Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 augustus 1999
gepubliceerd op 10 december 1999

Ministerieel besluit tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden gegeven in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014247
pub.
10/12/1999
prom.
26/08/1999
ELI
eli/besluit/1999/08/26/1999014247/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 AUGUSTUS 1999. - Ministerieel besluit tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden gegeven in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen


De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, gewijzigd bij de wetten van 12 juli 1973, 9 juni 1975, 9 juli 1976, 14 juli 1976, het koninklijk besluit nr. 140 van 30 december 1982, de wetten van 29 februari 1984, 21 juni 1985, 18 juli 1990, 20 juli 1991, 8 december 1992, 4 augustus 1996 en 16 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, Besluit :

Artikel 1.Binnen het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur wordt de bevoegdheid overgedragen aan sommige ambtenaren van het Bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur, overeenkomstig de bijlage van dit besluit voor de materies beschreven in de artikelen 25, 26, 31, 32, 33, 39, 47, 57, 60, 62, 63, 64, 70, 71, 73 en 85 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en in de artikelen 5, 8, 9, 11, 17, 27, 28, 30, 31 en 33 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

Art. 2.De delegaties die overeenkomstig artikel 1 toegekend worden, worden eveneens toegekend aan de hiërarchische oversten van de met deze machtigingen beklede ambtenaar, naast deze die hen uitsluitend zijn voorbehouden.

Art. 3.In geval van afwezigheid of gelijktijdige verhindering van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde ambtenaren, wordt de bevoegdheid uitgeoefend door de ambtenaar met een onmiddellijk lagere graad die de grootste anciënniteit in deze graad heeft bij de Dienst Wegveiligheid van het Bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 26 augustus 1999.

Mevr. I. DURANT

Bijlage bij het ministerieel besluit van 26 augustus 1999 tot bepaling van de delegatie van bevoegdheden gegeven in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 26 augustus 1999 tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden gegeven in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^