23 JUNI 1997. Ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige dienst aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat

De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967 en 2 maart 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1966 houdende het statuut van het personeel van de sectie Veiligheid van de Staat van het Bestuur van de Openbare Veiligheid gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 november 1968, 26 april 1971 en 22 december 1993;

Gelet op protocol nr 97 van 27 maart 1995 van Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op protocol nr 139 van 30 mei 1996 van Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 augustus 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 21 januari 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 21 januari 1997;

Gelet op wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het protocol nr 97 van 27 maart 1995 voor de agenten en officieren van de Gerechtelijke politie bij de parketten een aanpassing voorziet van de toelage voor onregelmatige dienst;

Overwegende dat de loopbaan en de geldelijke schikkingen van de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat afgestemd zijn op deze van de agenten en officieren van de Gerechtelijke politie bij de parketten en dat het geheel van de onderhandelde maatregelen door het protocol nr 97 van 27 maart 1995 voor de gerechtelijke politie, van toepassing is op de leden van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat;

Overwegende dat het passend is om het voordeel van de aanpassing van de toelage voor onregelmatige dienst te verlenen aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat op het ogenblik dat dit voordeel wordt verleend aan de agenten en officieren van de Gerechtelijke politie bij de parketten teneinde geen onderscheid op geldelijk vlak te maken tussen de personeelsleden van deze twee diensten;

Overwegende dat dit voordeel met ingang van 1 mei 1997 wordt toegekend aan de gerechtelijke agenten en officieren bij de parketten, Besluit HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat. HOOFDSTUK II. - Weekenddienst en nachtdienst Afdeling I. - Weekenddienst

Art. 2.Een toelage voor onregelmatige dienst wordt verleend aan de in artikel 1 bedoelde personeelsleden die weekenddienst hebben.

Art. 3.Weekenddienst is arbeid verricht tussen 0 uur en 24 uur op zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen.

Voor de toelage komen echter alleen in aanmerking de ambtswerkzaamheden verricht in de lokalen van de Veiligheid van de Staat en die welke vereist zijn voor de uitvoering van een bepaalde opdracht welke vooraf bevolen is door de hoofdcommissaris, door de adjunct-administrateur-generaal of door de administrateur-generaal.

Art. 4.Het bedrag per uur van de toelage voorgeschreven in artikel 2 wordt vastgesteld op 145 percent van 1/1850e van de brutojaarwedde van kracht op 1 november 1993. Afdeling II. - Nachtdienst

Art. 5.Een toelage voor onregelmatige dienst wordt verleend aan de in artikel 1 bedoelde personeelsleden die nachtdienst hebben.

Art. 6.Nachtdienst is arbeid verricht tussen 22 en 4 uur. Met nachtdienst wordt gelijkgesteld arbeid verricht tussen 18 en 8 uur voor zover hij eindigt te of na 22 uur of begint te of voor 4 uur.

Art. 7.Het bedrag per uur van de toelage voorgeschreven in artikel 5 wordt vastgesteld op 32,5 percent van 1/1850e van de brutojaarwedde van kracht op 1 november 1993. Afdeling III. - Gemeenschappelijke bepalingen

aan de afdelingen I en I

Art. 8.Voor nachtdienst verricht op zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen mogen de bedragen vastgesteld bij de artikelen 4 en 7 worden samengevoegd.

Art. 9.De toelage wordt per maand en na vervallen termijn betaald. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 10.De toekenning van de toelagen bepaald door dit besluit geschiedt onder het toezicht van de hoofdcommissaris, de adjunct-administrateur-generaal en de administrateur-generaal.

Art. 11.Gedeelten van een uur onregelmatige dienst van dertig minuten of meer worden op een uur afgerond; gedeelten van minder worden verwaarloosd.

Art. 12.Het ministerieel besluit van 9 april 1981 houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige dienst aan sommige personeelsleden van de buitendiensten van de sectie Veiligheid van de Staat van het Bestuur van de Openbare Veiligheid, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 29 oktober 1993, wordt opgeheven.

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1997.

Brussel, 23 juni 1997.

De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY