gepubliceerd op 01 augustus 2002
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
26 JULI 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op verordening (EG) nr. 2555/2001 van de Raad van 18 december 2001 tot vaststelling voor 2002, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, inzonderheid artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 7 februari 2002 en 21 maart 2002, 28 maart 2002, 26 april 2002, 29 mei 2002 en 28 juni 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat met het oog op het goede beheer van het quotum van tong in de Golf van Gascogne het noodzakelijk is de beschikbare hoeveelheden tong te herverdelen vanaf 16 juli 2002;
Overwegende dat voor het jaar 2002 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder uitstel behoudsmaatregelen te nemen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen;
Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij werden opgelegd;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong, schol en kabeljauw kan worden bewerkstelligd door het instellen van een gespreide verdeling van de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), alsook door het instellen van maximale vangsten per kalenderdag, per vaartdag of per uur in bepaalde i.c.e.s.-gebieden en door het instellen van een maximumaantal vaartdagen per jaar voor de vissersvaartuigen, Besluit :
Artikel 1.Het artikel 7 van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 februari 2002, 21 maart 2002, 28 maart 2002 en 29 mei 2002, wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorige bepalingen mogen de tongvangsten van vissersvaartuigen per zeereis in de periode van 1 augustus 2002 tot en met 30 september 2002 in het betrokken i.c.e.s.-gebied de volgende hoeveelheden niet overschrijden : - 13 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIId ingeval het motorvermogen 221 kW of minder bedraagt; - 25 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIId ingeval het motorvermogen meer dan 221 kW bedraagt. »
Art. 2.In het artikel 8 van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 april 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt aangevuld met het volgend lid : « Vanaf 16 juli 2002 tot en met 8 augustus 2002 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIII a,b de tongvangsten van een vissersvaartuig, vermeld op de lijst in § 2 een hoeveelheid overschrijdt, die gelijk is aan 15 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig uitgedrukt in kW, situatie 1 mei 2002. »; 2° in § 4 worden de woorden « in § 3 » vervangen door de woorden « in § 3, lid, 3 ».
Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 februari 2002 en 28 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § 1 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorige leden is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen verboden dat de totale scholvangst in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 100 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die visreis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; 2° de § 2 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorige leden is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen verboden dat de totale scholvangst in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die visreis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; 3° de § 5 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorig lid is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen verboden dat de totale scholvangst in de i.c.e.s.-gebieden VIIa per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 350 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die visreis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; 4° de § 6 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorig lid is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen verboden dat de totale scholvangst in de i.c.e.s.-gebieden VIIa per zeereis gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 700 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die visreis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »
Art. 4.In het artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 maart 2002 en 26 april 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorig lid is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen, verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder en dat volgens de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2002 » is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 500 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; § 2 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorig lid is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen, verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW en dat volgens de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2002 » is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 1 000 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »; § 3 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met vorig lid is het gedurende de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 december 2002 inbegrepen, verboden dat de totale kabeljauwvangst in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig dat volgens de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2002 » niet is uitgerust met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 1.200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2002 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
Brussel, 26 juli 2002.
V. DUA