gepubliceerd op 29 juli 2004
Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 2004 tot vaststelling van de modellen van de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening
28 JUNI 2004. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 2004 tot vaststelling van de modellen van de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, inzonderheid op de artikelen 30 en volgende;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige Raad, inzonderheid op het artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2004 houdende het algemeen reglement van de boekhouding van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening, inzonderheid op het artikel 83;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2004 tot vaststelling van de modellen van de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening, inzonderheid op het artikel 1;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in bijzonder op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het aangewezen is onverwijld de stukken vast te leggen met betrekking tot de voorstelling van de begroting en de rekeningen van de publiekrechtelijke instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening;
Overwegende dat, inderdaad, het koninklijk besluit van 17 februari 2004 houdende het algemeen reglement van de boekhouding van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening en het koninklijk besluit van 1 maart 2004 tot vaststelling van de modellen van de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2004 en dat huidig besluit de centra moeten toelaten zich aan te passen aan voornoemde reglementering : Gelet op het advies van de Centrale Vrijzinnige Raad gegeven op 24 maart 2004, Besluit :
Artikel 1.De stukken betreffende de begroting en de rekeningen van de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen en erkende centra voor morele dienstverlening worden vastgesteld overeenkomstig de bijgevoegde modellen.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Brussel, 28 juni 2004.
Mevr. L. ONKELINX
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 juni 2004.
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX