MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

5 SEPTEMBER 2001. - Omzendbrief ZPZ 22 betreffende artikel 247 WGP Eerste aanstelling zonechef

Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs;

Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

Aan de Dames en Heren Burgemeesters.

Ter informatie : Aan de Commissaris-Generaal van de federale politie;

Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Tot op heden werd reeds in heel wat politiezones de chef van het lokale politiekorps door de Koning aangewezen in uitvoering van artikel 247 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) (Belgisch Staatsblad van 5 januari 1999), én dit overeenkomstig de procedure voorzien in het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de lokale politie (Belgisch Staatsblad van 4 november 2000).

Daarnaast zijn de meeste zones intensief bezig met de voorbereiding van de voordracht die de gemeenteraad of de politieraad in dit kader aan de Koning moet voorleggen. Overeenkomstig de richtlijnen in mijn omzendbrief ZPZ 11 van 21 december 2000 (Belgisch Staatsblad van 29 december 2000) dient het volledige voordrachtdossier aangetekend te worden toegezonden aan mijn administratie (Algemene Rijkspolitie, Koningsstraat 56, 1000 Brussel).

In dit verband acht ik het nuttig om de zones een checklist te verstrekken van de stukken die dit voordrachtdossier moet bevatten.

Deze lijst wordt als bijlage toegevoegd aan deze omzendbrief. Mijn administratie kan daarnaast nog aanvullende stukken opvragen bij de zone, indien dit nodig zou blijken.

Verder wens ik zeer in het bijzonder de aandacht te vestigen op artikel 6, lid 1 van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000. Dit artikel bepaalt immers dat de chef van het lokale politiekorps door de Koning wordt aangewezen op gemotiveerde voordracht van de gemeenteraad of van de politieraad (...). Ik moet evenwel vaststellen dat sommige voordrachtbesluiten onvoldoende of zelfs helemaal niet gemotiveerd zijn. Daarom wens ik de betrokken lokale overheden te herinneren aan deze wettelijke verplichting inzake motivering, die een bevestiging is van de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 (1), volgens dewelke elke bestuurshandeling in de zin van artikel 1 van die wet, op een afdoende wijze de juridische en feitelijke overwegingen moet vermelden die ten grondslag liggen aan de handeling. Wanneer het een benoeming of een voordracht ter benoeming betreft, waarop verscheidene kandidaten aanspraak kunnen maken, is de handeling slechts afdoende gemotiveerd als enerzijds eruit blijkt dat de aanspraken en verdiensten van de belanghebbenden effectief zijn vergeleken en anderzijds daarin de redenen voor de keuze worden opgegeven.

Het geheim van de stemming, dat krachtens artikel 27 van de WGP evenzeer door de leden van de politieraad moet worden in acht genomen als door die van de gemeenteraad ingevolge artikel 100 van de nieuwe gemeentewet, ontslaat de voormelde raden niet van de hun opgelegde verplichting om hun beslissingen afdoende te motiveren naar de vorm, met name redenen op te geven voor hun keuze wanneer het een benoeming of een benoemingsvoordracht betreft. Het louter meedelen van het resultaat van de stemming is dan ook geen afdoende motivering. (2) Overigens valt het toezicht op deze besluiten onder het toepassingsgebied van het specifiek administratief toezicht, ingesteld bij artikel 85 e.v. van de WGP. De uitoefening hiervan behoort in eerste aanleg tot de bevoegdheden van de Gouverneur, die desgevallend kan overgaan tot de schorsing van de voordrachtbesluiten.

Hoogachtend, De Minister, A. DUQUESNE

Bijlage aan de omzendbrief ZPZ 22 betreffende artikel 247 WGP Eerste aanstelling zonechef Het voordrachtdossier dient de volgende stukken te omvatten : 1. Kopie van de beraadslaging waarbij de gemeenteraad/politieraad werd geïnstalleerd;2. Het aantal voltijdse equivalenten dat het personeelsbestand van de politiezone, het operationeel kader en het administratief en logistiek kader samen, omvat;3. Kopie van de publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad;4. Het volledige, originele dossier van de voorgedragen kandidaat of kandidaten (3).Dit dossier moet minstens de volgende documenten bevatten : - curriculum vitae en bondige uiteenzetting van de hoedanigheden en van de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de te vervullen functie; - bewijs dat de kandidatuur tijdig werd opgestuurd; - uittreksel uit de geboorteakte; - attest of document dat de kandidaat niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een eindevaluatie met de vermelding « onvoldoende » in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan; - attest of document dat de kandidaat niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een zware tuchtmaatregel die niet uitgewist is; - de graad, de functie en het korps waar de kandidaat tewerkgesteld is; - in geval van vrijstelling van de proeven van het type "assessment center", het attest van Selor dat deze vrijstelling bevestigt; 5. De beraadslaging van de selectiecommissie over de ontvankelijkheid van de kandidaturen;6. Het document waaruit blijkt dat de proeven van het type "assessment center" georganiseerd werden onder voogdij van SELOR;7. De resultaten van de proeven van het type « assessment center », met inbegrip van de met redenen omklede adviezen;8. De beraadslaging waarbij de selectiecommissie de resultaten van de proeven van het type "assessment center" valideert en de geschikte kandidaten, na ze te hebben gehoord, rangschikt;9. Het ontvangstbewijs van het verzoek om advies aan de Procureur-generaal;10. Het gemotiveerd voordrachtbesluit van de gemeenteraad/politieraad;11. De eventuele, gemotiveerde beslissing van de burgemeester/het politiecollege om een andere (geschikte) kandidaat voor te dragen. _______ Nota's (1) Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, Belgisch Staatsblad van 12 september 1991. (2) Opdebeek, I., Benoemingen, bevorderingen en de Raad van State, 1997, Die Keure, blz. 53 en 55. (3) De gegevens en stukken betreffende het onderzoek inzake ontvankelijkheid en objectieve voorwaarden dienen voor meerdere kandidaten te worden toegevoegd in de volgende situaties : Indien er zeer geschikte kandidaten en geschikte kandidaten zijn, met een totaal van meer dan drie kandidaten : - indien er drie of meer zeer geschikte kandidaten zijn : m.b.t. al de zeer geschikte kandidaten; - indien er minder dan 3 zeer geschikte kandidaten zijn : m.b.t de zeer geschikte kandidaat of kandidaten, evenals van de geschikte kandidaat of kandidaten die voorgedragen zijn door de selectiecommissie.