gepubliceerd op 17 januari 2020
Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en van plaatsvervangend raadsheer
25 DECEMBER 2019. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en van plaatsvervangend raadsheer
De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de
wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
22/12/1998
pub.
02/02/1999
numac
1999009006
bron
ministerie van justitie
Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem
sluiten en gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007 ;
Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 19 december 2019 waarbij het programma voor het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en van plaatsvervangend raadsheer, wordt goedgekeurd, Besluit :
Artikel 1.Het programma van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en van plaatsvervangend raadsheer bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 28 oktober 2019 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 19 december 2019, gevoegd bij dit besluit, wordt bekrachtigd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 25 december 2019.
K. GEENS
BIJLAGE Programma van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer Voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 28 oktober 2019 Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 19 december 2019
Artikel 1.Het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer bestaat uit een mondelinge proef, eventueel voorafgegaan door een schriftelijke proef zoals bepaald in artikel 2.
De kandidaten hebben de keuze uit twee materies: - Gerechtelijk recht; - Strafprocesrecht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelname aan het examen.
De mondelinge proef bestaat uit een gesprek over: a) Een casus die de kandidaat gedurende 30 minuten heeft kunnen voorbereiden alsook andere vragen van gerechtelijk recht of strafprocesrecht;b) De motivatie van de kandidaat, de kennis van de rechterlijke organisatie en de werking ervan alsook de kennis van het statuut en de deontologie van de magistraat. Gedurende de voorbereiding en tijdens het gesprek mag de kandidaat wetboeken meebrengen.
De kandidaten die 60% van de punten op de mondelinge proef hebben behaald ontvangen het getuigschrift van bekwaamheid voor toegang tot het ambt van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer.
Art. 2.Indien de benoemings- en aanwijzingscommissie beslist om een schriftelijke proef aan de mondelinge proef te laten voorafgaan, geldt de door de kandidaat gekozen materie voor de twee proeven.
De schriftelijke proef bestaat uit een vragenlijst en/of casus met betrekking tot het gerechtelijk recht of het strafprocesrecht.
Tijdens de proef mag de kandidaat wetboeken meebrengen.
De kandidaten die ten minste 60% van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 25 december 2019 houdende de bekrachtiging van het programma van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer.
De Minister van Justitie, K. GEENS