gepubliceerd op 26 januari 2015
Ministerieel besluit houdende bepaling van de coëfficiënt voor de berekening van het bedrag van de gebruikstoelage verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
VLAAMSE OVERHEID
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
24 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de coëfficiënt voor de berekening van het bedrag van de gebruikstoelage verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, inzonderheid op artikel 7bis, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/03/2011 pub. 16/06/2011 numac 2011202871 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden sluiten tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, inzonderheid op artikel 12 en 40;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de minister in december 2014 de coëfficiënt moet bepalen voor de berekening van het bedrag van de gebruikstoelage verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, dit overeenkomstig artikel 12 en 40 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/03/2011 pub. 16/06/2011 numac 2011202871 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden sluiten tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden; dat deze coëfficiënt geldt totdat in december 2015 een nieuwe coëfficiënt wordt bepaald door de minister;
Overwegende dat deze coëfficiënt wordt bepaald rekening houdend met een referentierentevoet die wordt berekend op basis van noteringen tijdens de periode van 1 september 2014 tot en met 30 november 2014, dit overeenkomstig voormeld artikel 12 en 40; dat deze referentierentevoet aldus ten vroegste op 1 december 2014 kan worden berekend; dat gelet op deze datum en op het feit dat de minister de voormelde coëfficiënt in december 2014 moet bepalen, hier een beroep moet gedaan worden op de spoedeisende adviesprocedure van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, namelijk de vraag voor een advies binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen;
Overwegende dat door het beleidsdomein Financiën en Begroting de referentierentevoet, vermeld in voormeld artikel 12 en 40, werd meegedeeld op 3 december 2014 en werd bepaald op 1,3953 %;
Gelet op het gunstig advies van de inspecteur-generaal van financiën, gegeven op 4 december 2014;
Gelet op het advies 56.869/3 van de Raad van gegeven op 9 december 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.De coëfficiënt, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/03/2011 pub. 16/06/2011 numac 2011202871 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden sluiten tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, wordt bepaald op 5,7646 %.
De in het eerste lid vermelde coëfficiënt geldt voor de dossiers waarin in de periode vanaf de ondertekening van dit besluit tot aan de bepaling van de nieuwe coëfficiënt in december 2015, een bevel werd gegeven tot aanvang van de werken, een bestelling werd geplaatst of een authentieke aankoopakte werd verleden.
Art. 2.De coëfficiënt, vermeld in artikel 40 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/03/2011 pub. 16/06/2011 numac 2011202871 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden sluiten tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, wordt bepaald op 5,4764 %.
De in het eerste lid vermelde coëfficiënt geldt voor de dossiers waarin in de periode vanaf de ondertekening van dit besluit tot aan de bepaling van de nieuwe coëfficiënt in december 2015, een definitief principieel akkoord werd gegeven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de datum van ondertekening van dit besluit.
Brussel, 24 december 2014.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN