gepubliceerd op 23 oktober 2008
Ministerieel besluit tot vaststelling van de vergoeding voor wachtrol voor de functie van Directeur Medische Hulpverlening
29 SEPTEMBER 2008. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de vergoeding voor wachtrol voor de functie van Directeur Medische Hulpverlening
De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 37bis, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 2007 tot bepaling van de functie van Directeur Medische Hulpverlening en het toepassingsgebied ervan, artikel 8;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 april 2008;
Gelet op het advies nr. 44.906/1/V van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De vergoeding voor wachtrol voor de functie van Directeur Medische Hulpverlening wordt vastgesteld op 60 EUR per dag wacht.
De vergoeding mag slechts worden betaald voor één enkele Directeur Medische Hulpverlening per provincie tegelijk. § 2. Deze vergoeding dekt de permanentie in verband met de wachtrol, de kosten in verband met de wisseling van de wachtrol en de andere personeelskosten verantwoord en goedgekeurd door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, die voortvloeien uit de provinciegebonden organisatie van de permanentie. § 3. De vergoeding is verschuldigd na prestatie van de wacht, na overhandiging aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, van het behoorlijk ingevuld en ondertekend formulier dat door deze is vastgesteld.
De vergoeding is verschuldigd binnen ten hoogste drie maanden volgend op het einde van de wacht.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Brussel, 29 september 2008.
Mevr. L. ONKELINX