gepubliceerd op 28 oktober 2019
Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie"
28 MEI 2019. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië)
De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastructuren, Gelet op het Waalse Wetboek van de Huisvesting en het Duurzame wonen, de artikelen 179, 1° en 180;
Gelet op het beheerscontract 2013-2018 gesloten tussen het Waalse Gewest en het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië), verlengd bij beslissing van de Regering van 8 november 2018 en het ministerieel besluit van 4 april 2019 tot verlenging van het beheerscontract 2013-2018 van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" voor een duur van zes maanden;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 16/05/2019 pub. 18/10/2019 numac 2019204705 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het algemeen reglement houdende de algemene beginselen op grond waarvan de kredieten uit Fonds 2 door het « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie » toegestaan worden sluiten tot goedkeuring van het algemeen reglement houdende de algemene beginselen op grond waarvan de kredieten uit Fonds B2 door het "Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie" (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië) toegestaan worden;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 20/07/2017 numac 2017020448 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende benoeming van leden van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 14/07/2017 numac 2017020440 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot wijziging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten van het Ministerie van Landsverdediging sluiten houdende goedkeuring van het specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië) Gelet op het specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" goedgekeurd op 27 mei 2019 door de Raad van bestuur onder voorbehoud van de ministeriële goedkeuring, Besluit :
Artikel 1.Het bijgaande specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië) is goedgekeurd.
Art. 2.Gelet op het ministerieel besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 20/07/2017 numac 2017020448 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende benoeming van leden van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 14/07/2017 numac 2017020440 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot wijziging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten van het Ministerie van Landsverdediging sluiten houdende goedkeuring van het specifiek reglement van de kredieten toegekend uit Fonds B2 door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.
Namen, 28 mei 2019.
V. DE BUE
BIJLAGE HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.Begripsomschrijvingen.
Voor de toepassing van dit reglement verstaat men onder: 1° "Fonds" : het "Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie";2° "kroostrijk gezin": een gezin met minstens drie kinderen of personen ten laste, op de datum van opening van het kredietdossier;3° "aanvrager": de natuurlijke persoon, ingeschreven of op weg om ingeschreven te zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister met een verblijfsvergunning van onbeperkte duur, die de toekenning van een krediet aanvraagt bij het Fonds en die op de datum van opening van het kredietdossier: a) ofwel de referentiepersoon van een kroostrijk gezin is;b) ofwel in het bezit is van een krediet dat bij het Fonds wordt terugbetaald;c) ofwel huurder is van een goed van het Fonds en die eigenaar wenst te worden van een woning;4° "bejaarde bloedverwant": de bloedverwant van de aanvrager tot in de derde graad of de persoon met wie die bloedverwant gehuwd is/is geweest of doorgaans samenleeft (heeft samengeleefd), voor zover één van die personen minstens zestig jaar oud is op de datum van opening van het kredietdossier.De bejaarde bloedverwant is gedomicilieerd of op weg om gedomicilieerd te zijn in de woning die het voorwerp van de kredietaanvraag uitmaakt; 5° "persoon ten laste": ofwel: a) het kind voor wie kinder- of wezenbijslag wordt verleend aan de aanvrager of aan de persoon met wie hij doorgaans samenleeft indien hij de hoedanigheid van aanvrager heeft;b) het kind voor wie de aanvrager of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft, indien hij de hoedanigheid van aanvrager heeft, geen begunstigde van dergelijke bijslag is maar van wie het Fonds acht dat het daadwerkelijk te zijner laste is voor zover hij er het bewijs van aandraagt;c) het ongeboren kind, nl.het kind verwekt sinds minstens negentig dagen vanaf de datum van opening van het kredietdossier, waarbij het bewijs aan de hand van een medisch attest wordt geleverd; d) de als gehandicapt erkende aanvrager alsmede zijn echtgenote (echtgenoot) of de persoon met wie hij/zij doorgaans samenleeft en elke door een dergelijke handicap getroffen persoon, voor zover er tussen die persoon en de aanvrager, diens echtgenote (echtgenoot) of de persoon met wie hij (zij) doorgaans samenleeft een verwantschapsband bestaat tot in de derde graad en dat hij (zij) gedomicilieerd of op weg is om gedomicilieerd te zijn in de woning van de aanvrager;e) de bloedverwant van de aanvrager die gedomicilieerd of op weg is om gedomicilieerd te zijn in de woning van de aanvrager, tot in de derde graad en/of de persoon met wie de bloedverwant gehuwd is/is geweest of doorgaans samenleeft (heeft samengeleefd), waarbij één van die personen minstens zestig jaar oud is. Bij de bepaling van het aantal personen ten laste wordt voor twee kinderen geteld, het kind voor wie de aanvrager kinderbijslag voor wezen tegen een verhoogde voet ontvangt, alsook het als gehandicapt erkend kind ten laste. 6° "belastbare inkomens": de globaal belastbare inkomens met betrekking tot het volledige voorlaatste jaar voorafgaand aan de datum van opening van het kredietdossier, zoals blijkt uit het aanslagbiljet of elk daarmee gelijkgesteld bewijsstuk. Als de belastbare inkomens met betrekking tot het volle voorlaatste jaar niet gekend zijn, bepaalt het Fonds welke stukken in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de belastbare inkomens.
Bij de berekening van de belastbare inkomens worden de gezamenlijke inkomens van het gezin van de aanvrager en van de personen met wie hij doorgaans samenleeft, met uitsluiting van de verwanten in opgaande en dalende lijn, in aanmerking genomen op grond van de samenstelling van het gezin. 7° "Wetboek": het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen;8° "premiebesluit": het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/04/2019 pub. 01/07/2019 numac 2019203007 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning type besluit van de waalse regering prom. 04/04/2019 pub. 20/06/2019 numac 2019202871 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de audit van een woning sluiten tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van de woningen;9° "aankoopkosten": de registratierechten, notariskosten voor de aankoop, de kosten van de hypothecaire inschrijving, de betaling van de commissie van het vastgoedagentschap, indien deze ten laste van de koper komt, of, in het geval van de bouw, de BTW;10° "accesspack: " de kredieten bedoeld in artikel 3, § 1, 1° tot 3°;11° "renolening": het renteloze krediet bestemd voor de financiering van renovatiewerken aan een woning, op het vlak van energiebesparing, gezondheid, veiligheid of aanpassing aan een handicap, waarvoor geen premie wordt gevraagd;12° renopack: het product bestaande uit een renteloos krediet en een premie, bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, bestemd voor de financiering van renovatiewerken, hetzij op het vlak van energiebesparing, hetzij op het vlak van gezondheid of veiligheid, die recht geven op een premie ter bevordering van de renovatie van de woningen overeenkomstig het premiebesluit of van aanpassingswerken aan de woning in het kader van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;13° lening "jongeren": het renteloos krediet dat aanvragers die op de datum van opening van het kredietdossier jonger dan 35 jaar zijn, in staat stelt om de aankoopkosten van hun eerste woning te financieren;14° "investering": ieder krachtens het premiebesluit in aanmerking komend werk of prestatie uitgevoerd door een ondernemer;15° "Minister": de Minister bevoegd voor Huisvesting;16° "Administratie": de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;17° "vastgoeddrukgebied": het geheel van gemeenten waar de gemiddelde prijs van de gewone woningen, op basis van het gemiddelde van de statistieken van het Nationaal Instituut van Statistieken over de vijf laatste beschikbare jaren, meer dan 35 % hoger is dan de gemiddelde prijs van dezelfde woningen berekend op het gewestelijke grondgebied. De lijst van de gemeenten met vastgoeddruk op basis van de statistieken van het Nationaal Instituut van Statistieken van de FOD Economie wordt jaarlijks door de Administratie vastgelegd. 18° "AVG": de Europese Verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;19° "datum van opening van het dossier": de datum waarop het formulier voor kredietaanvraag door het Fonds aan de aanvrager wordt meegedeeld; 20° "zware schuld" : de hypotheekschuld of schuld i.v.m. een aanverwant product waarvan de rentevoet gevoelig hoger is dan de marktvoorwaarden tijdens de opening van het dossier of waarvan de terugbetalingsmodaliteiten niet meer overeenstemmen met de financiële toestand van de aanvrager.
Art. 2.Begunstigden van de kredieten. § 1. De kredieten van het Fonds zijn bestemd voor de aanvrager van minstens 18 jaar of de geëmancipeerde minderjarige die de toekenning van een accesspack, een renolening, een renopack of een lening "jongeren" aanvraagt. § 2. Het Fonds kan ook de aanvragen voor een renopack en een renolening financieren, die ingediend worden door de houder van een zakelijk recht op de huisvesting: 1° die het via een beheersmandaat gedurende minstens zes jaar ter beschikking van een sociaal vastgoedagentschap, een openbare huisvestingsmaatschappij of iedere andere instelling aangewezen door de Minister stelt of zich ertoe verbindt ter beschikking te stellen;2° die het gedurende een minimumtermijn van één jaar ter beschikking van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in haar geheel kosteloos en als hoofdverblijfplaats stelt of zich ertoe verbindt ter beschikking te stellen;3° die het gedurende een minimumtermijn van vijf jaar verhuurt of zich ertoe verbindt te verhuren door middel van een geregistreerde huurovereenkomst, met inachtneming van de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld overeenkomstig artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/03/2018 pub. 28/03/2018 numac 2018201408 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de woninghuurovereenkomst sluiten betreffende de woninghuurovereenkomst. § 3. Het Fonds kan de voor het plaatsen van een pelletkachel bestemde aanvragen voor een renolening financieren, die ingediend worden door een aanvrager die de woning op grond van een huurcontract gebruikt. § 4. Het Fonds verleent bijstand bij de administratieve, technische en financiële uitwerking van de aanvragen voor een renopack of renolening die door verenigingen van mede-eigenaars worden ingediend, zoals bepaald in de artikelen 577-5 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met het oog op de uitvoering van renovatie- of energiebesparingswerken aan een vastgoedcomplex.
Art. 3.Doeleinden van de kredieten. § 1. De kredieten worden toegestaan ter financiering van minstens één van de volgende verrichtingen betreffende een in het Waalse Gewest gelegen woning: a) de aankoop, de bouw, de renovatie, de herstructurering, de aanpassing, de instandhouding, de verbetering of het behoud van de eigendom of van een gelijkgesteld recht op een woning die hoofdzakelijk voor het persoonlijk gebruik van de aanvrager bestemd is;b) de terugbetaling van zware vastgoedschulden aangegaan met het oog op één van de doeleinden bedoeld onder a);c) de creatie van een woning bestemd voor de opvang van een bejaarde bloedverwant bedoeld in artikel 1, 4°;d) de opstelling van verslagen en investeringen die in aanmerking komen voor de toekenning van een premie zoals vermeld in de bijlage bij het premiebesluit, alsmede de uitvoering van renovatiewerken op het vlak van energiebesparing, gezondheid en veiligheid, waarvoor geen premie wordt gevraagd, of de financiering van de aktekosten;e) de verrichting van investeringen om de huisvesting aan te passen aan de handicap van de aanvrager of een persoon ten laste. In elk van die gevallen kunnen de eventuele registratierechten, de successierechten, de kosten van notariële akten en de BTW i.v.m. één van deze verrichtingen alsook, onder de door het Fonds bepaalde voorwaarden, de eenmalige verzekeringspremies ter dekking van het overlijdensrisico voor de aanvrager in het kader van deze verrichtingen in de financiering opgenomen worden. § 2. Behoudens uitdrukkelijke toestemming van het Fonds en onder de door het Fonds gestelde voorwaarden, op basis van een gemotiveerde aanvraag: 1° gebruikt de aanvrager de woning gedurende de hele periode van terugbetaling van het krediet, behoudens in het kader van de aanvragen voor een renolening en renopack die door de in artikel 2, § 2, bedoelde aanvrager zijn ingediend;2° mag de woning niet voor beroepsdoeleinden gebruikt worden voor meer dan vijftig procent van haar oppervlakte;3° mag de woning geheel of gedeeltelijk niet verhuurd worden, behoudens in het kader van de aanvragen voor renoleningen en renopacks die door de in artikel 2, § 2, bedoelde aanvrager zijn ingediend. Als een aanvrager zijn goed te huur wil aanbieden om familiale of financiële redenen of om redenen die te maken hebben met het onaangepast karakter van de woning, moet hij een gemotiveerde aanvraag bij het Fonds indienen.
In het geval van een aanvraag van totale verhuur, als ze door het Fonds wordt toegestaan, wordt de verhuur beperkt tot maximum 3 jaar.
Tijdens deze periode wordt de debetrentevoet van het krediet met 0,50 % per jaar verhoogd, en wordt, in voorkomend geval, een deel of de totaliteit van de huur aan het Fonds gestort dat het boekt als voortijdige gedeeltelijke terugbetaling van het krediet. Deze twee laatste voorwaarden zijn evenwel niet van toepassing als de verhuur gebeurt via het in beheer nemen door een vastgoedbeheerder erkend door het Wetboek.
In het geval van een aanvraag van gedeeltelijke verhuur, als ze door het Fonds wordt toegestaan, wordt de debetrentevoet van het krediet met 0,50 % per jaar verhoogd, en wordt, in voorkomend geval, een deel of de totaliteit van de huur aan het Fonds gestort dat het boekt als voortijdige gedeeltelijke terugbetaling van het krediet. Deze twee laatste voorwaarden zijn evenwel niet van toepassing als de verhuur gebeurt via het in beheer nemen door een vastgoedbeheerder erkend door het Wetboek.
Vóór de toelating van de verhuring van het goed, zorgt het Fonds ervoor dat het geheel van de normen bedoeld in artikel 6, § 1, van dit reglement worden nageleefd. 3. De gefinancierde werken worden uitgevoerd overeenkomstig de plannen en bestekken ingediend door de aanvrager tijdens het onderzoek van de aanvraag en gevalideerd door het Fonds. De voor de werken bestemde bedragen worden gestort door het Fonds naar gelang van de vordering van de werken en uitsluitend op basis van een aanvraag geformuleerd door de aanvrager en na overlegging van de facturen van ondernemers of leveranciers. Deze bedragen moeten rechtstreeks aan de aannemer of leverancier of aan de aanvrager worden betaald, waarbij de aanvrager verplicht is de betaling aan de aannemer of leverancier te verrichten.
Voorzieningen van maximum 2.000 EUR kunnen door het Fonds worden gestort, een nieuwe voorziening kan pas worden toegekend als het gebruik van de vorige voorziening is gerechtvaardigd.
Het geheel van de gefinancierde werken moet uitgevoerd worden binnen twee jaar, te rekenen van de ondertekening van het kredietcontract.
Die termijn kan met een jaar verlengd worden als de aanvrager bewijst dat hij de werken niet binnen de toegestane termijn heeft kunnen uitvoeren om redenen die niet aan hem toe te schrijven zijn.
Als de werken niet binnen de toegestane termijn zijn uitgevoerd of overeenkomstig het technisch dossier goedgekeurd door het Fonds, kan het Fonds weigeren om de fondsen te storten. In deze gevallen wordt het bedrag van het krediet verlaagd tot het opgenomen bedrag en worden de betalingsverplichtingen van de aanvrager dienovereenkomstig aangepast.
Art. 4.Verantwoordelijkheid van de kredietgevers en toekenning van de kredieten. § 1. Met inachtneming van de bepalingen betreffende de verantwoordelijkheid van de kredietgevers, bedoeld in Boek VII van het Wetboek van economisch recht en van de AVG, zorgt het Fonds voor de inzameling van alle nodige gegevens en informatie op grond waarvan het financiële vermogen van de aanvrager beoordeeld kan worden alvorens te beslissen hem het krediet toe te staan of te weigeren. § 2. Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, verzamelt het Fonds rechtstreeks de gegevens betreffende de kinderbijslagen bij de Kinderbijslagfondsen, de gegevens betreffende de inkomens bij de FOD Financiën, de gegevens over de samenstelling van het gezin bij de FOD Binnenlandse Zaken en de gegevens betreffende de handicap bij de FOD Sociale Zekerheid. Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, vraagt het Fonds de aanvrager om deze informatie. § 3. Het Fonds kan de toekenning van het krediet ook afhankelijk maken van de overlegging van elke andere zekerheid die het nuttig zou achten gelet op de financiële toestand, het niveau van de schuldenlast en de solvabiliteitsantecedenten van de aanvrager. § 4. Alle door het krediet veroorzaakte kosten worden door de aanvrager gedragen. § 5. In het kader van een aanvraag voor een hypothecair krediet van het type "accesspack", "renopack", "renolening" of lening "jongeren", voert het Fonds systematisch een voorafgaande vastgoedexpertise uit, tenzij de elementen van het dossier, zoals de zwakte van het geleende bedrag, het bestaan van een auditrapport of de overlegging van een recente expertise die eerder werd uitgevoerd, van dien aard zijn dat ze het niet rechtvaardigen om een dergelijke expertise uit te voeren.
In het kader van een aanvraag voor een renopack op afbetaling met als uitsluitend doel de vervanging van een dak of het in overeenstemming brengen van de elektrische installatie, wordt ook een vastgoedexpertise uitgevoerd overeenkomstig artikel 22 van het reglement.
Het Fonds kan ook de uitvoering van een voorafgaande expertise in het kader van de aanvragen voor een renolening op afbetaling voorstellen.
Tijdens de opening van het dossier van kredietaanvraag betaalt de aanvrager het Fonds een bedrag als voorschot voor expertisekosten of analyse van de technische stukken in het geval van een financieringsaanvraag voor een nieuw gebouw. Dit bedrag van maximum 300 EUR wordt door de Raad van bestuur van het Fonds bepaald.
Dit bedrag blijft verworven voor het Fonds vanaf de uitvoering van de expertise. Indien de kredietaanvraag ingetrokken wordt, zonder dat een expertise plaatsvond, wordt dit bedrag aan de aanvrager terugbetaald. § 6. Na kennisgeving van het aanbod van een krediet is de aanvrager het Fonds 150 EUR verschuldigd ter forfaitaire dekking van de behandelingskosten. Dit bedrag wordt vastgelegd door de Raad van bestuur van het Fonds. Dit maximumbedrag wordt op 1.000 EUR gebracht voor de aanvragen ingediend door de in artikel 2, § 4, bedoelde aanvrager. § 7. De Raad van bestuur legt ook de kosten vast die verschuldigd zijn in geval van wijziging van een parameter van het lopende kredietcontract, zoals een hypotheekoverdracht, een aanvraag tot terugtrekking of een verlenging van de duur van de terugbetaling van het krediet. HOOFDSTUK II. - Accesspack
Art. 5.Voorwaarden waaronder een accesspackaanvraag in aanmerking komt. § 1. De belastbare inkomens van de aanvrager mogen niet hoger zijn dan 53.900 EUR, te verhogen met 5.000 EUR per kind of persoon ten laste, behalve als de aanvrager al een hypothecair krediet terugbetaalt aan het Fonds.
De belastbare inkomens van de aanvrager vallen onder één van de volgende categorieën :
Inkomenscategorie
Globaal belastbare inkomens van het gezin
C1
< 23.000 EUR
C2
23.000,01 ? 32.700 EUR
C3
32.700,01 ?43.200 EUR
C4
43.200,01 ? 53.900 EUR
Deze bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 203 van het Wetboek. § 2. Uiterlijk op de datum van de notariële akte van aankoop van het gebouw dat gefinancierd wordt met het door het Fonds toegestane krediet mag de aanvrager, diens echtgenoot (echtgenote) of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft geen andere woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, onder voorbehoud van de uitzonderingen waarin de artikelen 1, 29°, 30° en 31° van het Wetboek voorzien.
Art. 6.Voorwaarden betreffende de woning. § 1. De woning voldoet, na tegemoetkoming van het Fonds in het kader van de financiering, aan de door de Regering bepaalde minimale veiligheids-, waterdichtheids- en gezondheidscriteria, alsook aan de stedenbouwkundige voorschriften en aan de vigerende normen inzake de conformiteit van de elektriciteits- gas- en verwarmingsinstallaties. § 2. Onder voorbehoud van de in § 4 van dit reglement bedoelde afwijkingen mag de handelswaarde van de woning, na tegemoetkoming van het Fonds, niet hoger zijn dan maximum 223.000 EUR, met uitsluiting van de grondwaarde voor de bouw of de aankoop van een nieuwbouw.
Dat maximum wordt verhoogd met: a) 5 % per kind dat deel uitmaakt van het gezin naast de drie eerste;b) 10 % indien het jongste kind van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft de leeftijd van acht jaar niet bereikt heeft op de datum van opening van het dossier;c) 10 % voor elke aanverwant in de opgaande lijn van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft, die samenleeft met de aanvrager sinds minstens zes maanden op datum van opening van het dossier;d) 10 % voor elke bejaarde persoon bedoeld in artikel 1, 4°;e) 35 % indien het goed waarvoor het krediet is uitgeschreven gelegen is in een gebied met een hoge vastgoeddruk. Behalve de verhogingen bedoeld onder c) en d) indien ze dezelfde persoon betreffen, zijn die verhogingen samenvoegbaar.
De verhogingen bedoeld onder a) en b) zijn alleen van toepassing als het gezin van de aanvrager 3 kinderen telt.
Voor de berekening van het aantal kinderen dat deel uitmaakt van het gezin wordt het kind dat als gehandicapt erkend wordt volgens het Wetboek, voor twee geteld.
Daarnaast wordt de aanvrager die in dezelfde graad aangetast is door een dergelijke insufficiëntie of vermindering van zijn bekwaamheid, beschouwd als kind dat deel uitmaakt van het gezin. Die bepaling geldt eveneens onder dezelfde voorwaarden voor de persoon met wie de aanvrager doorgaans samenleeft en voor elke persoon die door een dergelijke handicap getroffen wordt voor zover er tussen haar en de aanvrager of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft een verwantschapsband bestaat tot in de derde graad en dat zij onder hetzelfde dak leeft. In dat geval moet de aanvrager zich ertoe verbinden aan het Fonds het bewijs te leveren dat ze samenleven, uiterlijk zes maanden na de eerste dag van de bewoning. § 3. Het maximumbedrag van de handelswaarde wordt op 1 januari van elk jaar N (de eerste keer vanaf 2020) per schijf van 1.000 EUR door het Fonds aangepast op grond van de volgende formule: Maximum bedrag x ABEX-index op 1 januari van het jaar N (index in november van het jaar N-1) ABEX-index op 1 januari 2019 De aanpassing wordt niet toegepast als het aldus berekende nieuwe bedrag minder dan 5 % lager is dan het bedrag van het vorige jaar. § 4. In uitzonderlijke omstandigheden zijn overschrijdingen van de overeenkomstig dit reglement vastgestelde maximumwaarden toegestaan.
Worden hiermee bedoeld, de verrichtingen die tot doel hebben: a) de creatie van een woning bestemd voor de opvang van een bejaarde bloedverwant bedoeld in artikel 1, 4° van het reglement;b) de aankoop van een woning verkocht door een in de Code bedoelde vastgoedbeheerder of de bouw van een woning onder belofte van aankoop en door bemiddeling van dezelfde vastgoedbeheerder;c) een woning van normaalformaat en aanblik waarvan de waarde te maken heeft met een specifiek element zoals de bijzondere ligging van het gebouw, de oppervlakte van het eigendom, het soort gebruikt materiaal. § 5. Om de verkoopwaarde van het gebouw te schatten, wordt geen rekening gehouden met de voor beroepsdoeleinden gebruikte gronden en constructies indien de aanvrager het beroep van land- of tuinbouwer uitoefent. § 6. In geval van herstructurering is het gebouw meer dan 15 jaar oud vanaf de datum van de opening van het kredietdossier, is het gelegen in het Waals Gewest en is het minstens 50 % bestemd voor huisvesting, in voorkomend geval, nadat de met de lening te financieren werken zijn uitgevoerd.
Art. 7.Vorm.
Naar gelang van de verschillende elementen van het dossier die door het Fonds moeten worden beoordeeld, wordt het accesspack toegekend in de vorm van een hypothecair krediet bij notariële akte of bij onderhandse akte.
Art. 8.Bedrag. § 1. Het bedrag van het accesspack wordt beperkt tot 100 % van de handelswaarde van het gebouw na uitvoering van de werken, zoals toegestaan door het Fonds, waarbij het in artikel 6, § 2, bedoelde bedrag niet overschreden mag worden. § 2. De quotiteit van 100 % kan bij wijze van uitzondering tot maximum 125 % verhoogd worden als het Fonds, op grond van de elementen van het dossier m.b.t. de financiële toestand van de aanvrager, het niveau van zijn schuldenlast en de beoordeling van zijn terugbetalingsvermogen, redelijkerwijs acht dat hij zal kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen die uit het kredietcontract voortvloeien.
Er wordt rekening gehouden met het geheel van de geleende bedragen en met de handelswaarde na uitvoering van het geheel van de gefinancierde werken om de geleende quotiteit te schatten. § 3. Alle bovenbedoelde bedragen worden verstaan exclusief levensverzekering en exclusief de solidariteitsbijdrage verschuldigd overeenkomstig artikel 2, 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/04/2009 pub. 16/06/2009 numac 2009202581 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij de voorwaarden worden bepaald voor de toekenning door het Gewest van een waarborg van honorering voor de terugbetaling van leningen bedoeld in artikel 23 van de Waalse Huisvestingscode sluiten waarbij de voorwaarden worden bepaald voor de toekenning door het Gewest van een waarborg van honorering voor de terugbetaling van leningen bedoeld in artikel 23 van de Code.
Art. 9.Eigen inbreng.
De aanvrager moet zoveel mogelijk financiële inbreng besteden aan de onroerende verrichting waarvoor het krediet wordt toegestaan, waarbij het Fonds het bedrag van het krediet vastlegt op grond van de financiële middelen en de financiële en patrimoniale toestand van de aanvrager.
Art. 10.Rentevoet. § 1. De rentevoet van de lening is een vaste voet. Hij is afhankelijk van de belastbare inkomens van de aanvrager alsook van het aantal kinderen of personen ten laste. De rentevoet wordt bepaald op grond van de tariefschaal die geldig is op het ogenblik van de beslissing tot toekenning van het krediet. § 2. De rentevoeten per gezinscategorie en per schaal worden bepaald door de bijlage bij dit reglement. § 3. De aldus bepaalde percentages worden verminderd met 0,0416 % % per maand hetzij 0,50 % per jaar per bijkomend kind ten laste vanaf het vierde kind zonder evenwel lager te mogen zijn dan de minimale rentevoeten bepaald door de bijlage.
Hetzelfde gebeurt als het aantal kinderen ten laste tijdens de looptijd van het krediet verhoogt, zonder dat de aldus verminderde rentevoet lager mag zijn dan de bovenvermelde minimale rentevoeten; verlaagt het aantal kinderen ten laste, dan wordt het percentage niet opgetrokken.
Als tijdens de looptijd van het krediet, de aanvrager de woning gedeeltelijk gebruikt voor beroepsdoeleinden, overeenkomstig artikel 3, § 2, van dit reglement en ten belope van een oppervlakte die de bewoonbare oppervlakte met 20 % overschrijdt, wordt de rentevoet van het krediet verhoogd met 0,0416 % per maand of 0,50 % per jaar.
De aanvrager die een krediet heeft dat bij het Fonds wordt terugbetaald, en waarvan de belastbare inkomsten het maximumbedrag van schaal 7 van de tariefschaal overschrijden, betaalt, voor zijn bijkomend krediet, een rentevoet die overeenstemt met die schaal. § 4. Telkens als het nodig is stemt het Fonds de tariefschaal af op de evolutie van zijn financieringskosten, rekening houdende met de gewestelijke tussenkomst vastgelegd door de Waalse Regering op 15 juli 2010.
Art. 11.Terugbetalingstermijn.
De terugbetalingstermijn wordt vastgelegd naar gelang van het financiële vermogen van de aanvrager, de evolutieperspectieven ervan en zijn leeftijd.
De terugbetalingstermijn bedraagt maximum dertig jaar.
Voor de looptijd van het krediet moet rekening worden gehouden met het feit dat het krediet hoe dan ook volledig afgelost moet zijn wanneer de aanvrager 75 jaar wordt. In buitengewone gevallen kan worden afgeweken van deze laatste beperking, in voorkomend geval, mits bijkomende garanties.
Art. 12.Garanties. § 1. De als garantie van het accesspack genomen hypothecaire inschrijving bekleedt de 1ste rang, behalve als het krediet niet hoger is dan 50.000 EUR, want in dit geval kan de hypothecaire inschrijving de 2de rang bekleden. Tot 30.000 EUR kan het Fonds een krediet toekennen zonder een hypothecaire inschrijving te nemen, maar met, in voorkomend geval, een hypotheekbelofte. § 2. Als het accesspack door een hypothecaire inschrijving gedekt wordt, wordt het gewaarborgd door een levensverzekeringscontract van het type schuldsaldo dat het overlijdensrisico voor de aanvrager dekt, met eenmalige premie en waarvan de opbrengst aan het Fonds wordt overgedragen.
In uitzonderlijke omstandigheden kan het geheel van het geleende kapitaal niet worden gedekt tijdens de hele duur van de terugbetaling van het krediet en dit om redenen die te maken hebben met de leeftijd of de gezondheidstoestand van de aanvrager.
Wanneer de verzekeraar om gezondheidsredenen weigert om het overlijdensrisico te dekken overeenkomstig het eerste lid, mag het Fonds naar eigen goeddunken het krediet toestaan hetzij door het te onderwerpen aan het opnemen van een levensverzekeringscontract met termijnbetalingen, hetzij zonder te eisen dat het door een levensverzekering gedekt is. In beide laatste gevallen, in afwijking van artikel 8 van dit reglement, wordt het bedrag van de lening in ieder geval beperkt tot 100 % en 90 % van de verkoopwaarde na de werken in de woning. HOOFDSTUK III. - Renolening, Renopack en lening "jongeren"
Art. 13.Voorwaarden waaronder een aanvraag in aanmerking komt. § 1. Met uitzondering van de aanvragen ingediend door de in artikel 2, § 4, bedoelde verenigingen van mede-eigenaars, mogen de belastbare inkomens van de aanvrager niet hoger zijn dan 97.700 EUR. In het kader van de aanvragen ingediend door de in artikel 2, § 4, bedoelde verenigingen van mede-eigenaars, mogen de helft van de gezinnen die de vereniging vormen, geen belastbare inkomens hoger dan 97.700 EUR hebben.
Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig het principe bepaald in artikel 203 van het Wetboek. § 2. De aanvrager is houder is van een zakelijk recht op de woning die het voorwerp uitmaakt van het krediet.
Het eerste lid is niet van toepassing indien het verzoek vergezeld gaat van een accesspack, afkomstig is van een vereniging van mede-eigenars of betrekking heeft op een aanvraag: - het plaatsen van een pelletkachel door een huurder; - een lening "jongeren". § 3. Om in aanmerking te worden genomen in het kader van een renopackaanvraag, moeten de werken voldoen aan het geheel van de voorwaarden en criteria van technische aard bepaald in het premiebesluit alsook bij het ministerieel besluit tot uitvoering ervan. § 4. De werken die gefinancierd worden door middel van een krediet als bedoeld in dit hoofdstuk worden uitgevoerd door een aannemer ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of, zo niet, op grond van een toestemming van non-identificatie voor de btw, met overlegging van een punctuele aangifte bij het Centraal bureau voor buitenlandse btw-belastingplichtigen. § 5. Mits aan de in artikel 4 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, kan het Fonds een lening "jongeren" toekennen.
Wanneer het hoofdkrediet bij het Fonds wordt aangegaan, kan het Fonds de lening "jongeren" toekennen in de vorm van een korting op het hoofdkrediet.
Wanneer het hoofdkrediet bij een derde instelling wordt aangegaan, informeert het Fonds bedoelde instelling zodat ze over alle gegevens beschikt die nodig zijn voor een effectieve risicoanalyse en monitoring.
De lening "jongeren" mag niet worden gebruikt als aanvulling op een hypothecair krediet toegekend in de vorm van een kredietlijn, tenzij ze door het Fonds wordt verleend.
Art. 14.Voorwaarden betreffende de woning en het gebruik ervan. § 1. Behoudens voor wat betreft de werken voor de aanpassing van de woning en de lening "jongeren", is het gebouw meer dan vijftien jaar oud vanaf de datum van opening van het kredietdossier. § 2. De woning voldoet, na tegemoetkoming van het Fonds in het kader van de financiering, aan de door de Regering bepaalde minimale veiligheids-, waterdichtheids- en gezondheidscriteria krachtens artikel 6, § 4, van het premiebesluit, alsook aan de stedenbouwkundige voorschriften en aan de vigerende normen inzake de conformiteit van de elektriciteits- gas- en verwarmingsinstallaties. § 3. Het vastgoedgeheel waarop de aanvragen voor een renopack en renolening ingediend door de aanvrager bedoeld in artikel 2, § 4, betrekking hebben, moet ten minste 50 % van de eenheden voor huisvesting omvatten.
Art. 15.Kredietvormen. § 1. Naar gelang van de verschillende elementen van het dossier die het Fonds moet overwegen, kunnen het renopack en de renolening verleend worden in de vorm van een hypothecair krediet of een consumentenkrediet. § 2. De lening "jongeren" wordt toegekend in de vorm van een hypothecair krediet bij notariële akte of bij onderhandse akte.
Art. 16.Bedrag van het krediet. § 1. Het bedrag mag niet hoger zijn dan honderd procent van de kosten van de investeringen, eventueel verhoogd met de kosten van notariskosten en onvoorziene omstandigheden, met een minimum van 1.000 euro en een maximum van 60.000 euro. § 2. De prijs van de in aanmerking te nemen werken omvat het geheel van de kosten en prestaties die er betrekking op hebben. Het bedrag van het krediet wordt vastgesteld op grond van het project van de werken dat aanvaard wordt door het Fonds. Het Fonds kan het te financieren bedrag per post vastleggen op een lagere som dan die vermeld in de bestekken, voor zover het van oordeel is dat de uitgave abnormaal hoog ligt t.o.v. de marktprijzen. § 3. Het bedrag van een renopack of een renolening toegekend aan de in artikel 2, § 4, bedoelde aanvrager wordt vastgesteld op maximum 60.000 euro per woning met een maximum van 500.000 euro. § 4. Voor de lening "jongeren" mag het bedrag van het krediet niet hoger zijn dan het bedrag van de aankoopkosten in verband met de vastgoedtransactie waarvoor het krediet wordt verleend. § 5. Alle bovenstaande bedragen zijn exclusief levensverzekeringen.
Art. 17.Rentevoet.
De debetrentevoet van het krediet wordt vastgesteld op nul procent.
Art. 18.Terugbetalingstermijn.
De terugbetalingstermijn wordt vastgelegd naar gelang van het financiële vermogen van de aanvrager, de evolutieperspectieven ervan en zijn leeftijd.
Die termijn is maximum dertig jaar. Voor de looptijd van het krediet moet rekening worden gehouden met het feit dat het krediet hoe dan ook volledig afgelost moet zijn wanneer de aanvrager 75 jaar wordt. In buitengewone gevallen kan worden afgeweken van deze laatste beperking, mits, in voorkomend geval, bijkomende garanties.
Art. 19.Garanties.
Als het krediet door een hypothecaire inschrijving gedekt wordt, wordt het gewaarborgd door een levensverzekeringscontract van het type schuldsaldo dat het overlijdensrisico voor de aanvrager dekt, met eenmalige premie en waarvan de opbrengst aan het Fonds wordt overgedragen. In dit geval is artikel 12, § 2, van dit reglement van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Beheer van de premies
Art. 20.Beginselen. § 1. Het Fonds zorgt voor het beheer van de premies waaruit een renopack bestaat en voert de controles die ermee gepaard gaan. § 2. Het bedrag van de belastbare inkomens van de aanvrager en het aantal personen ten laste waarmee rekening gehouden wordt bij de berekening van het premiebedrag zijn degene die vastliggen op de datum van opening van het kredietdossier.
Art. 21.Bescherming van de gegevens.
Het Fonds en de auditeur zijn, elk wat hen betreft, verantwoordelijk voor de verwerking in de zin van de AVG voor de verwerkingen van de persoonsgegevens die nodig zijn in het kader van de toekenning van de leningen of de premies.
Art. 22.Procedure. § 1. Onverminderd de aanvragen voor renoleningen moet de woning waarvoor een krediet wordt aangevraagd op grond van artikel 3, § 1, 4°, vooraf het voorwerp uitmaken van een auditverslag als bedoeld in artikel 6, § 1, van het premiebesluit. In dit kader wordt dit verslag door een auditeur van het Fonds of door een erkende auditeur opgesteld. § 2. Na de investeringen van een werkenpakket zoals bepaald in artikel 2, 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/04/2019 pub. 01/07/2019 numac 2019203007 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning type besluit van de waalse regering prom. 04/04/2019 pub. 20/06/2019 numac 2019202871 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de audit van een woning sluiten betreffende audit van een woning te hebben uitgevoerd met inachtneming van de hiërarchie die in het auditrapport is vastgesteld, verzoekt de aanvrager om de opstelling van een rapport over de opvolging van de werken. § 3. Het definitieve bedrag van de premie waarvoor de investeringen in aanmerking komen, wordt geregistreerd als een vervroegde gedeeltelijke aflossing van het krediet. § 4. In afwijking van § 1 en onverminderd artikel 14, § 2, kan de expertise die wordt uitgevoerd in het kader van de toekenning van een renopack dat uitsluitend gericht is op investeringen in het dak of de verbetering van de elektrische installatie, als een audit gelden. In dit geval leggen de Ministers van Huisvesting en Energie de bedragen van de energie-premies vast.
Art. 23.Cumulverbod.
De aanvrager verbindt zich ertoe geen premie verleend krachtens het premiebesluit bij de Administratie aan te vragen voor investeringen die het voorwerp van een in hoofdstuk 3 bedoeld krediet uitmaken. De indiening van een dergelijke aanvraag is een ernstig verzuim dat de onmiddellijke terugbetaling van de verleende tegemoetkomingen tot gevolg heeft. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 24.Afwijkingen.
In behoorlijk gemotiveerde buitengewone gevallen kan de Raad van bestuur van het Fonds afwijken van de bepalingen van de artikelen 1, 3°, 6, §§ 1 en 3, 10, 12, § 2, 14, § 2.
Art. 25.Behandeling van de klachten.
Elke door de aanvrager ingediende klacht wordt door het Fonds in aanmerking genomen en met spoed behandeld.
Art. 26.Termijn voor de samenstelling van de dossiers.
Met uitzondering van de door de in artikel 2, § 4, bedoelde aanvrager ingediende aanvragen beschikt de aanvrager over een termijn van 6 maanden na de datum van opening van het dossier om zijn aanvraag aan te vullen. Na afloop van die termijn wordt zijn aanvraag verworpen, behalve als hij uitzonderlijke omstandigheden kan voorleggen. HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen
Art. 27.Lopende kredietaanvragen en specifieke inwerkingtreding.
Het specifiek reglement van de kredieten van 27 maart 2017 goedgekeurd bij het bovenvermeld ministerieel besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 20/07/2017 numac 2017020448 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit houdende benoeming van leden van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen type ministerieel besluit prom. 22/06/2017 pub. 14/07/2017 numac 2017020440 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot wijziging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten van het Ministerie van Landsverdediging sluiten blijft van toepassing op de kredietaanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit reglement zijn geopend en in behandeling zijn, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk verzoekt om de toepassing van de nieuwe regeling.
Artikel 1, 17°, treedt in werking op 1 januari 2020; tot die datum blijft de huidige lijst van gronddrukzones van toepassing.
BIJLAGE BIJ HET SPECIFIEK REGLEMENT VAN DE KREDIETEN TOEGEKEND UIT FONDS B2 DOOR HET "FONDS DU LOGEMENT DES FAMILLES NOMBREUSES DE WALLONIE" Tariefschaal betreffende de kredieten van het type accesspack die door het Fonds worden toegekend aan een gezin met 3 kinderen ten laste of aan een gezin die een lening heeft waarvan de terugbetaling begonnen is en die niet langer 3 kinderen ten laste heeft
Categorie
schaal
Drempels van de belastbare inkomens* (0 kinderen ten laste)
Drempels van de belastbare inkomens* (3 kinderen ten laste)
Basisrente
Minimale rentevoeten
C1
1
8.500 EUR
23.500 EUR
1,00 %
0,50 %
C1
2
15.800 EUR
30.800 EUR
1,15 %
0,65 %
C1
3
23.000 EUR
38.000 EUR
1,30 %
0,80 %
C2
4
27.800 EUR
42.800 EUR
1,45 %
0,95 %
C2
5
32.700 EUR
47.700 EUR
1,60 %
1,10 %
C3
6
43.200 EUR
58.200 EUR
1,75 %
1,25 %
C4
7
53.900 EUR
68.900 EUR
1,90 %
1,40 %
* De verschillende drempels van inkomsten worden met 5.000 EUR verhoogd per kind/persoon ten laste.
Deze bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 203 van het Wetboek.