Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 mei 2008
gepubliceerd op 05 juni 2008

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raden van beroep inzake evaluatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2008009392
pub.
05/06/2008
prom.
23/05/2008
ELI
eli/besluit/2008/05/23/2008009392/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 2008. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raden van beroep inzake evaluatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie


De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 met betrekking tot de oprichting van de Federale overheidsdienst Justitie;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten, inzonderheid op de artikelen 22 tot 25;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 2004 tot vaststelling van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2007 tot aanwijzing of erkenning van de leden van de raad van beroep van de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van de evaluatiecyclus voor de niveaus A en B;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 maart 2008 tot aanwijzing of erkenning van de leden van de raad van beroep van de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van de evaluatiecyclus voor de niveaus C en D;

Overwegende dat het voor de goede werking van dit orgaan geboden is een huishoudelijk reglement vast te stellen dat de inwendige werking van deze raden van beroep regelt; dat dit reglement werd voorgelegd aan de voorzitters van de raden van beroep zowel als aan hun plaatsvervangers;

Gelet op het protocol nr. 324 van 14 april 2008 van het Sectorcomité III-Justitie, Besluit :

Artikel 1.Er worden bij de Federale Overheidsdienst Justitie twee raden van beroep inzake evaluatie ingesteld : een raad van beroep voor de niveaus A en B en een raad van beroep voor de niveaus C en D.

Art. 2.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor de niveaus A en B en de raad van beroep voor de niveaus C en D inzake evaluatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt goedgekeurd.

Art. 3.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 23 mei 2008.

J. VANDEURZEN

Bijlage Huishoudelijk Reglement van de Raden van beroep inzake evaluatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie

Artikel 1.De ambtenaar dient zijn beroep in bij de griffie van de Raden van Beroep inzake evaluatie.

Alle briefwisseling wordt gestuurd naar : Griffie van de Raden van Beroep inzake evaluatie Lokaal 209, Bordet A Waterloolaan 115 1000 Brussel

Art. 2.Telkens als de griffie een beroep ontvangt wordt het in het daartoe bestemd register ingeschreven.

De bevoegde griffier rapporteur stelt de Voorzitter van de Raad van Beroep en de betrokken functionele chef in kennis van de ontvangst van het dossier.

Binnen vijf kalenderdagen na de inschrijving van het beroep in het daartoe bestemde register, zendt de griffier rapporteur het beroepsdossier aan de leden van de raad van beroep.

Art. 3.De raad van beroep vergadert op de datum door de voorzitter van de raad van beroep bepaald.

De zitting vindt plaats binnen vijftien kalenderdagen nadat de zaak bij de raad van beroep aanhangig werd gemaakt.

Zodra de voorzitter van de raad van beroep de datum van de zitting heeft bepaald, roept de griffier rapporteur de leden van de raad van beroep, de verzoeker en de bevoegde persoon zoals vermeld in artikel 8 op om ter zitting te verschijnen.

Deze oproeping vermeldt dat het beroepsdossier ter inzage ligt bij de griffie van de departementale raad van beroep, evenals de mogelijkheid om, op vraag van de verzoeker of zijn verdediger, een kopie van het dossier te verkrijgen.

De oproeping van de verzoeker gebeurt per aangetekende brief waarbij de lijst van de leden van de raad van beroep, en hun plaatsvervangers, die zijn opgeroepen voor het onderzoek van de zaak, tevens wordt betekend.

Art. 4.De griffier rapporteur deelt de samenvatting van het beroepsdossier mee aan de voorzitter van de raad van beroep en aan de leden van de raad van beroep.

Art. 5.De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen.

Indien deze leden wettig verhinderd zijn, moeten zij dringend aan de voorzitter van de raad van beroep, via de griffier rapporteur, schriftelijk de reden van hun afwezigheid meedelen binnen drie werkdagen volgend op de datum van de oproeping en op die wijze dat deze laatste daarna kan voorzien in hun vervanging.

Art. 6.De raad van beroep kan slechts geldig beraadslagen en beslissen wanneer er, naast de voorzitter van de raad van beroep, ten minste vier leden ter zitting aanwezig zijn, paritair verdeeld over de overheid en de representatieve vakorganisaties.

Art. 7.De verzoeker verschijnt persoonlijk voor de raad van beroep; hij mag worden bijgestaan door een persoon naar zijn keuze, die hoe dan ook geen deel mag uitmaken van de raad van beroep.

De naam van de persoon naar keuze wordt zo spoedig mogelijk aan de griffier rapporteur meegedeeld.

Wanneer de verzoeker zonder geldige reden niet op de zitting verschijnt, beschouwt de voorzitter van de raad van beroep de zaak als niet meer aanhangig en maakt hij het dossier over aan de voorzitter van het directiecomité. Bij een tweede afwezigheid, zelfs wanneer de verzoeker een geldige reden kan inroepen, behoudens overmacht, doet de raad van beroep een uitspraak op grond van de stukken van het dossier.

Wanneer de verdediger van de verzoeker afwezig is, behoudens overmacht, stelt de voorzitter van de raad van beroep de zitting niet uit.

Art. 8.De Raad van Beroep hoort de functionele chef van de verzoeker tijdens de zitting.

Indien de functionele chef niet tot dezelfde taalrol behoort als de verzoeker hoort de Raad van Beroep de hiërarchische meerdere van verzoeker of de taaladjunct.

De raad van beroep kan bij de behandeling van een zaak nadere gegevens inwinnen.

Zij kan indien zij dit wenselijk acht eveneens deskundigen of getuigen horen.

Art. 9.De voorzitter van de raad van beroep opent, leidt en sluit de debatten.

Art. 10.De raden van beroep delibereren met gesloten deuren. Daartoe laat de voorzitter via de griffier rapporteur met behulp van stembrieven de assessoren overgaan tot een geheime stemming voor ja of neen. De griffier rapporteur opent de stembriefjes. Hij geeft kennis van het resultaat van de stemming aan de assessoren; nadien ook aan de partijen met open deur.

Bij staking van stemmen wordt het advies als gunstig beschouwd voor de verzoeker.

De griffier maakt een proces-verbaal van de zitting.

Art. 11.Het gemotiveerd advies van de raad van beroep vermeldt de relevante argumenten van de partijen alsmede de motivatie van het resultaat van de geheime stemming, met opgave van het aantal positieve en negatieve stemmen.

Dit advies, ondertekend door de voorzitter van de raad van beroep en de griffier rapporteur, wordt, binnen vijftien kalenderdagen na de zitting, aan de voorzitter van het directiecomité en de leden van de raad van beroep meegedeeld, alsook per aangetekende brief aan de verzoeker.

Art. 12.De minuten en het archief van deze raden van beroep worden toevertrouwd aan de griffie van de departementale raden van beroep, gevestigd in de Federale Overheidsdienst Justitie, waar de belanghebbenden inzage kunnen nemen van de documenten.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 23 mei 2008 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor de niveaus A en B en de raad van beroep voor de niveaus C en D inzake evaluatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Brussel, 23 mei 2008.

De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN

^