveneens voor de na de publicatie van de wet ingediende aanvragen voor bijstand vanaf 1 januari 2012.

Daarnaast werd een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor personeelsleden van de politiediensten besproken in het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 27 juni 2012. Die ontwerptekst zal het bestaande koninklijk besluit van 10 april 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor politieambtenaren vervangen.

Het huidig koninklijk besluit dateert immers van vóór de politiehervorming en dient dan ook geactualiseerd te worden, mede gelet op de voormelde wijzigingen van hoofdstuk V van de Wet op het politieambt.

De wettelijke mogelijkheden zijn dus voorhanden om inzake rechtshulp een beleid te voeren dat beantwoordt aan de legitieme verwachtingen van het politiepersoneel. Een efficiënte en effectieve aanpak van het geweld op politiepersoneel vereist evenwel dat eenieder, binnen het raam van zijn bevoegdheden, zijn verantwoordelijkheid neemt. De bedoeling is hierbij niet om in revanchisme te vervallen doch wel om personeelsleden die in hun fysische en/of psychische integriteit werden aangetast, in rechte bij te staan. Wie zich aan een ordehandhaver vergrijpt moet immers weten dat hij zich aan die respons van de overheid mag verwachten (3). De toekenning van rechtshulp waardoor de overheid aangeeft achter de politieman- of vrouw te staan kan ten slotte als symbolische daad op zich reeds heel wat morele voldoening geven.

Ik wens hierbij nog aan te stippen dat sinds de nieuwe regelgeving inzake de rechtsplegingsvergoeding trouwens een groter deel van de gemaakte rechtshulpkosten kunnen worden verhaald op de verliezende tegenpartij. Daarnaast kan de overheid als werkgever tevens de geleden schade verhalen op de aansprakelijke derde door zich bijvoorbeeld eveneens, naast het personeelslid, burgerlijke partij te stellen. In het raam van een dergelijke burgerlijke partijstelling door een politiezone, kende het Hof van Beroep te Brussel in een recent arrest van 11 januari 2012Relevante gevonden documenten type arrest prom. 11/01/2012 pub. 05/03/2012 numac 2012022073 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan 2012 van het Fonds voor de beroepsziekten sluiten een morele schadevergoeding toe aan een zone ingevolge feiten van weerspannigheid. Het Hof motiveerde haar beslissing als volgt: « Ter zake maakt de burgerlijke partij terecht gewag van de psychologische impact op politiepersoneelsleden van gewelddaden ten aanzien van hun collega's alsmede van het imago van de politie die, in de ogen van de bevolking, steeds moet kunnen tussenkomen om de orde te handhaven en de openbare veiligheid te waarborgen en van de gevolgen van de langdurige afwezigheid van meerdere inspecteurs van politie zoals bijvoorbeeld het schrappen van bepaalde patrouilles. » (vrije vertaling).

Ik doe derhalve een dwingende oproep aan de personeelsverantwoordelijken en de respectieve bevoegde overheden om de door de wetgever gewilde en dus aangebrachte wijzigingen volle inhoud te geven en de personeelsleden dus de nodige steun te verlenen.

Ik verzoek u, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, in het bestuursmemoriaal te vermelden.

De Vice-Eerste Minister, Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Zie ook de memorie van toelichting bij de Wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer, 2010-11, nr. 53-0771/001, p. 40.(2) Wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan type wet prom. 13/08/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011000757 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. (3) Zie ook de memorie van toelichting bij de Wet van 29 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 29/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010021132 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer, 2010-11, nr. 53-0771/001, p. 41.

^