gepubliceerd op 13 november 2017
Omzendbrief met betrekking tot het extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen in België. - Toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
6 OKTOBER 2017. - Omzendbrief met betrekking tot het extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen in België. - Toepassing van artikel 8 van het
koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
27/04/2007
pub.
28/06/2007
numac
2007011252
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers
sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers (Belgisch Staatsblad van 28 juni 2007)
INHOUDSOPGAVE 1. Doel, context en juridisch kader 2.Welke toepassingen hebben momenteel een uitzondering gekregen op artikel 8 van het KB Nummering? 3. Hoe worden aanvraagdossiers behandeld? 3.1. Inhoudelijk 3.2. Procedure 4. Slotbepalingen 1.Doel, context en juridisch kader Meer en meer worden het BIPT en het beleid geconfronteerd met vragen over het gebruik op permanente basis van nummeringsmiddelen uit een buitenlands nummerplan in België (kortweg "extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen").
Artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers (Belgisch Staatsblad, 28 juni 2007) regelt dit gebruik momenteel als volgt : "Met uitzondering van eindgebruikers van mobiele elektronische- communicatiediensten in roamingtoestand en het nomadisch gebruik van nummers van andere landen die de nomadiciteit van nationale elektronische- communicatiediensten buiten de landsgrenzen eveneens aanvaarden onder voorwaarden die gelijk of gelijkaardig zijn aan de voorwaarden waaronder nomadiciteit in dit besluit aanvaard wordt, mogen eindgebruikers van elektronische communicatiediensten op het Belgische grondgebied enkel geïdentificeerd worden door gebruik te maken van capaciteit uit de nationale nummerplannen.
De Minister kan, in het kader van Europese of internationale ontwikkelingen, verdere uitzonderingen op het principe van het eerste lid vaststellen." Artikel 8 van het koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers (hier verder afgekort "KB Nummering") laat dus toe om af te wijken van het verbod op extraterritoriaal gebruik van nummeringsmiddelen op Belgisch grondgebied via een ministerieel besluit in het kader van Europese en internationale ontwikkelingen.
Deze Mededeling heeft als doel om meer transparantie te creëren inzake de voorwaarden voor extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen in België en de Belgische aanpak in dossiers over dit type van extraterritoriaal gebruik.
Het BIPT heeft het extraterritoriaal gebruik van nummeringsmiddelen in het algemeen (niet alleen het extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen in België) voor het eerst geanalyseerd in punt 10 van het document "Synthese en verdere analyse antwoorden op de raadpleging op vraag van de Raad van het BIPT van 25 november 2014 met betrekking tot de herziening van het beleid inzake het beheer van het nummerplan van 28 juli 2015" (1).
Later werd het extraterritoriaal gebruik opnieuw geanalyseerd in het document "Samenvatting en analyse van de antwoorden op de raadpleging op vraag van de Raad van het BIPT van 31 januari 2017 met betrekking tot de nummeringsaspecten van eCall-diensten" (hier verder afgekort "eCall analyse") (2) (publicatie op website BIPT: 29 juni 2017).
Op Europees en internationaal vlak kunnen ter zake volgende ontwikkelingen aangestipt worden : 1. De aanname van ECC-Aanbeveling 16(02) "Extra-Territorial Use of E.164 Numbers - High level principles of assignment and use" (goedgekeurd op 28 April 2016) (3); 2. De toevoeging van Annex E aan de E.212-Aanbeveling van de ITU-T (de toevoeging dateert van 2008; de laatste update van Annex E van 2016) (4); 3. Het afsluiten van het akkoord tussen het Institut Luxembourgeois de Régulation (ILR) en het BIPT met betrekking tot het wederzijds extra-territoriaal gebruik van de E.212 Mobiele Abonnee identificatienummers (IMSI) (akkoord afgesloten op 28 april 2015 en in werking getreden in België op 30 april 2015). 2. Welke toepassingen hebben momenteel een uitzondering gekregen op artikel 8 van het KB Nummering? In de voorbije jaren zijn via ministerieel besluit voor drie specifieke toepassingen (van Join Wireless, Proximus en Astrid) uitzonderingen toegestaan op het verbod inzake het extraterritoriaal gebruik van nummeringsmiddelen.Het ging in deze dossiers steeds om het permanent extraterritoriaal gebruik in België van Luxemburgse E.212-identificatienummers uit het Luxemburgs E.212-identificatieplan, en, afhankelijk van het geval, koppeling met Luxemburgse of Belgische E.164-nummers. Zo'n koppeling is mogelijk tengevolge van technologische evoluties, met name op het niveau van de Home Location Registers, gebruikt door de mobiele operatoren.
In deze dossiers heeft het BIPT het onderzoek gevoerd en daarbij in het bijzonder nagegaan : o Of de aanvrager een kennisgeving van de betrokken dienst heeft gedaan overeenkomstig artikel 9 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie; o Of de gevraagde uitzondering precies en volledig omschreven is, en o Of voldaan is aan de principes vastgesteld of aanbevolen door de instanties die aan de basis liggen van de hierboven vermelde internationale en Europese ontwikkelingen. 3. Hoe worden aanvraagdossiers behandeld? In lijn met de Europese en internationale ontwikkelingen, kunnen verdere uitzonderingen op het verbod tot extraterritoriaal gebruik van nummeringsmiddelen worden overwogen.Hierbij zal het BIPT het onderzoek voeren volgens de volgende lijnen : 3.1. Inhoudelijk Ten eerste - zoals gesteld in de eCall analyse van het BIPT - zal een kader uitgewerkt worden om voor IoT-connected car toepassingen en eCall een algemene uitzondering te maken op artikel 8 van het KB Nummering.
Voor andere specifieke toepassingen zal het BIPT de vragen om af te wijken van het verbod op extraterritoriaal gebruik van nummeringsmiddelen op Belgisch grondgebied (volgens het proces beschreven in 3.2) ontvangen en onderzoeken op hun conformiteit met de Europese en internationale ontwikkelingen, op basis van volgende richtsnoeren : o de publieke Overheid bevoegd voor nummering van het land waaruit de nummeringsmiddelen komen is geconsulteerd en gaat akkoord met het extraterritoriaal gebruik; o er kunnen geen nadelige effecten optreden voor de Belgische gebruikers; o het extraterritoriaal gebruik moet een toegevoegde waarde creëren ten opzichte van het gebruik van nationale nummers; o het extraterritoriaal gebruik mag niet ingegeven zijn om regelgeving te omzeilen, inzonderheid : o het extraterritoriaal gebruik mag geen risico's op fraude of misbruiken creëren; o de toepasselijke consumentenbeschermingsregels in België en andere regels in verband met het gebruik van nummers in België moeten nageleefd worden. 3.2. Procedure Aanvragen tot toepassing van artikel 8, tweede lid, van het KB Nummering zijn geen aanvragen tot toekenning van gebruiksrechten voor nummers in de zin van artikel 11, § 1 van de wet betreffende de elektronische communicatie en zijn dan ook niet onderworpen aan de procedurele regels (en heffingen) van het KB Nummering. Vandaar dat het BIPT mij volgende duidelijkheid heeft gegeven over de procedurele stappen die een mogelijke aanvraag zal doorlopen: Elk aanvrager kan via brief of via e-mail een dossier indienen bij het BIPT met een uitgebreide beschrijving van de toepassing en de hieraan gerelateerde buitenlandse nummeringsmiddelen, zodat het BIPT het dossier kan onderzoeken. Het BIPT zal de aanvrager een ontvangstbevestiging bezorgen via brief of via e-mail.
Het BIPT zal, na afronding van zijn onderzoek, een advies uitbrengen voor de Minister met, in voorkomend geval, een ontwerp van ministerieel besluit welke tevens zullen overgemaakt worden aan de verzoeker. De verzoeker krijgt daarbij een mogelijkheid om binnen een bepaalde termijn ten aanzien van de Minister te reageren op het BIPT-advies en het eventueel bijhorend ontwerp van ministerieel besluit.
De Minister beslist vervolgens om al dan niet op de vraag tot extraterritoriaal gebruik van buitenlandse nummeringsmiddelen in België in te gaan en brengt de aanvrager, alsook het BIPT, op de hoogte van de genomen beslissing.
Indien vereist door het ITU-kader wordt het toegestane extraterritoriaal gebruik nadien door het BIPT aan de ITU genotificeerd. Zie bijvoorbeeld de dossiers die vallen onder het toepassingsgebied van Annex E van de E.212-Aanbeveling van de ITU-T. De Minister beslist daarenboven over de verdere bekendmaking van de uitzondering.
Bij iedere beslissing omtrent de bekendmaking wordt rekening gehouden met de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens van de aanvrager. 4. Slotbepalingen De Minister verzoekt het BIPT deze Mededeling op zijn website te publiceren. (1) zie: http://bipt.be/nl/operatoren/telecom/nummering/regulering/ synthese-en-verdere-analyse-antwoorden-op-de-raadpleging-op-vraag-van-de-raad-van-het-bipt-van-25-november-2014-met-betrekking-tot-de-herziening-van-het-beleid-inzake-het-beheer-van-het-nummerplan-van-28-juli-2015, meer bepaald punt 10 op pagina's 29 tot en met 35. (2) zie : http://bipt.be/nl/operatoren/telecom/nummering/regulering/ samenvatting-en-analyse-van-de-antwoorden-op-de-raadpleging-op-vraag-van-de-raad-van-het-bipt-van-31-januari-2017-met-betrekking-tot-de-nummeringsaspecten-van-ecall-diensten, meer bepaald punt 7 op pagina's 11 tot en met 13. (3) http://www.erodocdb.dk/Docs/doc98/official/pdf/REC1602.PDF (4) https://www.itu.int/rec/T-REC-E.212-201609-I/en Gegeven te Brussel, op 6 oktober 2017.
A. DE CROO, Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post