gepubliceerd op 28 april 2001
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 september 1996 betreffende de toekenning van toelagen aan de land- of tuinbouwbedrijfshoofden die beroep doen op een bedrijfsleidingsdienst
28 MAART 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 september 1996 betreffende de toekenning van toelagen aan de land- of tuinbouwbedrijfshoofden die beroep doen op een bedrijfsleidingsdienst
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een Landbouwfonds, laatstelijk gwijzigd bij de wet van 27 mei 1999;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 950/97 van de Raad van 20 mei 1997 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen;
Gelet op de beschikking nr. C(2000) 2967 van de Commissie van 6 oktober 2000, tot goedkeuring van het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor het Federale België met betrekking tot de programmeringsperiode 2000-2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 september 1955 houdende opdracht, aan de Minister van Landbouw, van de bevoegdheid om het bedrag en de voorwaarden van de bijdragen van het Landbouwfonds te bepalen;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 maart 1986 betreffende de toekenning van toelagen om het houden van land- of tuinbouwbedrijfseconomische boekhoudingen aan te moedigen en de ontwikkeling van bedrijfsleidingsgroepen te bevorderen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 september 1996;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 1996 betreffende de toekenning van toelagen aan de land- of tuinbouwbedrijfshoofden die beroep doen op een bedrijfsleidingsdienst;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 november 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 30 januari 2001;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat zonder verwijl de nodige maatregelen dienen genomen te worden teneinde de bovenvermelde Verordening (EG) nr. 1257/1999 uit te voeren, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 5 september 1996 betreffende de toekenning van toelagen aan de land- of tuinbouwbedrijfshoofden die beroep doen op een bedrijfsleidingsdienst, wordt een artikel 2bis toegevoegd, luidend als volgt : «
Art. 2bis.De aanvragen voor de toelage voor de bijstand van een bedrijfsleidingsdienst vanaf een boekjaar beginnend na 31 december 1999 zijn niet ontvankelijk. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Brussel, 28 maart 2001.
J. GABRIELS
Bijlage I Overeenkomst inzake bedrijfsleiding (Ministerieel besluit van 28 maart 2001 betreffende de toekenning van toelagen aan de bedrijfsleidingsdiensten) Tussen : De heer/Mevrouw (1) . . . . . geboren te . . . . . op . . . . . en wonende te . . . . . straat, nr .............. .............................. (postnummer) . . . . . (gemeente) enerzijds, hierna genoemd de bedrijfsleider, en . . . . . . . . . . anderzijds, hiernagenoemd de erkende bedrijfsleidingsdienst, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw (1) . . . . . is overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.In het kader van het ministerieel besluit van 28 maart 2001 betreffende de toekenning van toelagen aan de bedrijfsleidingsdiensten duidt de bedrijfsleider de hiervoor vermelde erkende bedrijfsleidingsdienst aan, die hem gedurende vijf opeenvolgende jaren zal helpen bij het beheer van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van dat besluit.
Art. 2.De bedrijfsleider verklaart : - land- of tuinbouwbedrijfshoofd in hoofdberoep te zijn; - geen toelage / vanaf het boekjaar .................... de toelage (1) genoten te hebben in het kader van het koninklijk besluit van 21 maart 1986 betreffende de toekenning van toelagen om het houden van land- of tuinbouwbedrijfseconomische boekhoudingen aan te moedigen en de ontwikkeling van bedrijfsleidingsgroepen te bevorderen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 september 1996; - geen toelage genoten te hebben in het kader van het ministerieel besluit van 5 september 1996 betreffende de toekenning van toelagen aan de land- of tuinbouwbedrijfs-hoofden die beroep doen op een bedrijfsleidingsdienst.
Art. 3.De bedrijfsleider verbindt zich er toe zijn volle medewerking te verlenen aan de erkende bedrijfsleidingsdienst en daartoe op een eerlijke, nauwkeurige en volledige wijze al de nodige gegevens te bezorgen die nuttig zijn voor de uitoefening van zijn opdracht.
Art.4. Deze overeenkomst treedt in werking op ........................................ 20 ........
Opgemaakt in drie exemplaren, te . . . . . , op ........................................ 20 ........ (2) (Handtekeningen) Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 maart 2001.
De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS (1) Schrappen wat niet past (2) een exemplaar is bestemd voor de bedrijfsleider; een exemplaar is bestemd voor de erkende bedrijfsleidingsdienst; een exemplaar is bestemd voor de dienst Begeleidende maatregelen van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
Bijlage II 1° Algemene kenmerken van het bedrijf en aangewende productiefactoren Benutte arbeidskrachten (aantal jaareenheden en aantal werkuren) : - bedrijfshoofd - echtgenoot - andere niet betaalde arbeidskrachten - betaalde arbeidskrachten Landbouwnuttige oppervlakte (LN) en oppervlakte bestemd voor de verschillende teelten en voederproductie. Aantal en waarde van de verschillende diersoorten bij de in- en uitgangsinventaris, alsmede de gemiddelde aanwezigheid tijdens het gevolgde jaar.
Aangewend kapitaal (zie balans). 2° Balans en bedrijfsrekening a) Balans (bij het begin en einde van het gevolgde jaar). - Activa : Grondkapitaal in eigendom : grond, grondverbeteringen, gebouwen en installaties, meerjarige gewassen (aanplantingen).
Bedrijfskapitaal : levend kapitaal, machines en werktuigen, omlopend kapitaal.
Orderekening : grondkapitaal in huur (grond, grondverbeteringen, gebouwen en installaties, meerjarige gewassen). - Passiva : Netto-kapitaal (in eigendom).
Leningen op lange en middellange termijn.
Leningen en schulden op korte termijn.
Orderekening : grondkapitaal in huur. b) Bedrijfsrekening (opbrengsten en kosten). - Opbrengsten : Plantaardige producten Per marktbare teelt : opbrengsten (in 100 kg) en brutoproductie (BEF).
Voor de voederteelten (ruwvoeders) : opbrengsten (in 100 kg, GVE/ha of graasweidedagen).
Dierlijke producten Per diersoort (koeien, ander rundvee, schapen, varkens, pluimvee, andere) : omzet en aanwas + andere dierlijke producties (melk, eieren, dekkingen, mest,...) (hoeveelheden en BEF).
Andere opbrengsten van het bedrijf Directe inkomenssteun (premies, toelagen), werk voor derden,... - Kosten : Operationele kosten Specifieke kosten van de teelten : gekochte zaad- en pootgoed, zaad- en pootgoed van eigen bedrijf, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, ondernemingswerk, brandstoffen, andere.
Specifieke kosten van de veeteelt : gekochte voeders voor rundvee, varkens, pluimvee en andere dieren, voeders van eigen bedrijf voor rundvee, varkens, pluimvee en andere dieren, kosten voor veearts, strooisel, verenigingen, verzekeringen, brandstoffen, andere.
Structurele kosten Grond, gebouwen, grondverbeteringen : betaalde pacht, berekende huur, afschrijving, onderhoud en herstellingen, grondverbeteringen.
Trekker : afschrijving, rente, onderhoud en herstellingen, brandstof en smeermiddel.
Andere machines en werktuigen : afschrijving, rente, onderhoud en herstellingen, brandstof en smeermiddel.
Rente op het levend kapitaal.
Rente op het omloopkapitaal.
Algemene onkosten : elektriciteit, water, verzekeringen, telefoon, belastingen en taksen, allerlei.
Lonen :aangerekend, betaald. 3° Nodige beginselen om de doeltreffendheid van de bedrijfsleiding te beoordelen Netto bedrijfsresultaat (winst of verlies), arbeidsinkomen per AK, arbeidsinkomen per ha LN, familiaal arbeidsinkomen, arbeidsinkomen per familiaal AK, inkomen van het bedrijfshoofd en zijn familie, financiële middelen aanwendbaar voor privé-uitgaven en zelffincanciering. Bruto-saldi per ha of per dier en opsomming van de operationele kosten van de voornaamste productietakken per ha (teelten) of per dier.
Voornaamste structurele kosten per ha LN of per dier.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 maart 2001.
De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS
Bijlage III 1. Vergelijkende tabel van de gegevens van met het betrokken bedrijf vergelijkbare bedrijven(eventueel type ........................., grootteklasse .........................) Gegevens te verstrekken per vergelijkbaar bedrijf + gemiddelden van alle vergelijkbare bedrijven.
Nr. van het bedrijf.
Landbouwnuttige oppervlakte (of oppervlakteklasse).
Landbouwnuttige oppervlakte bestemd voor de voornaamste speculaties.
Jaarlijks gemiddeld aantal stuks vee per categorie.
Aantal totale en familiale arbeidseenheden.
Bedrijfskapitaal : levend kapitaal, machines en werktuigen, omlopend kapitaal.
Totale brutoproductie van het bedrijf.
Totale operationele kosten van het bedrijf en hun verdeling volgens hun aard.
Totale structurele kosten van het bedrijf en hun verdeling volgens hun aard.
Totaal arbeidsinkomen en familiaal arbeidsinkomen.
Rente van het bedrijfskapitaal.
Voor de voornaamste speculaties : opbrengst (hoeveelheid), brutoproductie (BEF), operationele kosten, bruto-saldo.
Intensiteits- of doelmatigheidsindexen op te sommen naargelang de uitgevoerde speculatie : aantal toegepaste eenheden N, P2O5, K2O, aantal levend geboren kalveren/koe/jaar, gemiddelde prijs van de verkochte kalveren, aantal GVE per ha voederproductie, aantal opgefokte biggen per zeug,...
Opm. : De hierbovenvermelde gegevens zullen bij voorkeur onder indexvorm vermeld worden (waarde per ha, per arbeidseenheid, per GVE, per dier, per 1.000 BEF geïnvesteerd kapitaal of voederuitgave bijvoorbeeld) teneinde de vergelijkingen tussen bedrijven te vergemakkelijken en eventueel hun anonimiteit te vrijwaren. 2. Opgave van de evolutie van het betrokken bedrijf sinds het eerste jaar waarvoor een bedrijfsleidingsadvies gegeven werd (1 tabel per bedrijf) Technisch-economische resultaten (1) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 maart 2001. De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS