Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 08 april 2008
gepubliceerd op 11 juni 2008

Ministeriële omzendbrief betreffende de standaardisering van de containersledes die bestemd zijn voor de Openbare Brandweer en de Civiele Bescherming

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2008000479
pub.
11/06/2008
prom.
08/04/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


8 APRIL 2008. - Ministeriële omzendbrief betreffende de standaardisering van de containersledes die bestemd zijn voor de Openbare Brandweer en de Civiele Bescherming


Aan de dames en de heren Provinciegouverneurs, Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

Bij de uitvoering van hun opdrachten, maken de hulpdiensten vaak gebruik van containers en containervoertuigen. Mijn diensten hebben technische normen ontwikkeld om de compatibiliteit te verzekeren van de verschillende containers en de voertuigen die ze vervoeren.

Deze omzendbrief heeft geen betrekking op de sledes van containers voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. 1. Gebruik van de slede De containers van de hulpdiensten worden voorzien van een chassis, slede genoemd, dat de hantering en het vervoer van deze containers toelaat met haakarmvoertuigen. De containers van de hulpdiensten hebben een nuttige lengte (zie bijlage 1) tussen 5 m en 6,4 m en een totale massa kleiner of gelijk aan 14 ton. 2. Kleur van de slede Het zichtbare gedeelte van de slede is geschilderd in RAL 9005.3. Geometrie van de slede De afmetingen van de slede en van zijn optrekoog zijn conform de afmetingen van de bijlagen 1 en 2.4. Materialen en constructie van de slede De langsliggers van de slede moeten ten minste gebouwd zijn in profiel IPN 180, overeenkomstig de DIN-norm 1025. De materialen van de slede zijn gekozen in functie van gebruiksomstandigheden : massa van de container, belasting door de hantering en het vervoer, aard van de vervoerde lading,...

De verbinding tussen de langsliggers en de verticale profielen, waartussen zich het optrekoog bevindt, moet bestand zijn aan de krachten die resulteren uit het laden van een container met een massa die het dubbele bedraagt van de massa voor dewelke de slede is bestemd.

De volledige constructie is gemaakt met doorlopende lasnaden en de totale stijfheid van het geheel moet gewaarborgd zijn.

De volledige slede moet vrij zijn van onderhoud. 5. Aangrijping van de slede De gemeten hoogte tussen het steunvlak van de langsliggers en het onderste gedeelte van de voorkant van het optrekoog (zie bijlage 1) is ten minste 1 425 mm en ten hoogste 1 435 mm. Het optrekoog moet hoekvormig zijn en de afmetingen respecteren die aangegeven zijn in bijlage 2. Achter het optrekoog is een beschermplaat van ten minste 10 mm dikte aangebracht, overeenkomstig bijlage 2, om de wand van de container te beschermen over een hoogte van ongeveer 300 mm aan weerskanten van het optrekoog. Deze plaat mag de vrije ruimte voor het plaatsen van de haak niet verminderen.

Op deze beschermplaat is een witte reflecterende plaat geplaatst van ten minste 200 x 200 mm, waarvan het midden overeenkomt met het midden van het optrekoog. 6. Geleidings- en blokkeringssysteem van de slede De geleiding van de container op het haakarmvoertuig gebeurt aan de buitenzijde van de langsliggers van de slede. De blokkering van de container gebeurt aan de buitenzijde van de langsliggers, hiermee dient rekening gehouden te worden bij het plaatsen van de verstevigingen (zie punt 8) op de langsliggers.

Er zijn laadbakblokkeringen aangebracht op de slede die zowel de fixatie van de container op het voertuig verzekeren als ervoor zorgen dat de container juist gepositioneerd wordt in functie van zijn lengte en zijn zwaartepunt. De blokkeringen zijn conform figuur 11 van de norm NF R 17-108 en zijn gepositioneerd en bevestigd op een dwarsligger van de slede conform de tekening in bijlage 1.

Elke laadbakblokkering en zijn bevestiging moeten, zonder permanente vervorming, aan de volgende krachten kunnen weerstaan : - Een horizontale kracht van 10 000 daN; - Een verticale kracht van 0,6 keer de werkelijke massa van de container.

De containers met een massa die groter is dan 8 ton en/of met een lengte die groter is dan 5,5 m, dienen vanaf 1 januari 2011 vervoerd te worden door haakarmvoertuigen met een totale toegelaten massa van ten minste 26 ton. 7. Steunrollen van de slede Om de plaatsing van de container op de grond te vergemakkelijken en om de risico's op beschadiging van de vloerbedekking waarop de containers zijn opgesteld in de kazernes van de hulpdiensten te beperken, worden, achteraan de slede, twee metalen of synthetische rollen voorzien met een diameter van ten minste 150 mm. De assen van de rollen zijn uit een materiaal dat bestand is tegen corrosie. De lagers zijn bij voorkeur uit brons of uit teflon.

De rollen hebben een totale lengte die groter dan of gelijk is aan 600 mm, hun individuele lengte mag niet meer dan 400 mm bedragen. Behalve wanneer de aard van de bovenstructuur dit onmogelijk maakt, worden de rollen zo ver mogelijk van elkaar geplaatst, zo dicht mogelijk bij de zijranden van de laadbak.

De plaatsing van de steunrollen is zodanig dat de container, op vlakke ondergrond, over de volledige lengte van de langsliggers rust. 8. Versteviging van de langsliggers van de slede Om een eventuele plastische vervorming van de langsliggers van de slede door de centreerwielen van het containervoertuig te voorkomen, dienen verstevigingen van de onderste flanken van de langsliggers aangebracht te worden over een lengte van ten minste 2 000 mm.Indien deze verstevigingen niet volstaan, kan een bijkomende versteviging aan de binnenzijde van de langsliggers worden aangebracht.

Om toe te laten dat de bevestigingsgrendel van het containervoertuig de slede blokkeert op het voertuig zoals aangegeven in punt 6, mogen de verstevigingen van de langsliggers het functioneren van deze grendel niet hinderen.

De staalplaat van de onderkant van de container of het onderste deel van de dwarsliggers mag zich in geen geval bevinden onder de bovenkant van de langsliggers. 9. Identificatie van de slede Het nummer van de slede, de identificatie van de haakarmvoertuigen van de hulpdienst die de container mogen vervoeren en de totale hoogte moeten aangegeven worden aan de buitenkant van het verticaal profiel langs de kant van de chauffeur.De letters of cijfers hebben een hoogte van ten minste 10 mm en zijn geschreven op een witte achtergrond. 10. Inwerkingtreding van de ministeriële omzendbrief Deze omzendbrief is van toepassing op de containersledes die besteld worden door de openbare brandweerdiensten en de Civiele Bescherming, vanaf de datum van zijn ondertekening. Gelieve deze omzendbrief te verspreiden aan de betrokken overheden.

Met de meeste hoogachting, C. Breyne Directeur-generaal Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^