gepubliceerd op 16 december 2011
Ministerieel besluit houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen
VLAAMSE OVERHEID
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
31 OKTOBER 2011. - Ministerieel besluit houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het Woonzorg
decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/03/2009
pub.
14/05/2009
numac
2009202091
bron
vlaamse overheid
Woonzorgdecreet
sluiten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/07/2009 pub. 22/07/2009 numac 2009035687 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten houdende de bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten, 4 december 2009, 6 juli 2010, 7 juli 2010, 24 september 2010, 19 november 2010, 13 mei 2011 en 10 juni 2011;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, bijlage VI, artikel 5, A, 10° en artikel 7, § 2, en bijlage VII, artikel 5, A, 5° en artikel 7, § 2;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 november 2000Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 14/11/2000 pub. 22/03/2001 numac 2001035279 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen sluiten houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen;
Gelet op het advies van Inspectie van Financiën gegeven op 1 september 2011;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de personenalarmtoestellen een belangrijke meerwaarde geven aan de realisatie van een kwaliteitsvolle thuiszorg; dat daarom de regels onverwijld moeten worden goedgekeurd die de subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen verder mogelijk maken zodat er een beleidsmatig antwoord kan worden gegeven op de maatschappelijke noodzaak om de inspanningen uit het verleden voort te zetten en om hulpbehoevende gebruikers die zelfstandig wonen aan te sporen om personenalarmsystemen te gebruiken, Besluit :
Artikel 1.Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, A, 5° van bijlage VII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, kan van de erkende regionale dienstencentra, ter uitvoering van artikel 7, § 2 in dezelfde bijlage VII, de subsidie-enveloppe worden verhoogd voor de aankoop van personenalarmtoestellen die ter beschikking zullen worden gesteld van zelfstandig wonende gebruikers.
Art. 2.Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, A, 10°, van bijlage VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, kan van de erkende lokale dienstencentra, ter uitvoering van artikel 7, § 2, in dezelfde bijlage VI, de subsidie-enveloppe worden verhoogd voor de aankoop van personenalarmtoestellen die ter beschikking zullen worden gesteld van zelfstandig wonende gebruikers.
Art. 3.De personenalarmtoestellen moeten aan de volgende technisch-functionele vereisten voldoen : 1° een personenalarmtoestel biedt de gebruiker de mogelijkheid om vanuit eender welke ruimte in zijn woning een noodoproep te verzenden. Door te drukken op de knop van een zender wordt een signaal uitgezonden naar een ontvanger of automatische selector die aangesloten is op het telefoonnet. Die laatste zal in een bepaalde volgorde telefonisch contact zoeken met een aantal hulpverleners (familie, buren, vrienden) en een centrale oproepen tot een reactie volgt. 2° een personenalarmtoestel bestaat altijd uit een combinatie van zender en ontvanger of automatische selector en kan, zonder afbreuk te doen aan de basisfunctionaliteit van personenalarmering, worden aangevuld met bijkomende functionaliteiten;3° op verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer moet een personenalarmtoestel, met of zonder bijkomende functionaliteiten, aan de volgende algemene voorwaarden voldoen : a) een hoge mate van gebruiksgemak : de bijkomende functionaliteiten mogen geen belemmering of drempel vormen voor het gebruik van de basisfunctie;b) het bieden van garanties met betrekking tot het alarmeren.Die garanties worden teruggevonden in het evenwichtspunt waar zowel de kans op een valse melding van een alarmsituatie als de kans op het niet melden van een alarmsituatie zo klein mogelijk is; c) het waarborgen van de privacy van de gebruiker;d) bijdragen tot de verhoging van de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de gebruiker en zijn zorgomgeving.4° de zender beschikt over een spatwaterdichte behuizing, is schokbestendig en is uitgerust met een automatische batterijtest.Het zendbereik van de zender bedraagt minstens 30 meter; 5° via een cascadesysteem kan de ontvanger of automatische selector automatisch verschillende telefoonnummers oproepen en annulering van het alarm is mogelijk binnen een vooraf ingestelde tijd.De noodoproep is communicatief, wat betekent dat bij de oproep van de centrale een gesprek met de gebruiker mogelijk is. De ontvanger of automatische selector is van een noodvoeding voorzien, zodat hij ook functioneert als de elektriciteit is uitgevallen; 6° op de centrale moeten minstens 2000 abonnees kunnen worden aangesloten.De centrale is ofwel dag en nacht bemand, ofwel aangesloten op een personenzoeksysteem waarmee bij een noodoproep de centralist wordt opgeroepen. De centrale kan aangesloten worden op een computer en is van een noodvoeding voorzien; 7° het personenalarmtoestel beantwoordt aan de vereisten, vermeld in het koninklijk besluit van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/02/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de elektromagnetische compatibiliteit sluiten betreffende de elektromagnetische compatibiliteit.
Art. 4.De organisatie van de dienstverlening van de alarmcentrale bestaat erin het netwerk tot stand te brengen en het hulpverlenersbestand regelmatig aan te passen.
Art. 5.Aan een regionaal dienstencentrum als vermeld in artikel 1, kan een subsidie worden verleend voor maximaal zestig personenalarmtoestellen, waarvan maximaal vijftien toestellen op jaarbasis.
Aan een lokaal dienstencentrum als vermeld in artikel 2, kan een subsidie worden verleend voor maximaal dertig personenalarmtoestellen, waarvan maximaal tien toestellen op jaarbasis.
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, moet minstens de helft van de aangekochte toestellen beschikken over ten minste twee van de volgende bijkomende functionaliteiten : 1° valdetectie;2° bewegingsdetectie;3° rook- en branddetectie;4° CO-detectie. Zodra de regionale en lokale dienstencentra hun maximale contingent van respectievelijk zestig en dertig toestellen hebben uitgeput, kunnen de toestellen die eerder werden aangekocht en gesubsidieerd ter uitvoering van dit besluit, worden vervangen en opnieuw worden gesubsidieerd, op voorwaarde dat die toestellen minstens vier jaar oud zijn.
Art. 6.Vóór 1 februari legt de minister binnen de beschikbare goedgekeurde budgettaire middelen het totale bedrag vast dat kan worden besteed aan de subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen.
Zodra de minister het beschikbare budget heeft vastgelegd, zal het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid een formulier ter beschikking stellen dat moet worden gebruikt voor de aanvraag tot subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen.
Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag vóór 1 april bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid worden ingediend. Er kan alleen een aanvraag worden ingediend voor de aankoopperiode die loopt van april van het jaar van de aanvraag tot en met maart van het daaropvolgende jaar.
Art. 7.De minister beslist over de aanvraag, vermeld in artikel 6, binnen de goedgekeurde begrotingskredieten en met behoud van de toepassing van artikel 5.
Art. 8.§ 1. Aangezien voor de regionale dienstencentra het aanbieden van personenalarmsystemen een verplichte activiteit is, krijgen ontvankelijke aanvragen tot subsidiëring van regionale dienstencentra voorrang.
Daarbij worden de volgende prioriteiten gehanteerd : 1° de regionale dienstencentra die dat jaar voor het eerst een subsidie-enveloppe ontvangen;2° de regionale dienstencentra die al eerder een subsidie-enveloppe hebben ontvangen;3° de lokale dienstencentra die dat jaar voor het eerst een subsidie-enveloppe ontvangen;4° de lokale dienstencentra die al eerder een subsidie-enveloppe hebben ontvangen. § 2. Naargelang het beschikbare budget, wordt in eerste instantie uitgegaan van een integrale subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°. Bij ontoereikend budget wordt overgegaan tot een evenredige subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen. Als er een restbudget is, kan worden overgegaan tot de subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°. § 3. Voor de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt hetzelfde principe toegepast als vermeld in paragraaf 2. Er wordt in eerste instantie uitgegaan van een integrale subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen.Bij ontoereikend budget wordt overgegaan tot een evenredige subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen. Als er een restbudget is, kan worden overgegaan tot de subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de lokale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3° en 4°. § 4. Voor de lokale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3° en 4°, wordt opnieuw hetzelfde principe toegepast, als vermeld in paragraaf 2 en 3. § 5. Aan het aanvragende lokaal of regionaal dienstencentrum wordt vóór 1 augustus van het jaar van de aanvraag meegedeeld hoeveel toestellen bij aankoop kunnen worden gesubsidieerd.
Art. 9.Voor het jaar 2011 wordt een bedrag van 272.000 euro (tweehonderdtweeënzeventigduizend euro) vastgelegd, dat kan worden besteed aan de subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen.
In afwijking van artikel 6, derde lid, kan voor het jaar 2011 een ontvankelijke aanvraag worden ingediend vóór 8 november 2011.
In afwijking van artikel 8, § 5, wordt voor aanvragen die ingediend zijn vóór 8 november 2011 aan het aanvragende lokaal of regionaal dienstencentrum vóór 25 november 2011 meegedeeld hoeveel toestellen bij aankoop kunnen worden gesubsidieerd.
Art. 10.De subsidie wordt uitbetaald nadat het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid de aankoopfactuur, het bewijs dat is voldaan aan de bepalingen van artikel 3, het bewijs van betaling en een EG-typeverklaring van overeenstemming heeft ontvangen en goedgekeurd.
De lokale en regionale dienstencentra, waaraan de subsidie werd toegekend, sturen die bewijsstukken naar het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid vóór 1 september van het jaar dat volgt op het jaar van de aanvraag.
Art. 11.Het ministerieel besluit van 14 november 2000Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 14/11/2000 pub. 22/03/2001 numac 2001035279 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen sluiten houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 24 september 2007 en 12 oktober 2009, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2011.
Brussel, 31 oktober 2011.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN