Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 april 2007
gepubliceerd op 08 mei 2007

Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2007009434
pub.
08/05/2007
prom.
26/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/26/2007009434/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat


De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat, inzonderheid op artikel 2, 6°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 november 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 april 2007;

Gelet op het advies van het Federale Interministeriële Commissie voor Wetenschapsbeleid, gegeven op 10 januari 2007;

Overwegende dat het noodzakelijk is de procedure te bepalen die moet worden gevolgd voor de behandeling van de verzoeken om onderzoek gericht tot het departement Criminologie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie door de personen en instanties bedoeld in artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat, Besluit :

Artikel 1.Op initiatief van het hoofd van het departement Criminologie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, wordt ten minste eenmaal per jaar een vergadering georganiseerd met alle verzoekende personen en instanties bedoeld in artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 november 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 april 2007. De directeur-generaal van het Instituut woont die vergadering bij.

Art. 2.Tijdens die vergadering wordt verslag uitgebracht over de onderzoekswerkzaamheden uitgevoerd door het departement Criminologie, alsmede over de verzoeken en voorstellen voor een onderzoek ingediend tijdens het afgelopen jaar.

Art. 3.Enig verzoek voor een onderzoek gericht aan het departement Criminologie wordt onderworpen aan een voorafgaand onderzoek dat zowel betrekking heeft op de inhoud van het verzoek als op de middelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan. Binnen een maand na de ontvangst van het verzoek stelt het departement Criminologie de verzoeker in kennis van zijn opmerkingen inzake het verzoek en deelt hem mee of en onder welke voorwaarden op het verzoek kan worden ingegaan.

Art. 4.Indien na het voorafgaand onderzoek blijkt dat de prioriteit(en) moet(en) worden bepaald die aan een of ander verzoek, of voorstel, moeten worden verleend, legt het hoofd van het departement Criminologie zulks voor aan de voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie, ingeval het enkel gaat om verzoeken die uitgaan van de directoraten-generaal van de Federale Overheidsdienst Justitie, of aan de Minister van Justitie, ingeval andere instanties erbij betrokken zijn. In laatstgenoemd geval wordt de voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie op de hoogte gehouden.

Art. 5.De directeur-generaal van het Instituut wordt op de hoogte gehouden van alle stappen van deze procedure.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 26 april 2007.

Mevr. L. ONKELINX

^