gepubliceerd op 18 maart 2004
Ministerieel besluit tot vaststelling van de inhoud en werkwijze van de periodieke evaluatie van de fysieke conditie van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
28 JANUARI 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de inhoud en werkwijze van de periodieke evaluatie van de fysieke conditie van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de BHDBDMH, gewijzigd bij besluit van 19 september 2002, inzonderheid de artikelen 103 en 104;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2003;
Gelet op het protocol nr. 2003/26 van Sector XV van 26 november 2003;
Gelet op het besluit van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies 36.316/4 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2004, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de bepalingen van punt 6.5 van het huishoudelijk reglement, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 januari 2003, slechts van toepassing bleven tot 30 juni 2003 en dat de nieuwe regelen voor de controle van de fysieke geschiktheid, die momenteel worden uitgewerkt, pas binnen een tijdspanne van ten minste zes maanden ingevoerd kunnen worden, Besluit :
Artikel 1.De fysieke conditie van het operationeel personeel wordt om de twee jaar geëvalueerd door middel van een fysieke proef, bestaande uit de volgende acht oefeningen : 1. 2 400 meter lopen (Coopertest);2. Armbuiging;3. Voorligsteun;4. Evenwichtsoefening;5. Touwklimmen (4 m);6. Beklimmen en afdalen van de luchtladder (20 m);7. Verspringen;8. Steptest. De protocollen en slaagpercentages van de oefeningen zijn per leeftijdscategorie opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Art. 2.De fysieke evaluatieproef wordt tijdens de diensturen georganiseerd en afgenomen door de turnleraars in samenwerking met de geneesheer van de dienst. Zij moet plaatsvinden binnen drie maanden na het verplicht jaarlijks medisch onderzoek. Personeelsleden die zich op de fysieke evaluatieproef aanmelden, moeten het verplicht jaarlijks medisch onderzoek ondergaan hebben.
Art. 3.De fysieke evaluatieproef wordt voor alle personeelsleden op hetzelfde of een gelijksoortig terrein (sportzaal, atletiekpiste) en in vergelijkbare weersomstandigheden georganiseerd.
Art. 4.De operationele personeelsleden dienen zich op de fysieke evaluatieproef aan te melden op de datum en het uur vermeld in de dienstnota die ten laatste op de 15e van de maand vooraf is uitgegeven. Zij mogen vragen dat een datum vastgesteld wordt indien zij een evaluatieproef moeten ondergaan ten behoeve van een bevordering of zich opnieuw moeten aanmelden omdat zij de vorige keer niet geslaagd zijn.
Art. 5.Het personeelslid dat zich om een wettige reden niet kan aanmelden op de fysieke evaluatieproef waarop hij reglementair werd ontboden, zal opnieuw uitgenodigd worden de maand daarop of tijdens de maand waarin hij zijn werk hervat. Als geldige reden worden beschouwd : ziekteverlof, verlof wegens een arbeidsongeval of een ongeval op de weg van of naar het werk, vakantieverlof, sociaal verlof of dringend verlof om persoonlijke redenen.
Art. 6.De personeelsleden moeten alle tests voor hun leeftijdscategorie afleggen tijdens dezelfde zitting. Zij dienen te slagen voor ten minste 6 oefeningen op 8 (of 5 op 7 voor de 50-plussers), met dien verstande dat zij verplicht dienen te voldoen aan de oefeningen 1, 4 en 6.
Art. 7.Een personeelslid dat niet slaagt, mag zich opnieuw uit eigen beweging aanmelden voor de evaluatieproef, maar ten hoogste eenmaal per maand gedurende zes maanden. Wanneer het personeelslid na verscheidene proeven nog steeds niet slaagt, zal hij door de arbeidsgeneesheer onderzocht worden om na te gaan of hij nog geschikt is voor zijn operationele functie.
Art. 8.Het personeelslid dat zich zonder wettige reden niet aanmeldt op de fysieke proef zal door de arbeidsgeneesheer onderzocht worden om na te gaan of hij nog geschikt is voor zijn operationele functie. Als hij zich niet aan dit onderzoek onderwerpt, zal hij uit zijn operationele functie ontzet worden.
Art. 9.Personeelsleden die voor de fysieke controleproef geslaagd zijn voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit behouden hun uitslag gedurende twee jaar. Personeelsleden die niet geslaagd zijn, zullen bij voorrang uitgenodigd worden om de proef opnieuw af te leggen volgens de voorwaarden bepaald in dit besluit.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking.op 1 februari 2004.
Brussel, 28 februari 2004.
J. CHABERT
Bijlage 1 De selectieproef waarin de lichamelijke geschiktheid van de kandidaten getest wordt, omvat de volgende oefeningen : 1. LOPEN (Coopertest) : Zo snel mogelijk een afstand van 2 400 meter afleggen op een atletiekpiste.2. ARMBUIGING : De kandidaat hangt met gestrekte armen aan een rekstok.De handen in pronatie, d.w.z. de handpalm naar onder en de duimen aan de binnenkant. De hoogte van het toestel wordt zo ingesteld dat de voeten de grond niet raken. Op het teken van de examinator moet de kandidaat de kin boven de rekstok brengen en terugzakken tot de armen gestrekt zijn. 3. VOORLIGSTEUN : De kandidaat ligt op zijn buik, steunend op handen en voeten, met de handen loodrecht t.o.v. de schouders. De rug moet een rechte lijn vormen met het hoofd in het verlengde. Tijdens de oefening moet de rug recht blijven en moet de kandidaat altijd de startpositie aannemen met gestrekte armen. De kandidaat moet een aantal keren de armen plooien/strekken zonder te rusten. 4. EVENWICHTSOEFENING : Op een balk van 7 tot 10 cm breedte, 3,50 m lang, op een hoogte van 1,20 m geplaatst.Het bestijgen en afdalen zijn vrij. De tijd gaat in bij het geven van het signaal, wanneer de kandidaat zich op de balk in evenwicht bevindt. De chronometer wordt stopgezet op het einde van de in evenwicht af te leggen afstand, de voet voorwaarts gestrekt op het uiteinde van de balk. Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 15 minuten. Het beste resultaat van de twee pogingen wordt in aanmerking genomen. 5. TOUWKLIMMEN (4 m) : De start wordt gegeven wanneer de kandidaat bij het touw staat, de armen gestrekt langs het lichaam, voeten op de grond.Het touw dient de grond te raken. De kandidaat moet vier meter hoog klimmen, met dien verstande dat de afstand gemeten wordt van de grond tot zijn voeten.
Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 15 minuten. Het beste resultaat van de twee pogingen wordt in aanmerking genomen. 6. BEKLIMMEN EN AFDALEN VAN DE LUCHTLADDER (20 m) : Start aan de voet van de ladder, armen langs het lichaam, zonder aanraking van de ladder.De chronometer wordt gestopt als de kandidaat afgedaald is en de startpositie opnieuw heeft ingenomen. De ladder heeft een helling van 70°, steunt nergens tegen en is niet gedraaid naar een muur of een gevel. Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan, met een tussentijd van 15 minuten. Het beste resultaat van de twee pogingen wordt in aanmerking genomen. 7. VERSPRINGEN : De sprong wordt gemaakt zonder aanloop.Starten met de voeten gesloten achter de lijn. De afstand wordt bepaald door het dichtst bij de startlijn achtergelaten spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt geraakt. Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan, met een tussentijd van 5 minuten. Het beste resultaat van de twee pogingen wordt in aanmerking genomen. 8. STEPTEST : Een trede van 40 cm hoog bestijgen, zoveel keer als vereist, in 1 minuut. Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 februari 2004 tot vaststelling van de inhoud en werkwijze van de periodieke evaluatie van de fysieke conditie van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.
Brussel, 28 januari 2004.
De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.
J. CHABERT
Bijlage 2 Om te slagen, moeten de kandidaten ten minste de resultaten behalen die in de onderstaande tabel voor hun leeftijdscategorie zijn vastgelegd.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 februari 2004 tot vaststelling van de inhoud en werkwijze van de periodieke evaluatie van de fysieke conditie van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.
Brussel, 28 januari 2004.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT