25 JULI 2001. - Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak

De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, inzonderheid artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, inzonderheid artikelen 30 en 33, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 maart 2001, en artikel 58, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 augustus1999 en de tabellen van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak in bijlage bij dit besluit;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende het feit dat werd beslist de verpakkingen met minder dan 19 sigaretten onmiddellijk uit de handel te nemen om sociale redenen en redenen verband houdend met de volksgezondheid, Besluit :

Artikel 1.Artikel 30 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 maart 2001 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 30.De eigenlijke fiscale bandjes hebben de vorm van een rechthoek met de volgende afmetingen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Artikel 33 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 maart 2001 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 33.Op de hierna vermelde producten mogen de fiscale bandjes, beschreven in de artikelen 31 en 32 van dit besluit, vervangen worden door de fiscale sluitzegels zoals beschreven in artikel 34 : a) sigaren en cigarillo's in gesloten verpakkingen van 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 19, 20, 24, 25, 30, 40, 50, 60, 100, 150 of 200 stuks;b) sigaretten in gesloten verpakkingen van 19, 20, 23, 24, 25, 30, 40, 50, 60 of 100 stuks;c) rooktabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten en andere soorten rooktabak in gesloten verpakkingen met een nettogewicht van 25, 30, 35, 40, 50, 60, 100, 125, 150, 200 of 300 gram. Speciale fiscale sluitzegels, hierna assortimentszegels genoemd, mogen eveneens worden aangebracht op gesloten verpakkingen die een assortiment sigaren en/of cigarillo's bevatten. »

Art. 3.Artikel 58 van het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 augustus 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 58.Sigaretten mogen slechts worden verpakt en te koop gesteld in pakjes, in kokers of in dozen. Volle vrijheid wordt gelaten voor de materie (karton, papier, hout, metaal, mica, enz.) waaruit de verpakking werd vervaardigd.

De verkoop van sigaretten per stuk of in busseltjes is verboden. Elke verpakking moet 19, 20, 23, 24, 25, 30, 40, 50, 60 of 100 stuks bevatten. De bepalingen van de artikelen 54 tot 57, met uitzondering van de eerste alinea van artikel 54, zijn van toepassing op sigaretten. »

Art. 4.In de tabellen van de fiscale kentekens voor gefabriceerde tabak, gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 augustus 1994 , worden de prijsklassen behorende tot de categorie van verpakking van 10 sigaretten opgeheven.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001.

Brussel, 25 juli 2001.

D. REYNDERS