Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 mei 2022
gepubliceerd op 17 juni 2022

Ministerieel besluit tot de bepaling van de klassen van bijdrageplichtige veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2022

bron
vlaamse overheid
numac
2022032413
pub.
17/06/2022
prom.
23/05/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 2022. - Ministerieel besluit tot de bepaling van de klassen van bijdrageplichtige veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2022


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 33; - het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 17/03/2022 numac 2022030952 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022 sluiten houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, voor het begrotingsjaar 2022, artikel 12; - het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten, artikel 4.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Commissie Krengenfinanciering heeft advies gegeven op 1 december 2021; - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 5 mei 2022.

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW, DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME BESLUITEN:

Artikel 1.§ 1. De overeenkomst over de financiering van de ophaling van kadavers van landbouwhuisdieren in de zin van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten kan voor de houder van een veebedrijf de vorm van een abonnement aannemen. Alle bedrijven die voor het kalenderjaar 2019 bij de Mestbank een aangifte moeten indienen overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, waarop minstens één dier werd aangegeven, worden beschouwd als een bijdrageplichtig veebedrijf.

Voor veebedrijven met loopvogels wordt geen abonnementssysteem opgezet. De prijs wordt dan bepaald door de ophaler en/of verwerker.

Voor paardachtigen zoals bedoeld in uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen, wordt een prijs vastgelegd per dier. Uitsluitend paardachtigen met een sanitaire status behouden in de voedselketen in de centrale gegevensbank overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 04/03/2016 numac 2016024047 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de identificatie en de encodering van de paardachtigen in een centrale gegevensbank sluiten betreffende de identificatie en de encodering van de paardachtigen in een centrale gegevensbank, worden beschouwd als landbouwhuisdieren.

De inzameling van gestorven paardachtigen bij erkende asielen is gratis. Een geregistreerde inzamelaar, handelaar of makelaar ontvangt voor de kosten die hij maakt voor de inzameling van deze dieren een tegemoetkoming die wordt aangerekend op begrotingsartikel KB0-1KDB2BK-WT van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022. Die tegemoetkoming geldt alleen als de afvalstoffen afkomstig zijn uit het Vlaamse Gewest. § 2. Het bedrag voor 2022 bedraagt: 1° voor rundveebedrijven (rekening houdend met alle runderen, exclusief mestkalveren): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 20 dieren;b) 82 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;c) 151 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 75 dieren;d) 211 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 76 tot 100 dieren;e) 272 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 125 dieren;f) 333 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 126 tot 150 dieren;g) 392 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 175 dieren;h) 453 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 176 tot 200 dieren;i) 512 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 225 dieren;j) 573 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 226 tot 250 dieren;k) 634 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 251 tot 275 dieren;l) 694 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 276 tot 300 dieren;m) 752 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 325 dieren;n) 810 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 326 tot 350 dieren;o) 874 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 351 tot 375 dieren;p) 936 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 376 tot 400 dieren;q) 1002 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 425 dieren;r) 1050 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 426 tot 450 dieren;s) 1115 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 451 tot 475 dieren;t) 1182 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 476 tot 500 dieren;u) 1232 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 525 dieren;v) 1299 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 526 tot 550 dieren;w) 1375 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 551 tot 600 dieren;x) 1509 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 650 dieren;y) 1627 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 651 tot 700 dieren;z) 1819 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren; aa) 2045 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren; ab) 2713 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 of meer dieren; 2° voor mestkalverenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 50 dieren;b) 83 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 168 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;d) 252 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;e) 374 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;f) 476 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;g) 575 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 600 dieren;h) 682 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 700 dieren;i) 792 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren;j) 904 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren;k) 1005 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 tot 1000 dieren;l) 1152 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;m) 1393 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1500 dieren;n) 1855 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1501 tot 2000 dieren;o) 2617 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2001 of meer dieren;3° voor pluimveebedrijven (rekening houdend met alle pluimveesoorten, uitgezonderd struisvogels): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 1500 dieren;b) 51 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1501 tot 3000 dieren;c) 58 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3001 tot 5000 dieren;d) 89 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5001 tot 7500 dieren; e) 125 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 7501 tot 10.000 dieren; f) 182 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 10.001 tot 15.000 dieren; g) 250 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 15.001 tot 20.000 dieren; h) 327 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 20.001 tot 25.000 dieren; i) 396 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 25.001 tot 30.000 dieren; j) 470 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 30.001 tot 35.000 dieren; k) 543 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 35.001 tot 40.000 dieren; l) 616 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 40.001 tot 45.000 dieren; m) 682 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 45.001 tot 50.000 dieren; n) 793 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 50.001 tot 60.000 dieren; o) 939 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 60.001 tot 70.000 dieren; p) 1068 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 70.001 tot 80.000 dieren; q) 1213 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 80.001 tot 90.000 dieren; r) 1370 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 90.001 tot 100.000 dieren; s) 1633 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 100.001 tot 125.000 dieren; t) 1975 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 125.001 tot 150.000 dieren; u) 2388 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 150.001 tot 175.000 dieren; v) 3312 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 175.001 of meer dieren; 4° voor varkensbedrijven (rekening houdend met alle varkens, exclusief biggen van 7 tot 20 kg): a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 50 dieren;b) 67 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 111 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;d) 158 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;e) 221 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;f) 312 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;g) 443 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 600 dieren;h) 623 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 800 dieren;i) 802 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 1000 dieren;j) 978 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;k) 1153 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1400 dieren;l) 1328 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1401 tot 1600 dieren;m) 1524 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1601 tot 1800 dieren;n) 1690 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1801 tot 2000 dieren;o) 1955 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2001 tot 2400 dieren;p) 2301 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2401 tot 2800 dieren;q) 2642 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2801 tot 3200 dieren;r) 3081 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3201 tot 3700 dieren;s) 3485 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3701 tot 4200 dieren;t) 3994 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 4201 tot 4700 dieren;u) 4388 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 4701 tot 5200 dieren;v) 4849 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5200 tot 5700 dieren;w) 5344 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5701 tot 6200 dieren;x) 5669 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 6201 tot 6700 dieren;y) 6212 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 6701 tot 7200 dieren;z) 7495 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 7201 of meer dieren;5° voor schapen- en geitenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 20 dieren;b) 59 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;c) 124 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;d) 217 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;e) 305 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;f) 428 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;g) 607 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;h) 792 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;i) 968 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 600 dieren;j) 1163 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 700 dieren;k) 1319 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren;l) 1450 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren;m) 1690 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 tot 1000 dieren;n) 1919 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 tot 1200 dieren;o) 2183 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1201 tot 1400 dieren;p) 3469 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1401 of meer dieren;6° voor konijnenbedrijven: a) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1 tot 100 dieren;b) 51 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;c) 58 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;d) 89 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;e) 125 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 of meer dieren;7° voor paardachtigen: a) 100 euro per dier;deze kostprijs is enkel geldig na bevestiging van de identificatie als landbouwhuisdier door de OVAM. § 3. De bijdrage voor de broeierijen omvat enerzijds een vast bedrag per ophaling van 30 euro en anderzijds een vast bedrag per opgehaald gewicht van 101,43 euro/ton.

De bedragen die vastgelegd worden in dit besluit, zijn exclusief btw.

De gemiddelde bezetting wordt bepaald op basis van de gemiddelde veebezetting, geregistreerd bij de aangifte van het kalenderjaar 2020, overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037097 bron vlaamse overheid Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.

Het is mogelijk dat eenzelfde bedrijf de som van de forfaitaire bedragen voor verschillende diersoorten moet betalen, uitgezonderd voor de laagste klasse, waar één abonnement voor verschillende diersoorten in de laagste klasse volstaat.

Art. 2.Bij de overname van een veebedrijf moet de nieuwe eigenaar abonnementskosten betalen op basis van de mestbankaangifte van dat bedrijf die door de vorige eigenaar werd gedaan.

Art. 3.Producenten van dierlijk afval die niet genoemd worden in artikel 5, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013035670 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten sluiten betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten, en waarvoor geen abonnementstarieven werden vastgelegd, moeten zelf met een erkende ophaler of verwerker een financiële overeenkomst sluiten.

Art. 4.Het niet betalen van de abonnementsfactuur binnen de 8 weken na facturatie door de erkende ophaler wordt aanzien als een afstand doen ten opzichte van de aanbieder van het abonnement. De ophaling en verwerking door de erkende ophaler zullen dan automatisch verricht worden tegen een vergoeding per prestatie. Daarbij kan het maximumtarief worden toegepast dat bepaald is in de erkenning van de ophaler.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022 en is geldig tot 31 december 2022.

Brussel, 23 mei 2022.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, J. BROUNS

^