Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 07 juli 2006
gepubliceerd op 24 juli 2006

Ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000523
pub.
24/07/2006
prom.
07/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


7 JULI 2006. - Ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen


Aan de heren Provinciegouverneurs, Aan Mevr. de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Inspecteur-generaal van de federale politie en van de lokale politie, Aan de Dames en Heren burgemeesters, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de Lokale Politie, Ter informatie : Aan de Voorzitter van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de dames en heren arrondissementscommissarissen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Dames en heren Burgemeesters, Recente dramatische gebeurtenissen in ons land zetten mij aan tot het versterken en versnellen van een aantal genomen maatregelen en initiatieven in het domein van de preventie én integrale aanpak van jeugdcriminaliteit.

Veiligheid is een zaak voor ieder van ons. Net daarom wens ik de lokale overheden en de lokale politie te sensibiliseren en aan te moedigen om in dit domein en méér in het bijzonder voor de fenomenen geweld, dreiging met geweld en afpersing (beter gekend onder de noemer « steaming ») en wapenbezit door jongeren, bepaalde maatregelen te nemen en/of bestaande maatregelen te versterken.

De strijd tegen jeugdcriminaliteit is in ons land gestoeld op twee assen.

Een eerste as betreft de sociaal preventieve maatregelen. Via een reeks socio-preventieve maatregelen willen we de sociale cohesie in onze maatschappij verzekeren en versterken. Dankzij een goede sociale cohesie willen we ervoor zorgen dat jongeren over één of meerdere sociale vangnetten beschikken en zó niet afglijden naar de criminaliteit. Een goed sociaal « klimaat » met een aangepaste omkadering voor de jongeren moet hen een beter perspectief bieden dan dat van een « criminele carrière ».

Een tweede as is gebaseerd op een brede waaier van eerder ordehandhavende maatregelen, en dit zowel op het vlak van de openbare orde als in het domein van het straf- en jeugdrecht en het administratief recht.

In deze omzendbrief zal ik het specifiek hebben over geweld, dreiging met geweld en afpersing (« steaming »), wapenbezit door jongeren en over de maatregelen die in dit kader dienen genomen te worden. Vier soorten maatregelen worden onderscheiden : - uitwerken van een methodologische benadering en aanpak voor deze fenomenen, kaderend in het afgesproken veiligheids- en politiebeleid; - voorzien van flankerende maatregelen ter vrijwaring van een veilige schoolomgeving; - verspreiden van bestaande initiatieven en maatregelen op het gebied van de aanpak van jeugdcriminaliteit; - naleven van een strikte timing en procedure. 1. Uitwerken van een methodologische benadering en aanpak voor deze fenomenen, kaderend in het afgesproken veiligheids- en politiebeleid Het is de bedoeling het terzake gevolgde, lokale veiligheids- en politiebeleid te versterken en/of bij te sturen, voornamelijk via het zonaal veiligheidsplan.Via dit politieplan wordt immers de afstemming verzekerd tussen de bestuurlijke preventieve maatregelen en het opsporings- en vervolgingsbeleid van het parket.

De hierna voorgestelde maatregelen worden genomen in overeenstemming met en in toepassing van de artikelen 35 tot 37 van de Wet op de Geïntegreerde Politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP).

Wat volgt, doet geenszins afbreuk aan de diverse dispositieven opgenomen in de omzendbrief PLP 35 betreffende de procedure tot indiening van de zonale veiligheidsplannen en de goedkeuring ervan door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.

Op het gebied van de vernoemde fenomenen wens ik een geïntegreerde en integrale aanpak te bewerkstelligen. Deze feiten zullen steeds een justitiële reactie krijgen, zodat de werking van politie en parket in een keten- en netwerkbenadering wordt aangepakt. 1.1. Sensibiliseren inzake geweld, dreiging met geweld en afpersing (« steaming ») en wapenbezit door jongeren Ik verzoek de leden van de zonale veiligheidsraad (ZVR) om met elkaar in contact te treden en zo snel als mogelijk een overleg over deze materie te organiseren.

Bedoeling is om voor uw grondgebied deze fenomenen (opnieuw) te analyseren en na te gaan welke maatregelen terzake dienen bepaald, versterkt en/of bijgestuurd te worden. Indien uit het debat en méér specifiek uit de exploitatie en de contextualisering van de zowel objectieve als de subjectieve bronnen blijkt dat de zone op dit vlak geen problemen kent, is het toch sterk aangeraden om proactief en preventief een aantal maatregelen en initiatieven te nemen. Deze zijn van cruciaal belang om in deze materie probleemoplossend te werken.

Het debat kan in dit stadium aanleiding geven tot het opzetten van een sensibiliseringscampagne (bijvoorbeeld naar scholen, jeugdverenigingen,... toe). Uiteraard zijn andere acties niet uitgesloten. Ik laat dit over aan de creativiteit van de zonale veiligheidsraad. 1.2. Bijsturen en/of versterken van bestaande maatregelen inzake geweld, dreiging met geweld en afpersing (« steaming ») en wapenbezit door jongeren. 1.2.1. Versterken van bestaande maatregelen Als gevolg van het debat ten gronde in de zonale veiligheidsraad, zal dit overleg besluiten of het al dan niet nodig is om (bijkomende) maatregelen van bestuurlijke, politionele en/of gerechtelijke aard te nemen. 1.2.2. Bijsturen Indien de leden van het overleg via het gehanteerde argumentatie- en discussiemodel (zie PLP 35 en de desbetreffende handleidingen terzake) aantonen dat er op dit vlak inderdaad enige vorm van actie nodig is, dan verzoek ik u met aandrang het zonale veiligheidsplan aan te passen. Het desbetreffende fenomeen kan dan worden opgenomen en aangepakt zoals de overige prioriteiten van het zonale veiligheidsplan.

Zowel de bespreking van deze specifieke fenomenen van jeugdcriminaliteit, als de eventuele besluiten en beslissingen, zullen het voorwerp uitmaken een verslaggeving in het proces-verbaal van het desbetreffende veiligheidsoverleg.

In het geval deze fenomenen al zijn opgenomen als prioriteit in het zonaal veiligheidsplan is er uiteraard geen bijkomende actie in de zonale veiligheidsraad meer nodig. Het zou wel nuttig zijn om op niveau van de doorvertaling naar bijvoorbeeld het actieplan na te gaan of de vooropgestelde doelen op de meest efficiënte en effectieve wijze worden nagestreefd. 2. Voorzien van flankerende maatregelen ter vrijwaring van een veilige schoolomgeving Een schoolomgeving biedt opportuniteiten om netwerken uit te bouwen. Ze geeft aan jongeren voldoende kansen om een veilig en sociaal netwerk van collectief welzijn uit te bouwen. Dit impliceert terzelfdertijd dat ook personen of organisaties die er een « deviante » levensstijl en/of visie op nahouden, opportuniteiten krijgen om jongeren in negatieve zin te beïnvloeden. In beide gevallen worden dezelfde jeugdige « klanten » geviseerd.

Hoewel de politie niet « alleen » kan instaan voor het vrijwaren van een veilige schoolomgeving, moet zij hiervoor toch alle middelen gebruiken die ter hare beschikking staan. Een keten- en netwerkgerichte benadering, geënt op Community Policing of gemeenschapsgerichte politiezorg, is hier aanbevolen. Het samenspel van de vijf pijlers van community policing kan bijdragen tot het creëren van een veilig en sociaal netwerk van collectief welzijn.

Ik verzoek dus de lokale politie om flankerende maatregelen te nemen, gestoeld op de principes en/of de pijlers van Community Policing, teneinde bij te dragen - samen met de overige partners - tot een veilige schoolomgeving.

Daartoe vraag ik de politie een partnerschap aan te gaan met de schoolgemeenschappen. In dit partnerschap (derde pijler van gemeenschapsgerichte politiezorg) worden op een duidelijke en gebruiksvriendelijke wijze de procedures voor doorverwijzing en samenwerking tussen de diverse schoolgemeenschappen en politie vastgelegd.

Ook moet bij de lokale politie een vast aanspreekpunt voorzien worden voor deze schoolgemeenschappen gelegen op hun grondgebied, als concrete uitvoering van het aangegane partnerschap.

Verder moet het aanspreekpunt een scharnierfunctie vervullen tussen de schoolgemeenschappen enerzijds en de lokale politie anderzijds, waarbij praktische afspraken worden gemaakt : - met betrekking tot spijbelgedrag (samenwerkingsafspraken over het doorgeven van informatie over spijbelaars en over een gezamelijke aanpak van de problematiek), - met betrekking tot andere items (MOF's) zoals drugsfeiten, geweldsdelicten, diefstallen enz...), - over hoe en op welke wijze de school het best snel contact zoekt bij problemen. Dit geeft de meerwaarde dat men zo snel mogelijk op die problemen kan ingrijpen om erger te vermijden, - over hoe en op welke wijze ook deze gemeenschap kan buigen op politiewerking, geënt op de principes van community policing (externe oriëntering, probleemoplossend werken, partnerschap, verantwoording afleggen en bekwame betrokkenheid) Het geheel van afspraken (samenwerking - informatie-uitwisseling - doorverwijzing - contactpunt) wordt vastgelegd in een overeenkomst en verspreid op een ruime wijze in de schoolgemeenschappen. 3. Verspreiden van initiatieven en maatregelen op het gebied van de aanpak van jongeren(criminaliteit) De steden en gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract beschikken over vele initiatieven en maatregelen voor een goede jeugdwerking.Ook de eerste en de tweede reeks zonale veiligheidsplannen leveren heel wat bruikbaar materiaal op om de fenomenen van jeugdcriminaliteit te voorkomen en/of te beheersen. Om te vermijden dat tijd en energie zou worden gestopt in zaken die eigenlijk al zijn uitgewerkt, voeg ik in bijlage een lijst van politiezones die reeds initiatieven en maatregelen hieromtrent hebben ontwikkeld. Ik zal deze lijst van initiatieven en maatregelen tevens (laten) publiceren op de website van de federale politie, namelijk www.infozone .

Ik vraag iedereen om actief mee te werken aan het verder updaten van de site door het insturen van initiatieven en maatregelen. 4. Naleven van een strikte timing en procedure Ik verzoek u om de volgende procedure en timing strikt na te leven. Stap 1 : Samenroepen van de zonale veiligheidsraad. Ik nodig de korpschefs van de lokale politie uit de bespreking van deze fenomenen in de ZVR te organiseren. Bedoeling is om zo snel als mogelijk, een overleg te laten plaatsvinden.

Stap 2 : Verslaggeving verzorgen over dit overleg. Het proces-verbaal van de bespreking in de ZVR houdt een duidelijke weergave in van de debatten, alsook van de repercussies die het heeft teweeggebracht.

Deze verslaggeving wordt me binnen de drie weken na het overleg overgemaakt.

Stap 3 : Uitwerken van versterkte en/of bijgestuurde maatregelen.

Afhankelijk van de debatten en van de analyse van de objectieve en subjectieve bronnen die worden geraadpleegd, zijn er verschillende mogelijkheden : - het organiseren van sensibiliseringscampagnes. Het opzet kan op beknopte wijze worden weergegeven in het proces-verbaal van de zonale veiligheidsraad. Nog voor het einde van het jaar wordt mij het volledige dossier overgemaakt; - het nemen van versterkende maatregelen. Ook deze versterkende maatregelen kunnen beknopt worden opgenomen in het proces-verbaal van de zonale veiligheidsraad dat u mij dient te bezorgen. Ook hier verzoek ik u mij het geheel van maatregelen (bepaling én concretisering) te laten geworden voor het jaareinde. - het bepalen van bijkomende maatregelen. Hier betreft het een wijziging van het zonaal veiligheidsplan.

Ik wens te verwijzen naar mijn omzendbrief PLP 35 die duidelijk stelt dat : « ... Gedurende de vierjaarlijkse cyclus van het zonaal veiligheidsplan, is het mogelijk dat bepaalde zaken dienen aangepast of gewijzigd te worden, hetzij op initiatief van de zonale veiligheidsraad, hetzij ten gevolge van een aanpassing aangebracht door het federale niveau. Deze wijzigingen vinden plaats onder de verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten. Deze wijzigingen worden gemotiveerd weergegeven in het verslag van de zonale veiligheidsraad. Voor deze aanpassingen en de motivatie is geen goedkeuringsprocedure, zoals in deze omzendbrief beschreven, voorzien... » Desalniettemin verzoek ik u mij het addendum/erratum met betrekking tot de jeugdcriminaliteit aan uw zonale veiligheidsplan te laten geworden voor het jaareinde.

Stap 4 : Voorzien van flankerende maatregelen. Nog voor het jaareinde zal me de overeenkomst inzake het partnerschap aangegaan met de schoolgemeenschappen worden overgemaakt. Het vast politioneel aanspreekpunt zal tevens een item zijn in het proces verbaal van de zonale veiligheidsraad. Het moet minstens omvatten om welke dienst het juist gaat, hoe dit organisatorisch is geregeld en wie (naam en coördinaten van de persoon (kan zowel iemand van het operationeel als van het administratief en logistiek kader zijn binnen de betrokken dienst) hiervoor verantwoordelijk is.

Stap 5 : Verspreiden van initiatieven en maatregelen. Ik verzoek iedereen om actief mee te werken aan het verder op punt stellen van de rubriek « politieke initiatieven » (jeugdcriminaliteit) op de website www.infozone.be .

De door mij opgevraagde informatie dient overgemaakt te worden aan de Directie relaties met de lokale politie (CGL). Deze directie zal me via een maandelijkse rapportering hierover op de hoogte houden. Op die manier kan ik, voor deze toch bijzonder ernstige criminaliteitsvormen geïnformeerd worden over de stand van zaken en de evoluties in uw zone.

De gouverneurs worden verzocht toezicht te houden op het vlotte verloop van deze gehele operatie en het naleven van de diverse deadlines.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het Bestuursmemoriaal te willen vermelden.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^