gepubliceerd op 26 november 2004
Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden tot het bekomen van inlichtingen vanwege de databank inzake woon-werkverkeer
29 OKTOBER 2004. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden tot het bekomen van inlichtingen vanwege de databank inzake woon-werkverkeer
De Minister van Mobiliteit, Gelet op artikel 163 van de programmawet van 8 april 2003;
Gelet op artikel 3 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 houdende de uitvoering van hoofdstuk XI van de programmawet van 8 april 2003 betreffende de verzameling van gegevens over de woon -werkverplaatsingen van werknemers;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de voorwaarden voor het bekomen van inlichtingen wanwege de databank ten laatste op 1 september 2004 definitief moet vastliggen om toe te laten de databank van dit complexe e-government project tijdig operationeel te krijgen;
Gelet op het advies 37.611/2/V van de Raad van State gegeven op 12 augustus 2004 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat binnen de limieten van het beheer van de mobiiteit de toegang tot de databank zo ruim mogelijk moet zijn, Besluit :
Artikel 1.In toepassing van artikel 3, 1° lid van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk XI van de programmawet van 8 april 2003 betreffende de verzameling van gegevens over de woon-werkverplaatsingen van werknemer, moet onder de afgevaardigde van de Minister die de mobiliteit onder zijn bevoegdheid heeft worden begrepen de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid of de directeur van de Directie Mobiliteit of de adviseur-generaal van de Directie Mobiliteit.
Art. 2.Als vragen om inlichtingen die tot doel het beheer van de mobiliteit hebben, zullen o.m. worden begrepen : - alle aanvragen van universiteiten en hogescholen die onderzoek verrichten inzake mobiliteit; - alle vragen van openbare- en privé- instellingen die activiteiten ontwikkelen op het vlak van de mobiliteit; - alle vragen van bedrijven en instellingen, of van groepen daarvan, met het oog op het opstellen van een bedrijfsvervoersplan.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 1 mei 2006.
Brussel, 29 oktober 2004.
R. LANDUYT