gepubliceerd op 30 december 2005
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw
30 NOVEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector
De Vlaamse minister van Institutionele hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 5 februari 1999, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1992 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen, inzonderheid op artikel 1bis, § 1, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 1998;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 augustus 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 november 2005;
Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 7 november 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om onmiddellijk de voorschriften voor het lastenboek betreffende de biologische productie in de dierlijke sector en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen aan te passen, naar aanleiding van nieuwe maatregelen terzake op Europees niveau vanaf 24 augustus 2005, Besluit :
Artikel 1.In de bijlage bij het ministerieel besluit van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de voorschriften betreffende de biologische productie in de dierlijke sector wordt hoofdstuk II, punt 4.1, vervangen door wat volgt : « 4.1 Overeenkomstig de afwijking, vermeld in punt 4.8 van bijlage I.B van de Verordening, zijn de volgende voorschriften van toepassing : 1° het maximaal toegestane percentage gangbare voedermiddelen in het dagrantsoen bedraagt 15 % voor herbivoren, 10 % voor slakken, en 20 % voor andere diersoorten;2° buiten de gangbare voedermiddelen die geproduceerd werden op de in omschakeling zijnde percelen die op basis van een duurzaam contract onder het beheer van het eigen bedrijf gebracht worden, is het gebruik in Vlaanderen van de in bijlage II, deel C, punt C1 en C2, van de Verordening vermelde gangbare voedermiddelen toegestaan voor voedermiddelen waarvan is vastgesteld dat er een onvoldoende hoeveelheid, afkomstig van de biologische productiemethode, beschikbaar is. De Vlaamse administratie, bevoegd voor de normering en de controle op de biologische productiemethode, houdt een lijst bij van de voedermiddelen die voorkomen in bijlage II, deel C, punt C1 en C2, en die, geproduceerd volgens de biologische productiemethode, in onvoldoende mate beschikbaar zijn. Bij de opmaak van die lijst zal tevens rekening gehouden worden met het risico op het vinden van residu's van niet-toegestane producten in de biologische productiemethode.
Als een marktdeelnemer een gangbaar voedermiddel wil gebruiken dat niet terug te vinden is op die lijst, dan is het de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemer om ten behoeve van zijn controleorgaan aan te tonen dat hij niet in staat is om datzelfde voedermiddel in voldoende hoeveelheid, geproduceerd volgens de biologische productiemethode, aan te schaffen; 3° het binnenbrengen van gangbaar dierenvoeder in de biologische productieketen is alleen toegestaan onder de vorm van mono-ingrediënten bij een aan de controle onderworpen marktdeelnemer. »
Art. 2.In de bijlage bij hetzelfde ministerieel besluit wordt hoofdstuk II, punt 8.9, vervangen door wat volgt : « 8.9 Voor het toekennen van de afwijkingen, vermeld in punt 8.5.1 van bijlage I.B. van de Verordening, zijn de volgende regels van toepassing : 1° een afwijking van de eisen, vastgesteld in punt 8.3.1, is voor alle zoogdieren, behalve voor varkens, niet van toepassing in Vlaanderen; 2° een afwijking van de eisen, vastgesteld in punt 8.4.5, is niet van toepassing in Vlaanderen; 3° de afwijking wordt door de Vlaamse administratie, bevoegd voor de normering en de controle op de biologische productiemethode, op voorstel van het controleorgaan, geval per geval toegekend;4° de afwijking geldt voor een of meer welbepaalde voorschriften voor de zo kort mogelijke duur die noodzakelijk geacht wordt om de vermelde voorschriften na te leven;5° de duur van de afwijking kan in elk geval niet meer dan vijf jaar bedragen.»
Art. 3.In de bijlage bij hetzelfde ministerieel besluit wordt hoofdstuk III opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2005.
Brussel, 30 november 2005.
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME