Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 01 februari 2002
gepubliceerd op 23 februari 2002

Omzendbrief ZPZ 16bis houdende bijkomende richtlijnen inzake de bezoldiging van de politieambtenaren

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000178
pub.
23/02/2002
prom.
01/02/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


1 FEBRUARI 2002. - Omzendbrief ZPZ 16bis houdende bijkomende richtlijnen inzake de bezoldiging van de politieambtenaren


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Aan de Dames en Heren Burgemeesters Ter informatie : Aan de heer Commissaris-generaal van de federale politie Aan Directeur-Generaal van de Algemene Rijkspolitie Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, 1. Ter inleiding Het mammoetbesluit of het Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (1) dateert van 30 maart 2001.Om het complexe statuut bij de beleidsverantwoordelijken maar ook bij het politiepersoneel zelf ingang te laten vinden heb ik moeite noch middelen gespaard.

In een beginfase hadden de zones te kampen met zowel problemen op het vlak van know-how als op het vlak van liquiditeiten voor wat betreft de correcte toepassing ervan op pecuniair vlak voor de (ex-)gemeentepolitie. Daarom had ik via mijn omzendbrief ZPZ 16 voorgesteld aan de gemeentebesturen om een voorschot van 80 % van de eventuele verhoging die het gevolg is van het nieuwe statuut toe te voegen aan de basiswedde, berekend volgens de regels van hun oude statuten. Indien men zich echter in staat achtte om de volledige nieuwe bezoldiging uit te keren dan kon dit. Een aantal gemeentebesturen waren bij machte om binnen de kortste keren hun gemeentelijke politiemensen de nieuwe bezoldigingen uit te keren. Een aantal anderen hadden ondertussen de vereiste personeelsgegevens overgemaakt binnen de gestelde termijn aan het sociaal secretariaat.

In elk geval blijken bepaalde gemeentebesturen, omwille van bovenvermelde problemen, nog altijd te werken met voorschotten op de nieuwe bezoldiging.

Uit wat hierna volgt meen ik te mogen besluiten geremedieerd te hebben aan deze problemen zodat niets nog een correcte bezoldiging in de weg staat voor de (ex-)gemeentepolitie. 2. Ter verduidelijking 2.1. Problemen op het vlak van know-how Om de personeelsleden van de politiediensten toe te laten te kiezen tussen het nieuwe en het oude statuut had ik de Directeur-generaal van de Algemeen Directie van het personeel van de federale politie verzocht om in het voorjaar 2001 informatiesessies te verstrekken ten behoeve van alle personeelsleden van de geïntegreerde politie. Deze meetings kenden een groot succes en werden massaal bijgewoond.

Verder zorgde ik er tevens voor dat er in de loop van de maand maart vormingsessies werden ingericht ten behoeve van de personeelsverantwoordelijken binnen de politiezones. Het was de bedoeling om binnen elke zone drie personeelsverantwoordelijk te hebben die terdege onderlegd zijn in de materie van het nieuw statuut.

Gezien de specificiteit en de complexiteit van de materie werd op 29 maart 2001 voor het onderdeel « geldelijk statuut » een bijkomende vormingssessie voorzien. Er werden tevens terugkomdagen georganiseerd, alsook werd een callcenter ter beschikking gesteld waar men met al zijn statutaire vragen terecht kon.

Verder heb ik elk gemeentelijk politiekorps een cd-rom overgemaakt waar men simulaties kon verrichten.

Terloops wens ik nog op te merken dat het nieuw statuut intussen al tien maanden van kracht is wat dient voldoende te zijn om zich aan de nieuwe regelgeving te kunnen aanpassen. Tenslotte wens ik te verwijzen naar de oprichting van het sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie. Dit secretariaat werd tijdig geïnstalleerd en was operationeel op de vooropgestelde deathline. Het had reeds lang in het bezit moeten zijn van alle persoonsgegevens van de gemeentepolitiekorpsen Ik ben me ten volle bewust van het feit dat de gemeentebesturen afspraken dienden te maken met bepaalde rekencentra maar iedereen dient op zijn niveau zijn verantwoordelijkheid te nemen. 2.2. Liquiditeitsproblemen De gemiddelde meerkost van het nieuwe statuut werd voor de gemeentepolitie eerder geraamd op 140 000,-/165 000,-(2)/ 190 000,- frank per persoon en op jaarbasis respectievelijk voor het Waals, Brussels Hoofdstedelijk en Vlaams Gewest. Deze raming werd getoetst aan de hand van een steekproef in de drie Gewesten. Op basis van de resultaten van deze steekproef werd het vlug duidelijk dat we alle gemeenten dienden aan te doen om de geëstimeerde bedragen op hun adequaatheid te toetsen. Met dit laatste zijn we momenteel volop bezig.

In elk geval was het duidelijk dat bepaalde gemeentebesturen in de beginfase van de inwerkingtreding van het nieuwe statuut inderdaad enige liquiditeitsproblemen konden hebben. Ik heb dan ook volgende maatregelen getroffen om daaraan te verhelpen : - het koninklijk besluit (3) houdende de toekenning van een federale toelage aan de gemeenten met het oog op de financiering van de statutaire meerkost gedurende het jaar 2001. In de loop van de maand mei, begin juni, werden deze voorschotten gestort aan de gemeenten. (Volgende forfaitaire bedragen werden doorgestort voor de resterende 9 maanden van 2001 : Waals Gewest : 84 000,- frank; Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 99 000,- frank; Vlaams Gewest : 114 000,- frank te vermenigvuldigen met het personeelseffectief van de gemeentepolitie op datum van 31 december 2000.); - het koninklijk besluit (4) tot vaststelling van de modaliteiten volgens dewelke aan de personeelsleden van de lokale politie voorschotten of compensaties moeten worden gegeven; - het koninklijk besluit (5) houdende de toekenning van een aanvullende federale toelage aan de gemeenten met het oog op de finaciering van de statutaire meerkost gedurende het jaar 2001. (uitbetaling van de resterende 20 %); - last but nota least het koninklijk besluit (6) houdende de toekennig van een voorschot op de federale basistoelage voor het jaar 2002 aan de politiezones en van een toelage aan sommige gemeenten. Op 2 januari 2002 werd aan de politiezones 35 % van het bedrag van de federale toelage uitgekeerd. Begin april zullen we terug 35 % van het globale uitkeren aan de zones.

Ik mag er dus gerust van uitgaan dat ook de problemen op het vlak van liquiditeit uit de weg zijn geruimd. 3. Ter afsluiting Het bovenstaande toont aan dat ik zowel de problemen op het vlak van know-how als op het vlak van liquiditeitsproblemen ben tegemoet gekomen. De gemeenten dienen zich dan ook zo snel mogelijk in regel te stellen met de pecuniaire resultaten van het mammoetbesluit en hebben geen gegronde motieven meer om slechts een voorschot toe te kennen als bezoldiging voor de leden van de (ex-)gemeentepolitie.

Mag ik de gouverneurs verzoeken om me eventuele misbruiken ter kennis te brengen.

Ik zou u dankbaar zijn indien u alle burgemeesters van uw provincie dringend op de hoogte brengt van het voorgaande.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze Omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vemelden.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne. _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 31 maart 2001.(2) Op kruissnelheid 210 000,- frank, gelet op het feit dat bepaalde toelagen slechts op termijn een kost zullen genereren.(3) Koninklijk besluit van 29 april 2001, Belgisch Staatsblad van 9 juni 2001.(4) Koninklijk besluit van 22 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 11 juli 2001. (5) Koninklijk besluit van 30 november 2001, Belgisch Staatsblad van 11 december 2001 (6) Koninklijk besluit van 24 december 2001, Belgisch Staatsblad van 29 december 2001

^