gepubliceerd op 12 februari 2003
Omzendbrief nr. 536 - Normen van sociale programmatie toepasselijk op de gemene graden van niveau D en op de weddenschaal 22B
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE
4 FEBRUARI 2003. - Omzendbrief nr. 536 - Normen van sociale programmatie toepasselijk op de gemene graden van niveau D en op de weddenschaal 22B
Aan de federale overheidsdiensten en aan de diensten die ervan afhangen, aan het Ministerie van Landsverdediging, evenals aan de instellingen van openbaar nut behorende tot het federaal administratief openbaar ambt zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, A. Normen van sociale programmatie in niveau D In het raam van de hervorming van de loopbanen worden de normen van sociale programmatie in niveau D verhoogd.
De verhoogde normen worden berekend op het totaal van : - de statutaire effectieven die op 31 december 2001 in de eerste en tweede weddenschaal van niveau 3 bezoldigd worden; - het op dat moment in het ministerieel besluit ter uitvoering van de personeelsformatie bepaalde aantal betrekkingen in de weddenschalen onderworpen aan normen, behalve in geval van overtal. In dat geval wordt het aantal statutaire effectieven op 31 december 2001 in aanmerking genomen.
Ten einde het definitief aantal betrekkingen per weddenschaal in niveau D te kennen, worden op dit totaal de volgende normen van sociale programmatie toegepast : 1. voor de graad van administratief medewerker : - 27 % in de weddenschaal DA2; - 31 % in de weddenschaal DA3; - 12 % in de weddenschaal DA4; 2. voor de graad van technisch medewerker : - 25 % in de weddenschaal DT3; - 35 % in de weddenschaal DT4; - 10 % in de weddenschaal DT5.
Indien het aantal personen ten gevolge van de integratie in de nieuwe loopbaan het aantal betrekkingen per weddenschaal zou overschrijden, blijft het een geval van overtal. Het overtal wordt dus niet de nieuwe norm.
Een herberekening van deze aantallen is slechts mogelijk naar aanleiding van betekenisvolle personeelsoverdrachten in het raam van een herstructurering of overdracht van bevoegdheden of naar aanleiding van de onderhandelingen over de bijzondere graden voor zover zij in de gemene graden worden geïntegreerd.
B. Norm van sociale programmatie voor toegang tot de weddenschaal 22B De ambtenaren die op 1 juni 2002 geïntegreerd worden in de nieuwe weddenschalen en die op het moment van integratie bezoldigd zijn in de weddenschalen 20E en 22A, kunnen, bij overgangsmaatregel, naar de weddenschaal 22B in uitdoving bevorderd worden.
Deze bevordering naar 22B in uitdoving is afhankelijk van het aantal vacante betrekkingen voorzien in deze weddenschaal.
Het totaal aantal betrekkingen verbonden aan deze weddenschaal 22B is vastgesteld op 25 % van het aantal vastbenoemde ambtenaren op 31 mei 2002, bezoldigd in de weddenschalen 20E, 22A en 22B, en, na 31 mei 2002, van het aantal geslaagden voor de selectie van de weddenschaal 20E. Indien het resultaat van deze berekening minder gunstig zou zijn dan de toepassing van de vroegere norm van sociale programmatie (8 % op het totaal van het aantal betrekkingen van de loopbaan), blijft de vroegere norm van sociale programmatie gelden.
Een herberekening van het aantal betrekkingen voor de toegang tot de weddenschaal 22B is niet meer mogelijk, gezien het uitdovend karakter van deze maatregel.
C. Mededeling van het definitief vastgestelde aantal betrekkingen Eerlang wordt u, per brief, ingelicht over het definitief aantal betrekkingen voor de weddenschalen van niveau D en voor de weddenschaal 22B, zodat u de nodige acties kan ondernemen ten einde het personeel ten belope van deze aantallen en volgens de juiste criteria (met o.m. naleving van de taalwetgeving) te bevorderen in de nieuwe weddenschalen.
Deze bevorderingen kunnen niet voor 1 oktober 2002 worden toegekend daar het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen eind september 2002 is bekendgemaakt.
De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE