gepubliceerd op 03 augustus 2009
Ministerieel besluit tot overdracht van een deel van de bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging aan de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van het Nationaal Geografisch Instituut
30 JUNI 2009. - Ministerieel besluit tot overdracht van een deel van de bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging aan de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van het Nationaal Geografisch Instituut
De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, artikel 8, vervangen de wet van 27 december 2006, bij artikel 16 vervangen bij de wet van 27 december 2006 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008 en artikel 24;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut;
Gelet op het ministrieel besluit van 25 februari 1999 tot overdracht van een deel van de bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging aan de Leidend ambtenaar en aan sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van sommige administratieve en geldelijke statutaire bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Nationaal Geografisch Instituut, heeft de administrateur-generaal van dit Instituut opdracht van bevoegdheid of is hij aangewezen om : 1°De door de Afgevaardigd bestuurder van SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid - ter beschikking gestelde laureaten van vergelijkende selecties voor betrekkingen van niveau B, C, en D tot de stage toe te laten; in voorkomend geval, over de verlenging van de stage te beslissen, alsook hen in vast verband te benoemen of wegens ongeschiktheid af te danken, na het advies van de Stagecommissie. 2° Om de eed af te nemen van de personeelsleden van alle niveaus.3° De personeelsleden van het niveau B, C en D te bevorderen, hetzij door verhoging in weddeschaal, hetzij door overgang naar het hoger niveau, of hen te benoemen bij graadverandering of bij herkwalificatie van de graad.4° De personeelsleden voor de uitoefening van een hoger ambt voor te dragen in het niveau B, C en D.5° In toepassing van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen toe te staan, behalve deze voorzien in artikel 8.6° In toepassing van de wet en het koninklijk besluit van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, de personeelsleden toe te staan te opteren voor de vrijwillige vierdagenweek of de halftijdse vervroegde uittreding, en in voorkomend geval een latere begindatum te bepalen dan die welke door het personeelslid werd gekozen.7° De tuchtstraffen, vermeld in artikel 77, § 1, 1° tot 9°, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, uit te spreken ten aanzien van de personeelsleden van niveau B, C en D, tenzij de Raad van beroep een voor de verzoeker gunstig advies heeft uitgebracht.8° a.De beroepen van personeelsleden van niveau B, C en D inzake evaluatie, tuchtstraffen en andere maatregelen of voorstellen die krachtens hun statuut voor beroep vatbaar zijn, bij de bevoegde Raad van beroep aanhangig te maken en het volledig dossier van de zaak naar die Raad door te zenden; b. een ambtenaar van niveau A aan te wijzen om de betwiste voorstellen bij de bevoegde Raad van beroep te verdedigen.9° In toepassing van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende de schorsing van de Rijksambtenaren in het belang van de dienst : a.de schorsing van de personeelsleden van niveau A aan de Minister voor te stellen; b. de personeelsleden van niveau B, C en D te schorsen en aan die schorsing een einde te stellen. De schorsing wordt voorgesteld door een ambtenaar van klasse A3, A2 of A1 die volgens de taalwetgeving zijn hiërarchisch gezag mag uitoefenen; c. de in artikel 3, eerste lid van voormeld koninklijk besluit bedoelde aanvullende maatregelen ten aanzien van de personeelsleden van alle niveaus aan de Minister voor te stellen.10° In toepassing van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 tot vaststelling van de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van de Staat, de personeelsleden van niveau B, C en D tot het rustpensioen toe te laten.11° De stagiairs van niveau B, C en D zonder opzegging af te danken in de gevallen bedoeld in artikel 28 sexies van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.12° In toepassing van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten, de afdanking uit te spreken ten opzichte van de personeelsleden van niveau B, C en D.13° In de gevallen vermeld in artikel 112 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, de personeelsleden van niveau B, C en D ambtshalve en zonder opzegging te ontslaan.14° a) In toepassing van artikel 113 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel de termijn voor betekening van het vrijwillig ontslag van de vastbenoemde personeelsleden en de stagiairs van niveau B, C en D in onderlinge overeenstemming in te korten.b) het ontslag uit de functie op hun verzoek toe te staan aan de personeelsleden van niveau B, C en D.15° De individuele geldelijke toestand en de opeenvolgende wijzigingen in die toestand van de personeelsleden van alle niveaus vast te stellen.16° De bedragen van toelagen, vergoedingen en premies, die aan personeelsleden van alle niveaus worden toegekend.17° a.Aan de personeelsleden van alle niveaus toelating te verlenen om dienstreizen te maken; b. de onkostenstaten die er betrekking op hebben, goed te keuren.18° In toepassing van de geldende wettelijke of reglementaire bepalingen : a.contractuele personeelsleden aan te werven, te schorsen, hun vrijwillig ontslag te aanvaarden, hen af te danken of de overeenkomst door opzegging te beëindigen; b. stagiairs bij stagecontract in dienst te nemen, hen af te danken en hun vrijwillig ontslag te aanvaarden.
Art. 2.§ 1. In geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de bevoegdheden vermeld in artikel 1, 2°, 5°, 6°, 8°, 9°, 15°, 16°, 17° en 18°, uitgeoefend door de adjunct-administrateur-generaal.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 25 februari 1999 tot overdracht van een deel der bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging aan de Leidend ambtenaar en aan sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 30 juni 2009.
P. DE CREM