Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 25 augustus 2021
gepubliceerd op 26 augustus 2021

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2021010041
pub.
26/08/2021
prom.
25/08/2021
ELI
eli/besluit/2021/08/25/2021010041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 AUGUSTUS 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, artikelen 11 en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 25/06/2008 numac 2008000526 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 augustus 2021;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 25 augustus 2021;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 25 augustus 2021;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf werkdagen (desgevallend verlengd tot acht werkdagen indien de adviesaanvraag wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering), onder meer omwille van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 20 augustus 2021; dat zodoende op korte termijn bepaalde maatregelen moeten worden aangepast; dat de maatregelen die werden beslist tijdens voormeld Overlegcomité één samenhangend geheel vormen; dat bepaalde van die maatregelen reeds in werking treden op 1 september 2021; dat, opdat de sectoren zich zouden kunnen voorbereiden, het ministerieel besluit voldoende op voorhand officieel dient te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;

Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden in frequent gehouden Overlegcomités, in het bijzonder de Overlegcomités van 11 mei 2021, 4 en 18 juni 2021, 19 juli 2021 en 20 augustus 2021 voor de in het besluit genomen maatregelen;

Overwegende de adviezen van de RAG en van de GEMS;

Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende artikel 6, 1. c) en e) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

Overwegende de Grondwet, artikel 23;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Overwegende de wet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/10/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010439 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano (1) sluiten houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;

Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;

Overwegende de wet van 8 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021030911 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen;

Overwegende de wet van 20 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/06/2021 pub. 23/06/2021 numac 2021042381 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in hetbuitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Overwegende de wet van 20 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2021 pub. 23/07/2021 numac 2021032013 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF, en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 07/06/2019 numac 2019202679 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van het sociaal akkoord publieke sector dat op 25 oktober 2017 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202639 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 128 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en tot uitvoering van artikel 24, tweede lid van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 06/06/2019 numac 2019012875 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 3, tweede lid, van de wet van 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van studieperioden voor de berekening van het pensioen sluiten betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020030302 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 19/03/2020 numac 2020040667 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19. - Duitse vertaling sluiten houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;

Overwegende de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19 vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren;

Overwegende de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die onder meer aangaf dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 29 april 2021, die aangaf dat individuele en collectieve gezondheidsmaatregelen dominante factoren blijven bij het bepalen van het verloop van de pandemie; dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat vaccins alleen de pandemie niet zullen beëindigen; dat in de context van de pandemie het een combinatie van vaccins en krachtige gezondheidsmaatregelen is die ons de duidelijkste weg naar het normale biedt;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021, die aangaf dat het aantal besmettingen en doden daalt maar dat waakzaamheid geboden blijft; dat in de komende maanden de toegenomen mobiliteit, fysieke interacties en bijeenkomsten kunnen leiden tot meer overdracht in Europa; dat indien de sociale maatregelen worden versoepeld, de inspanningen op het gebied van testing en sequencing, isolatie, tracering van contacten, quarantaine en vaccinatie moeten worden verdubbeld om de situatie onder controle te houden en ervoor te zorgen dat de tendensen in dalende lijn blijven gaan; dat noch de testing, noch het toedienen van vaccins een vervanging is voor het naleven van maatregelen zoals het behouden van een afstand houden en het dragen van mondmaskers in openbare ruimten of in de inrichtingen van de gezondheidszorg;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 10 juni 2021, waarin wordt benadrukt dat ondanks de over het algemeen gunstige ontwikkeling van de epidemische situatie in Europa, de vaccinatiegraad van de bevolking, en in het bijzonder de bevolking die vanwege haar leeftijd of co-morbiditeitsfactoren risico loopt, niet een niveau heeft bereikt waarmee elk risico nu zou zijn uitgesloten; dat het bijgevolg noodzakelijk is voorzichtig te blijven om een nieuwe opflakkering van de epidemie te voorkomen; dat er nog steeds een beroep wordt gedaan op de individuele verantwoordelijkheid van de burgers, in het bijzonder wat betreft de eerbiediging van de social distancing;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 1 juli 2021, waarin wordt benadrukt dat door het bestaan van nieuwe varianten - in het bijzonder de verontrustende Delta-variant - de nog steeds ontoereikende vaccinatiegraad, en de toename van het aantal reizen, een risico bestaat op een nieuwe besmettingsgolf in de Europese regio; dat derhalve een beroep wordt gedaan op de verantwoordelijkheid van burgers, vakantiegangers en reizigers, met name wat betreft de noodzaak zich te laten vaccineren;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 wordt overgedragen van mens op mens via de lucht; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe vastgestelde besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen een stijging kende tot 1939 bevestigde positieve gevallen op 21 augustus 2021;

Overwegende dat op 24 augustus 2021 in totaal 635 patiënten getroffen door COVID-19 worden behandeld in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 170 patiënten worden behandeld op de diensten van de intensieve zorg; dat deze cijfers toelaten bepaalde maatregelen te versoepelen;

Overwegende dat de incidentie op 24 augustus 2021 over een periode van 14 dagen 234 op 100.000 inwoners bedraagt; dat het reproductiegetal op basis van de nieuwe hospitalisaties 1,003 bedraagt;

Overwegende dat de bezetting van de diensten van intensieve zorg in België sterk onder de richtdrempel van minder dan 500 COVID-19 patiënten blijft, ook al evolueert het aantal hospitalisaties niet langer in een gunstige trend en bedraagt de positiviteitsratio niet langer minder dan 3 %; dat deze langzaam stijgende trend echter niet het karakter heeft van een kritieke landelijke epidemische noodsituatie;

Overwegende dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg momenteel beheersbaar blijft; dat een groot aantal ziekenhuizen zich immers bevindt in fase 1A van het ziekenhuisnoodplan;

Overwegende dat een vaccinatiegraad van 68,5 % werd bereikt bij de Belgische bevolking op 23 augustus 2021; dat dit cijfer betrekking heeft op de personen die reeds volledig gevaccineerd werden;

Overwegende dat het voorgaande de opheffing van meerdere beperkingen toelaat, in het bijzonder voor wat betreft de burgerlijke huwelijken, de uitvaarten, de uitoefening van de eredienst en de niet-confessionele morele dienstverlening, de activiteiten in georganiseerd verband, alsook in de privésfeer;

Overwegende dat het eveneens mogelijk is om de graduele opheffing van de beperkingen voor horeca-activiteiten verder te zetten, waaronder de beperkingen die betrekking hebben op de openings- en sluitingstijden van de inrichtingen van deze sector, op het aantal personen dat samen aan tafel mag zitten, op de ruimte tussen de tafels, op de verplichting om te blijven zitten, op de terrassen, en op de geluidslimiet van 80 decibel; dat deze versoepelingen echter nog niet van toepassing zijn op bepaalde evenementen die een hoger epidemiologisch risico met zich meebrengen;

Overwegende dat bovendien, wanneer zij van geringe omvang zijn, de evenementen, culturele of andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen kunnen plaatsvinden zonder toepassing van de regels van de horeca, social distancing of het dragen van mondmaskers; dat, afhankelijk van de ontwikkeling van de epidemiologische toestand, de toepasselijke drempels vanaf de maand oktober 2021 kunnen worden verhoogd;

Overwegende dat private bijeenkomsten kunnen worden georganiseerd voor een maximum van 200 personen binnen en van 400 personen buiten (tot en met 30 september 2021) en van 500 personen binnen en van 750 personen buiten (vanaf de maand oktober); dat deze aantallen evenwel kunnen worden overschreden op voorwaarde dat toepassing wordt gemaakt van de regels die gelden voor de evenementen die worden georganiseerd buiten het kader van het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende dat het nu mogelijk is toe te staan aan de organisatoren van evenementen met een publiek van minstens 200 personen binnen en van minstens 400 personen buiten (tot en met 30 september 2021) en van minstens 500 personen binnen en van minstens 750 personen buiten (vanaf de maand oktober) om zich te beroepen op het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021; dat de toepassing van dit samenwerkingsakkoord het mogelijk maakt dat het beoogde evenement enerzijds in alle veiligheid kan plaatsvinden, ondanks de opheffing van bepaalde voorzorgsmaatregelen, en anderzijds dat een publiek van bepaalde omvang kan worden samengebracht precies vanwege de strikte toegangsvoorwaarden; dat het nodig is om eraan te herinneren dat markten en kermissen niet onder de regeling voor evenementen en massa-evenementen vallen;

Overwegende dat dansen, omwille van de aard daarvan, besmettingen in de hand werkt; dat, om die reden en in het kader van een graduele versoepeling van de regels, dansfeesten tot en met 30 september 2021 enkel toegelaten zijn in het kader van private bijeenkomsten en bepaalde evenementen; dat er immers rekening moet worden gehouden met het perspectief van de bevolking op het hernemen van een normaal leven; dat discotheken en dancings voor het publiek gesloten dienen te blijven tot en met 30 september 2021;

Overwegende dat bepaalde bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid en aan een aantal beperkingen dienen te worden onderworpen;

Overwegende dat buitenactiviteiten nog steeds de voorkeur krijgen; dat in het andere geval, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht;

Overwegende dat het gebruik van luchtkwaliteitsmeters (CO2) nodig blijkt om de bevolking te beschermen tegen de verhoogde besmettingsrisico's in bepaalde besloten inrichtingen of ruimtes, in het bijzonder in de besloten ruimten van de eet- en drankgelegenheden in de horecasector alsook in de inrichtingen van de sportieve en evenementensector, omdat daar, door de aard van de activiteiten die er worden uitgeoefend bijzonder veel aërosolen zich verspreiden; dat deze meters dienen te worden geïnstalleerd op een centrale plaats, en niet naast een deur, raam of ventilatiesysteem; dat er minstens één luchtkwaliteitsmeter aanwezig dient te zijn in elke afzonderlijke ruimte waar eten en dranken worden bereid en geserveerd, waar wordt gesport, waar het evenement plaatsvindt, waar wachtrijen staan, alsook in de kleedkamers;

Overwegende dat de maatregelen houdende een beperking en omkadering van bepaalde activiteiten nog steeds onontbeerlijk en proportioneel zijn om het fundamentele recht op leven en gezondheid van de bevolking te vrijwaren; dat kinderen tot en met 12 jaar, voor wat betreft het maximum aantal toegelaten personen bij bijeenkomsten, steeds worden meegeteld, tenzij uitdrukkelijk anders wordt gesteld;

Overwegende dat de nog van kracht zijnde beperkingen, gezien de nog steeds kwetsbare gezondheidssituatie, noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de situatie opnieuw zou verslechteren en om ervoor te zorgen dat de inspanningen van de gehele bevolking en van alle betrokken sectoren, met inbegrip van de economische en de gezondheidssector, niet teniet zouden worden gedaan;

Overwegende dat de invoering van het digitaal EU-COVID-certificaat op Europees niveau tot doel heeft een geharmoniseerd kader tot stand te brengen om de verplaatsingen binnen de EU te vergemakkelijken; dat dit certificaat een digitaal bewijs is dat aantoont of iemand tegen het coronavirus COVID-19 is gevaccineerd, of negatief is getest, of recent van het coronavirus COVID-19 is hersteld; dat landen buiten de Europese Unie eveneens certificaten uitvaardigen die aantonen dat iemand tegen het coronavirus COVID-19 is gevaccineerd en die daardoor een veilig personenverkeer mogelijk maken; dat, in afwachting van het afronden van het proces ter erkenning van equivalentie van deze certificaten van landen buiten de Europese Unie met het digitale EU-COVID-certificaat, op een andere wijze moet kunnen worden aangetoond dat een persoon volledig gevaccineerd is en dus kan worden toegelaten tot het grondgebied; dat sommige landen buiten de Europese Unie deze certificaten nog op papier uitvaardigen;

Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de regels van social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen; dat de regels van social distancing in het bijzonder betrekking hebben op het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen personen;

Overwegende dat, voor zover de social distancing niet kan worden nageleefd, in bepaalde gevallen een mondmasker dient te worden gedragen; dat de mondmaskerplicht eveneens nog blijft gelden voor wat betreft bepaalde inrichtingen en activiteiten die een essentiële rol spelen in het dagelijkse leven;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven, bijvoorbeeld voor wat betreft een bijzondere aandacht voor hygiëne bij niezen en hoesten;

Overwegende dat de gezondheidssituatie op regelmatige basis wordt geëvalueerd; dat dit betekent dat striktere maatregelen nooit zijn uitgesloten;

Overwegende dat het van belang is dat er een maximale coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren; dat deze maatregelen dienen te gelden voor het ganse grondgebied; dat de lokale overheden evenwel de mogelijkheid hebben om, rekening houdend met de epidemiologische toestand op hun grondgebied, strengere maatregelen te nemen voor zover die proportioneel en in de tijd beperkt zijn, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 16° wordt opgeheven; 2° de bepaling onder 22° wordt vervangen als volgt : "22° "digitaal EU-COVID-certificaat" : een certificaat zoals bedoeld in de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren en in de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;"; 3° de bepaling onder 23° wordt vervangen als volgt : "23° "vaccinatiecertificaat" : een digitaal EU-COVID-certificaat van vaccinatie of een certificaat van vaccinatie uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie dat als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie op basis van de uitvoeringshandelingen of door België op basis van bilaterale akkoorden, waaruit blijkt dat sinds ten minste twee weken alle doses voorzien in de bijsluiter werden toegediend van een vaccin tegen het virus SARS-Cov-2 dat wordt vermeld op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Bij gebrek aan een equivalentiebeslissing van de Europese Commissie wordt eveneens een vaccinatiecertificaat aanvaard dat werd uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie en dat minimaal de volgende informatie bevat in het Nederlands, Frans, Duits of Engels : - gegevens waaruit valt te herleiden wie de persoon is die is gevaccineerd (naam, geboortedatum en/of ID-nummer); - gegevens waaruit blijkt dat sinds ten minste twee weken alle doses voorzien in de bijsluiter werden toegediend van een vaccin tegen het virus SARS-Cov-2 dat wordt vermeld op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; - de merknaam en de naam van de fabrikant of handelsvergunninghouder van elk vaccin dat is toegediend; - de datum van toediening van elke dosis van het vaccin die werd toegediend; - de naam van het land waar het vaccin is toegediend; - de afgever van het bewijs van vaccinatie met diens handtekening, stempel of een digitaal leesbare unieke certificaatidentificatiecode;"; 4° er wordt een bepaling onder 23bis° toegevoegd, luidende : "23bis° "testcertificaat" : een digitaal EU-COVID-certificaat of een ander certificaat in het Nederlands, Frans, Duits of Engels, dat aangeeft dat een NAAT test met negatief resultaat niet meer dan 72 uur voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd uitgevoerd in een officieel laboratorium;"; 5° er wordt een bepaling onder 23ter° toegevoegd, luidende : "23ter° "herstelcertificaat" : een digitaal EU-COVID-certificaat van herstel of een certificaat van herstel uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie dat als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie op basis van de uitvoeringshandelingen of door België op basis van bilaterale akkoorden;"; 6° de bepaling onder 24° wordt vervangen als volgt : "24° "massa-evenement" : een evenement zoals bedoeld in artikel 15, § 3;"; 7° de bepaling onder 26° wordt vervangen als volgt : "26° "private bijeenkomst" : een bijeenkomst waarbij de toegang wordt beperkt tot een bepaald publiek door middel van individuele uitnodigingen.".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste paragraaf wordt opgeheven;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden ", zoals bedoeld in de eerste paragraaf" opgeheven;3° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden ", zoals bedoeld in de eerste paragraaf" opgeheven;4° in paragraaf 3 worden de woorden ", zoals bedoeld in de eerste paragraaf" opgeheven;5° in paragraaf 3 worden de woorden "de paragrafen 1 en 2" vervangen door de woorden "de tweede paragraaf".

Art. 3.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de bepalingen onder 7° en 8° opgeheven.

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 6.§ 1. Onder voorbehoud van paragraaf 2, dienen, bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten, de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de uitbater informeert de klanten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° de uitbater stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de klanten;3° de uitbater neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;4° de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden;5° de klanten en personeelsleden dragen een mondmasker of elk ander alternatief in stof overeenkomstig artikel 25. In de besloten ruimten van de eet- en drankgelegenheden van de horecasector is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats te worden geïnstalleerd. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Tussen 900 ppm en 1200 ppm dient de uitbater te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren. Boven 1200 ppm dient de inrichting onmiddellijk te worden gesloten.

De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de horeca-activiteiten bij : 1° dienstverlening aan huis;2° private bijeenkomsten. § 2. Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten tijdens de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen : 1° de regels bedoeld in paragraaf 1;2° de tafels worden zo geplaatst dat een afstand van minstens 1,5 meter tussen de tafelgezelschappen wordt gegarandeerd, tenzij buiten voor zover de tafelgezelschappen worden gescheiden door een plexiglazen wand of een gelijkwaardig alternatief, met een minimale hoogte van 1,8 meter;3° een maximum van acht personen per tafel is toegestaan, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld;4° enkel zitplaatsen aan tafel zijn toegestaan;5° elke persoon moet aan de eigen tafel blijven zitten, onder voorbehoud van de bepalingen onder 6° en 7° en behalve voor het uitoefenen van cafésporten en kansspelen;6° buffetten zijn toegestaan;7° er is geen enkele bediening aan de bar toegestaan, met uitzondering van eenmanszaken;8° afhaalmaaltijden en -dranken kunnen worden aangeboden. In afwijking van het eerste lid, 3°, mag een huishouden een tafel delen, ongeacht de grootte van dat huishouden.

De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de horeca-activiteiten bij : 1° massa-evenementen;2° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, met een publiek van minder dan 200 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 500 personen vanaf 1 oktober 2021;3° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid met een publiek van minder dan 400 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 750 personen vanaf 1 oktober 2021. § 3. Tot en met 30 september 2021 zijn dansfeesten enkel toegelaten in het kader van private bijeenkomsten en van de activiteiten bedoeld in paragraaf 2, derde lid.".

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de bepalingen onder 2°, 4° en 9° opgeheven;2° in paragraaf 1, wordt het tweede lid opgeheven;3° in paragraaf 1, vroegere vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "tweede lid";4° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.De discotheken en dancings zijn gesloten voor het publiek tot en met 30 september 2021, behalve voor wat betreft de organisatie van de activiteiten die toegelaten zijn overeenkomstig dit besluit."

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "elke groep bedoeld in artikel 14bis" vervangen door de woorden "elk gezelschap";2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 13 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 8°, worden de woorden "de bezoekers of de toegelaten groepen" vervangen door de woorden "de verschillende gezelschappen";2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het vroegere derde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden "elke groep bedoeld in het tweede lid" vervangen door de woorden "elk gezelschap".

Art. 9.Artikel 14bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 10.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 15.§ 1. Private bijeenkomsten mogen binnen worden georganiseerd voor een maximum van 200 personen tot en met 30 september 2021 en van 500 personen vanaf 1 oktober 2021, onverminderd de mogelijkheid om toepassing te maken van de bepalingen voorzien in paragraaf 2.

Private bijeenkomsten mogen buiten worden georganiseerd voor een maximum van 400 personen tot en met 30 september 2021 en van 750 personen vanaf 1 oktober 2021, onverminderd de mogelijkheid om toepassing te maken van de bepalingen voorzien in paragraaf 2. § 2. Evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen, mogen binnen worden georganiseerd voor een publiek van maximum 3000 personen. Wanneer 200 of meer personen tot en met 30 september 2021 en 500 of meer personen vanaf 1 oktober 2021 worden ontvangen, moeten de modaliteiten voorzien in de artikelen 6 en 8 en het toepasselijke protocol worden nageleefd, en moet de voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 worden verkregen.

Evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en trainingen, en congressen, mogen buiten worden georganiseerd voor een publiek van maximum 5000 personen. Wanneer 400 of meer personen tot en met 30 september 2021 en 750 of meer personen vanaf 1 oktober 2021 worden ontvangen, moeten de modaliteiten voorzien in de artikelen 6 en 8 en het toepasselijke protocol worden nageleefd, en moet de voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 worden verkregen.

In geval van compartimentering van het publiek kunnen de maximale aantallen bedoeld in het eerste en tweede lid worden overschreden, mits naleving van de volgende minimale regels en de toepasselijke protocollen : 1° er is geen vermenging mogelijk van het publiek aanwezig in de verschillende compartimenten, voor, tijdens en na de activiteit;2° er wordt per compartiment een aparte in- en uitgang en sanitaire infrastructuur voorzien;3° de capaciteit van één compartiment is niet hoger dan het maximum aantal personen bedoeld in het eerste lid indien de activiteit binnen plaatsvindt, of het maximum aantal personen bedoeld in het tweede lid indien de activiteit buiten plaatsvindt;4° de capaciteit van alle compartimenten samen bedraagt niet meer dan één derde van de totale capaciteit van de infrastructuur. § 3. Massa-evenementen en proef- en pilootprojecten mogen binnen worden georganiseerd voor een publiek van minimum 200 personen tot en met 30 september 2021 en van minimum 500 personen vanaf 1 oktober 2021, en van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het toepasselijk samenwerkingsakkoord.

Massa-evenementen en proef- en pilootprojecten mogen buiten worden georganiseerd voor een publiek van minimum 400 personen tot en met 30 september 2021 en van minimum 750 personen vanaf 1 oktober 2021, en van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het toepasselijke samenwerkingsakkoord.

In iedere besloten ruimte van de infrastructuur waar het massa-evenement plaatsvindt, is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) verplicht en dient deze in het midden van de ruimte op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats te worden geïnstalleerd. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Boven 900 ppm dient de organisator te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren.

De aankomstzone tot het massa-evenement wordt zodanig georganiseerd dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd. § 4. De handelsbeurzen zijn toegelaten met naleving van de modaliteiten voorzien in artikel 5 en in het toepasselijke protocol.".

Art. 11.Artikel 15bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 16.De bevoegde lokale overheid gebruikt het CERM en, wanneer van toepassing, het CIRM, wanneer ze een toelatingsbeslissing neemt met betrekking tot de organisatie van de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, met uitzondering van : 1° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, met een publiek van minder dan 200 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 500 personen vanaf 1 oktober 2021;2° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid, met een publiek van minder dan 400 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 750 personen vanaf 1 oktober 2021. De activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, kunnen enkel worden toegelaten voor een publiek van maximum 100 % van de CIRM-capaciteit, zonder 3000 personen te overschrijden, onverminderd de mogelijkheid tot compartimentering van het publiek.".

Art. 13.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1bis wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De maatregelen bedoeld in § 1 zijn niet van toepassing op reizigers die in het bezit zijn van een vaccinatiecertificaat."; 2° in paragraaf 7 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "In geval van een reis bedoeld in de paragrafen 3, 4 en 5 dient eenieder, vanaf de leeftijd van 12 jaar, die op het Belgisch grondgebied toekomt vanuit een grondgebied dat op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als rode zone of als zone met heel hoog risico is aangemerkt, en die geen hoofdverblijfplaats heeft in België, te beschikken over een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat.

Desgevallend is de vervoerder ertoe gehouden te controleren dat deze personen, voorafgaand aan het instappen, een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voorleggen. Bij gebrek aan vaccinatie-, test- of herstelcertificaat is de vervoerder ertoe gehouden het instappen te weigeren."; 3° in paragraaf 7, tweede lid, worden de woorden "een negatief testresultaat van een test die ten vroegste 72 uren voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd afgenomen of aan" opgeheven;4° in paragraaf 7, derde lid, worden de woorden "een negatief testresultaat of over" opgeheven.

Art. 14.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 23.§ 1. Onverminderd andersluidende bepaling voorzien door een protocol of door dit besluit, neemt eenieder de nodige maatregelen om de naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

Het eerste lid is niet van toepassing : 1° op personen die onder hetzelfde dak wonen onderling;2° op kinderen onderling tot en met de leeftijd van 12 jaar;3° op personen onderling die behoren tot eenzelfde gezelschap;4° op personen onderling die elkaar thuis ontmoeten;5° tussen begeleiders enerzijds en personen die nood hebben aan begeleiding anderzijds;6° tijdens massa-evenementen;7° tijdens de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, met een publiek van minder dan 200 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 500 personen vanaf 1 oktober 2021;8° tijdens de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid met een publiek van minder dan 400 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 750 personen vanaf 1 oktober 2021;9° tijdens private bijeenkomsten;10° tijdens de burgerlijke huwelijken;11° tijdens de uitvaartceremonies;12° tijdens de collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;13° tijdens de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;14° tijdens het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor niet-confessionele morele dienstverlening;15° indien dit onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit. § 2. In afwijking van de eerste paragraaf respecteren de gebruikers van het openbaar vervoer de regels van social distancing in de mate van het mogelijke.

Art. 15.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 25.§ 1. Eenieder, met uitzondering van kinderen tot en met 12 jaar, is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof wanneer het onmogelijk is om de regels van social distancing na te leven, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 23, § 1, tweede lid.

Eenieder, met uitzondering van kinderen tot en met 12 jaar, is in elk geval verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof op de volgende plaatsen : 1° de winkels en de winkelcentra;2° de conferentiezalen;3° de auditoria, behoudens andersluidende bepaling in het kader van artikel 20;4° de gebouwen der eredienst en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;5° de bibliotheken, de spelotheken en de mediatheken;6° de winkelstraten, de markten, de kermissen, en elke private of publieke druk bezochte plaats, zoals bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;7° de inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten worden uitgeoefend bedoeld in artikel 6, voor wat betreft het personeel;8° de inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten worden uitgeoefend bedoeld in artikel 6, voor wat betreft de klanten, tenzij gedurende het eten, drinken, aan tafel zitten of aan de bar zitten;9° de voor het publiek toegankelijke ruimtes van de inrichtingen bedoeld in artikel 8;10° bij verplaatsingen in de publieke en niet-publieke delen van de gerechtsgebouwen, alsook in de zittingszalen bij elke verplaatsing en, in de andere gevallen, overeenkomstig de richtlijnen van de kamervoorzitter;11° tijdens de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;12° tijdens betogingen;13° de markten, met inbegrip van jaarmarkten, braderijen, brocante- en rommelmarkten, en kermissen die meer dan 5000 personen op eenzelfde moment ontvangen;14° de plaatsen bedoeld in artikel 19. Het tweede lid is niet van toepassing tijdens : 1° massa-evenementen;2° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, met een publiek van minder dan 200 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 500 personen vanaf 1 oktober 2021;3° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid, met een publiek van minder dan 400 personen tot en met 30 september 2021, en van minder dan 750 personen vanaf 1 oktober 2021;4° de activiteiten bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid, met een publiek van 400 of meer personen tot en met 30 september 2021, en van 750 of meer personen vanaf 1 oktober 2021 voor zover het publiek verplicht is te blijven zitten, en dit zolang de persoon zit;5° de private bijeenkomsten, behalve voor wat betreft het tweede lid, 7°. § 2. Het mondmasker of elk alternatief in stof mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken, en wanneer het dragen ervan onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit. § 3. Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

De personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker, een alternatief in stof of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die deze verplichting voorzien.".

Art. 16.In artikel 26 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste streepje worden de woorden "artikelen 5 tot en met 10" vervangen door de woorden "artikelen 5 tot en met 9";2° in het derde streepje worden de woorden "15bis," opgeheven;3° in het derde streepje wordt het woord "25" vervangen door de woorden "25, § 1, tweede en derde lid en §§ 2 en 3".

Art. 17.In artikel 27, § 3, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikelen 5 tot en met 10" vervangen door de woorden "artikelen 5 tot en met 9".

Art. 18.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de woorden "30 september 2021" vervangen door de woorden "31 oktober 2021".

Art. 19.In artikel 29bis van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 15, § 5" vervangen door de woorden "artikel 15, § 3".

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2021.

Brussel, 25 augustus 2021.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^