gepubliceerd op 31 maart 1998
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
26 MAART 1998. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996 en 2 december 1996, inzonderheid artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 februari 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat voor het jaar 1998 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden teneinde de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder verwijl behoudsmaatregelen te treffen teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong en schol kan bewerkstelligd worden door het instellen van maximale vangsten per uur aanwezigheid in bepaalde i.c.e.s.-gebieden, Besluit :
Artikel 1.Het artikel 7 van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 februari 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 7.In de periode van 1 april 1998 tot en met 30 juni 1998 mogen de tongvangsten van de vissersvaartuigen, in het betrokken i.c.e.s.-gebied, de volgende hoeveelheden niet overschrijden : - 5 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g ingeval het motorvermogen 300 pk of minder bedraagt; - 10 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g ingeval het motorvermogen meer dan 300 pk bedraagt; - 10 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIa, VIId ingeval het motorvermogen 300 pk of minder bedraagt; - 20 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIa, VIId ingeval het motorvermogen meer dan 300 pk bedraagt; - 15 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied Vb, VI, VIIh,j,k ingeval het motorvermogen 300 pk of minder bedraagt; - 30 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden Vb, VI, VIIh,j,k ingeval het motorvermogen meer dan 300 pk bedraagt; - 100 kg per kalenderdag in het i.c.e.s.-gebied VIIe.
In de periode van 1 februari 1998 tot en met 31 december 1998 mag de tongvangst van de vissersvaartuigen, in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa, b, 1 200 kg per kalenderdag niet overschrijden. »
Art. 2.Het artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 5 februari 1998, wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 11.§ 1. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 300 pk of minder een hoeveelheid van 20 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden Vb, VI, VIIa, VIIh,j,k, VIII overschrijdt. § 2. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 300 pk een hoeveelheid van 40 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIa, VIIh,j,k, VIII overschrijdt. § 3. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 300 pk of minder een hoeveelheid van 13 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g overschrijdt. § 4. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 300 pk een hoeveelheid van 25 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g overschrijdt. § 5. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 300 pk of minder een hoeveelheid van 10 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. § 6. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 300 pk een hoeveelheid van 20 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. § 7. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het verboden dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 300 pk een hoeveelheid van 25 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden Vb, VI overschrijdt. »
Art. 3.In het artikel 12 van hetzelfde besluit worden de §§ 3 en 4 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 300 pk of minder, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 600 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in betreffende i.c.e.s.-gebieden. § 4. In de periode van 1 april 1998 tot en met 31 december 1998 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 300 pk, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 1 200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in betreffende i.c.e.s.-gebieden. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998, om 24 uur.
Brussel, 26 maart 1998.
K. PINXTEN