Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 juli 2013
gepubliceerd op 30 juli 2013

Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2013018341
pub.
30/07/2013
prom.
23/07/2013
ELI
eli/besluit/2013/07/23/2013018341/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JULI 2013. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky


De Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 7, § 3, artikel 8, eerste lid, 1°, artikel 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, 1°, 2° en 4° en artikel 18bis, gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007;

Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, § 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/11/2001 pub. 24/11/2001 numac 2001022869 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);

Gelet op het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky, artikel 3, § 2, artikel 6, vijfde streepje, artikel 8, § 3, artikel 22, artikel 26, artikel 30 en artikel 39;

Gelet op het ministerieel besluit van 8 maart 1993 houdende maatregelen met het oog op de preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 april 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/04/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999016114 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten sluiten houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/1999 pub. 22/05/1999 numac 1999016132 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende maatregelen van controle op de uitvoering van de vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky sluiten houdende maatregelen van controle op de uitvoering van de vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 27 juni 2012;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 november 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van de Begroting, gegeven op 8 juli 2013;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid van 2 januari 2013;

Gelet op het feit dat onderhavige regelgeving niet valt onder het toepassingsgebied van artikel 19/1 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling;

Gelet op het advies 52.926/1 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de beschikking 2008/185/EG van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens, Besluiten : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° gunstig of ongunstig : het respectievelijk afwezig of aanwezig zijn van antistoffen tegen het Aujeszkyvirus;2° gE-negatief of gE-positief : het respectievelijk afwezig of aanwezig zijn, van antistoffen tegen het gE-glycoproteïne van het Aujeszkyvirus;3° PCE : controle-eenheid van het Voedselagentschap;4° categorie van varkens : de categorieën, zoals gedefinieerd onder punten 5 tot en met 8;5° fokvarken : a) een vrouwelijk varken (zeug), dat wordt gehouden voor de fokkerij, met name voor de productie van biggen, en als dusdanig te beschouwen vanaf de eerste worp, en b) een mannelijk geslachtsrijp varken (beer) dat wordt ingezet voor de fokkerij;6° opfokvarken : a) een vrouwelijk varken (gelt), andere dan een big, dat wordt gehouden om op te kweken tot fokvarken en als dusdanig te beschouwen voor de eerste worp plaatsvindt, en b) een mannelijk varken (jonge beer), andere dan een big, dat wordt gehouden om op te kweken tot fokvarken;7° vleesvarken : varken, mannelijk of vrouwelijk, andere dan een big, dat wordt gehouden met als doel de productie van vlees;8° big : varken, vanaf het moment van spenen en tot op het moment dat het zal worden gehouden als opfokvarken of als vleesvarken of tot op het moment dat het een gewicht van 25 kg bereikt;9° capaciteit : het in SANITEL geregistreerde maximaal aantal varkens per categorie dat op een type varkensbedrijf wordt gehouden. HOOFDSTUK 2. - Toekenning van het Aujeszkystatuut A4

Art. 2.De verantwoordelijke van een varkensbeslag is verplicht om voor dit beslag het Aujeszkystatuut A4 te verwerven en te behouden volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 3 tot en met 8.

Art. 3.Aan een varkensbeslag wordt het Aujeszkystatuut A4 toegekend indien een aannemingstest, zoals voorgeschreven in bijlage 1, uitgevoerd is en indien alle onderzoeken gunstig zijn.

Art. 4.In afwijking van artikel 3, wordt aan een varkensbeslag dat nooit varkens heeft gehouden of geen varkens meer houdt, het Aujeszkystatuut A4 toegekend indien aan volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° er werden nooit varkens in het bedrijf gehouden, of 2° er werden reeds eerder varkens in het bedrijf gehouden, en alle varkens werden afgevoerd.In dit geval, na het vertrek van alle varkens, werden alle stallen van het lege bedrijf grondig gereinigd en ontsmet met een toegelaten ontsmettingsmiddel. De PCE dient na het uitvoeren van deze werkzaamheden geïnformeerd te worden en kan een inspectie uitvoeren om de reiniging en de ontsmetting te controleren.

De varkens die aangevoerd worden, dienen het Aujeszkystatuut A4 te bezitten.

Art. 5.In afwijking van artikel 3, wordt aan een varkensbeslag waar everzwijnen gehouden worden het Aujeszkystatuut A4 toegekend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de everzwijnen van het beslag hebben de onder punt 2 voorgeschreven testen ondergaan, de andere varkens van het beslag hebben de in artikel 3 voorgeschreven testen ondergaan, en alle resultaten zijn gunstig;2° gedurende een termijn van twaalf maanden vanaf de laatste test met een ongunstig resultaat werden alle everzwijnen die levend of dood het beslag hebben verlaten, serologisch onderzocht, ten belope van ten minste de helft van het aantal gehouden everzwijnen. HOOFDSTUK 3. - Behoud van het Aujeszkystatuut A4

Art. 6.§ 1. Het Aujeszkystatuut A4 van een varkensbeslag blijft behouden indien de opvolgingstesten, zoals voorgeschreven in bijlage 2, uitgevoerd zijn en alle resultaten gunstig zijn. § 2. In afwijking van § 1, indien de opvolgingstest bij één varken een ongunstig resultaat oplevert, blijft het Aujeszkystatuut A4 toch behouden, op voorwaarde dat een bijkomend serologisch onderzoek wordt uitgevoerd bij 40 andere varkens of, indien er minder dan 40 varkens aanwezig zijn, bij alle in aanmerking komende varkens en alle resultaten van dit onderzoek gunstig zijn.

In afwachting van het resultaat van het bijkomend serologisch onderzoek wordt het Aujeszkystatuut A4 van het beslag opgeschort.

Art. 7.In afwijking van artikel 6 dient er op een varkensbedrijf met een capaciteit van maximaal 3 vleesvarkens en waar behoudens slachtvarkens, geen varkens het beslag levend verlaten, geen opvolgingstest uitgevoerd te worden om het Aujeszkystatuut A4 te behouden.

Art. 8.In afwijking van artikel 6 kan een varkensbeslag dat everzwijnen bevat het Aujeszkystatuut A4 behouden op volgende voorwaarden : 1° de everzwijnen van het beslag hebben de in punt 2 voorgeschreven testen ondergaan.De andere varkens van het beslag hebben de in bijlage 2 voorgeschreven opvolgingstesten ondergaan, en alle resultaten zijn gunstig; 2° per jaar dient minstens 50 procent van de everzwijnen die het beslag levend of dood verlaten bemonsterd te worden. HOOFDSTUK 4. - Aujeszkystatuten in geval van vaccinatie

Art. 9.Indien een vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky werd ingesteld in toepassing van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky, is de verantwoordelijke van een varkensbeslag waar de varkens gevaccineerd werden, verplicht om het Aujeszkystatuut A3 te verwerven en te behouden voor zijn varkensbeslag volgens de modaliteiten bepaald in artikelen 10, 11 en 12.

Art. 10.Aan een varkensbeslag wordt het Aujeszkystatuut A3 toegekend indien een aannemingstest, zoals voorgeschreven in bijlage 1, uitgevoerd is en indien alle resultaten gE-negatief zijn.

Art. 11.§ 1. Het Aujeszkystatuut A3 van een varkensbeslag blijft behouden indien de opvolgingstesten, zoals voorgeschreven in bijlage 2, worden uitgevoerd en indien alle resultaten gE-negatief zijn. § 2. In afwijking van § 1, indien de opvolgingstest bij één varken een gE-positief resultaat oplevert, blijft het Aujeszkystatuut A3 behouden, op voorwaarde dat een bijkomend serologisch onderzoek wordt uitgevoerd bij 40 andere varkens of, indien er minder dan 40 varkens aanwezig zijn, bij alle in aanmerking komende varkens en alle resultaten na dit onderzoek gunstig zijn.

In afwachting van het resultaat van het bijkomend serologisch onderzoek wordt het Aujeszkystatuut A3 van het beslag opgeschort.

Art. 12.In afwijking van artikel 11 dient er op een varkensbedrijf met een capaciteit van maximaal 3 vleesvarkens en waar behoudens slachtvarkens, geen varkens het beslag levend verlaten geen opvolgingstest uitgevoerd te worden om het Aujeszkystatuut A3 te behouden.

Art. 13.Aan het beslag dat minimum twaalf maanden het Aujeszkystatuut A3 bezit, wordt het Aujeszkystatuut A4 toegekend indien gedurende twaalf maanden niet gevaccineerd werd tegen de ziekte van Aujeszky.

Tijdens deze periode van twaalf maanden mogen geen varkens aangevoerd zijn die gevaccineerd werden tegen de ziekte van Aujeszky. HOOFDSTUK 5. - Diverse bepalingen

Art. 14.De stalen, die verzameld worden in het kader van de opsporing van de ziekte van Aujeszky of voor het behalen of behoud van een Aujeszkystatuut en die een ongunstig of niet interpreteerbaar resultaat opleveren in een erkend laboratorium, moeten onderworpen worden aan een bevestigingstest in het CODA. Indien nodig dienen de varkens opnieuw bemonsterd te worden teneinde deze analyse te kunnen uitvoeren.

Art. 15.Het Voedselagentschap kan bijkomende onderzoeken laten uitvoeren ter controle van de serologische status van de varkens.

Art. 16.Het Voedselagentschap kan, volgens zijn instructies, de monsterneming nodig voor de opsporing van de ziekte van Aujeszky of voor het behoud van een Aujeszkystatuut toelaten in het slachthuis. HOOFDSTUK 6. - Monitoring

Art. 17.De onderzoeken om het Aujeszkystatuut A4-statuut van de beslagen te behouden, zoals beschreven onder hoofdstuk 3, vormen de basis voor de bewaking van de ziekte van Aujeszky. Indien nodig kunnen ook andere monsters genomen worden bij alle of bij een deel van de varkensbedrijven of in slachthuizen. Het aantal te nemen monsters, het tijdstip van de monterafnemingen, de keuze van de te bemonsteren varkensbedrijven en de aangeduide personen om de monterafnemingen uit te voeren, worden jaarlijks bepaald door het Voedselagentschap. HOOFDSTUK 7. - Bioveiligheidsmaatregelen bij verdenking of bevestiging van de ziekte van Aujeszky

Art. 18.Bij een verdenking of een uitbraak van de ziekte van Aujeszky in een varkensbeslag, moet de verantwoordelijke van het bedrijf, ter aanvulling van de maatregelen voorgeschreven in het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky, de volgende maatregelen toepassen : 1° de toegang tot de varkensstallen is verboden voor iedereen die geen deel uitmaakt van het bedrijf.De verantwoordelijke treft hiertoe de nodige maatregelen. Dit verbod is niet van toepassing op : - het personeel nodig voor de werking van het bedrijf; - de bedrijfsdierenarts; - het personeel van het Voedselagentschap en de personen die werken in zijn opdracht; - het personeel van andere bevoegde autoriteiten en de personen die werken in hun opdracht; 2° deze personen zijn verplicht in het daarvoor bestemde lokaal laarzen en kledij of een beschermende overall van het bedrijf of wegwerpkledij aan te trekken alvorens de varkensstal te betreden alsook de maatregelen te nemen die nodig zijn om het verspreiden van het Aujeszkyvirus tegen te gaan;3° aan de ingang en de uitgang van de varkensstal moeten voetbaden met een toegelaten ontsmettingsmiddel staan.De verantwoordelijke moet daarbij de voorschriften van de gebruikshandleiding van het betrokken ontsmettingsmiddel volgen. HOOFDSTUK 8. - Vergoedingen

Art. 19.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt, voor het nemen van de bloedstalen in het kader van de opvolgings- of aannemingstest en voor de stalen die genomen worden op vraag van het Voedselagentschap, aan de dierenarts een forfaitaire vergoeding toegekend ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten ten bedrage van 3,3 EUR per genomen bloedstaal, exclusief belasting op de toegevoegde waarde.

Art. 20.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan het erkend laboratorium, ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, een vergoeding toegekend van 4,0 EUR per analyse, exclusief belasting op de toegevoegde waarde.

Art. 21.Indien bij een bloedafname in het kader van dit besluit bemonsterde varkens sterven, wordt aan de eigenaar een vergoeding toegekend, ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten. De waarde van de varkens wordt berekend op basis van een vergoedingtabel waarvan de berekeningsprincipes goedgekeurd werden door de Minister na voorafgaand advies van de Raad van het Begrotingsfonds.

Art. 22.De vergoedingen voorzien in dit besluit worden jaarlijks aangepast met een factor gebaseerd op de gezondheidsindex, met name het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 ter vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, mits voorafgaand gunstig advies van de Raad van het Begrotingsfonds. HOOFDSTUK 9. - Overgangs- en Slotbepalingen

Art. 23.Het ministerieel besluit van 8 maart 1993 houdende maatregelen met het oog op de preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky, het ministerieel besluit van 21 april 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/04/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999016114 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten sluiten houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten en het ministerieel besluit van 4 mei 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/1999 pub. 22/05/1999 numac 1999016132 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende maatregelen van controle op de uitvoering van de vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky sluiten houdende maatregelen van controle op de uitvoering van de vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky worden opgeheven.

Art. 24.Op het moment van in werking treden van dit besluit, behouden de varkensbeslagen hun Aujeszkystatuten verworven in toepassing van het ministerieel besluit van 21 april 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/04/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999016114 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten sluiten houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten.

Art. 25.De artikelen 10, 11 en 14 van het ministerieel besluit van 21 april 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/04/1999 pub. 29/04/1999 numac 1999016114 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszky-statuten sluiten houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de Aujeszkystatuten, blijven van toepassing voor de prestaties die werden uitgevoerd voor de inwerkingtreding van dit besluit en waarvoor de schuldvorderingen of onkostenstaten werden ingediend na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 23 juli 2013.

Mevr. L. ONKELINX Mevr. S. LARUELLE

Bijlage 1 De aannemingstest 1. Het aantal te nemen bloedstalen om te voldoen aan de aannemingstest : A) Indien in het beslag fokvarkens gehouden worden en indien het aantal gehouden vleesvarkens en opfokvarkens niet meer dan 15 % van het aantal gehouden fokvarkens bedraagt, dienen enkel alle fokvarkens bemonsterd te worden. B) Indien in het beslag fokvarkens gehouden worden en indien het aantal gehouden vleesvarkens en opfokvarkens meer dan 15 % van het aantal gehouden fokvarkens bedraagt, wordt het aantal te bemonsteren varkens als volgt bepaald : - alle fokvarkens, en - tegelijkertijd bijkomend het aantal vleesvarkens en opfokvarkens volgens het onderstaand schema :

Aantal vleesvarkens en opfokvarkens in het beslag

Aantal te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens

1 tot 80

Alle met een maximum van 40

81 tot 150

50

meer dan 150

60


C) Indien in het beslag enkel vleesvarkens en/of opfokvarkens gehouden worden, wordt het aantal te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens bepaald volgens het onderstaand schema :

Aantal vleesvarkens en opfokvarkens in het beslag

Aantal te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens

1 tot 80

Alle met een maximum van 40

81 tot 150

50

151 tot 500

60

501 tot 1000

90

Meer dan 1000

150


2. De wijze van bemonsteren De bloedstalen worden at random en gespreid over alle in aanmerking komende varkens van het beslag genomen, zowel wat betreft de plaats als de leeftijd van de varkens. De bloedstalen dienen dezelfde dag genomen te worden. Indien evenwel alle in het beslag gehouden fokvarkens moeten bemonsterd worden, mag de staalname bij de fokvarkens echter gespreid worden over een termijn van 30 dagen.

De te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens dienen ten minste 10 weken oud te zijn en ten minste sedert 1 maand in het beslag aanwezig te zijn. Indien in het beslag enkel biggen worden gehouden, dan mogen de bemonsterde dieren jonger zijn dan 10 weken.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 23 juli 2013 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky.

Mevr. L. ONKELINX Mevr. S. LARUELLE

Bijlage 2 De opvolgingstest Het aantal te nemen bloedstalen om te voldoen aan de opvolgingstest : A) Indien in het beslag fokvarkens gehouden worden en indien het aantal gehouden vleesvarkens en opfokvarkens niet meer dan 15 % van het aantal gehouden fokvarkens bedraagt, wordt het aantal te bemonsteren fokvarkens bepaald volgens onderstaand schema :

Aantal fokvarkens in het beslag

Aantal te bemonsteren fokvarkens

1 tot 3

1

4 tot 6

2

7 tot 9

3

10 tot 12

4

13 tot 15

5

16 tot 18

6

19 tot 21

7

22 tot 24

8

25 tot 30

9

31 tot 120

10

121 tot 240

12

Meer dan 240

5 %


B) Indien in het beslag enkel mannelijke fokvarkens gehouden worden, dient elk gehouden fokvarken minstens eenmaal per jaar bemonsterd te worden.

C) Indien in het beslag fokvarkens gehouden worden en indien het aantal gehouden vleesvarkens en opfokvarkens meer dan 15 % van het aantal gehouden fokvarkens bedraagt wordt het aantal te bemonsteren varkens als volgt bepaald : - het aantal te bemonsteren fokvarkens, zoals vermeld onder A), en - het aantal vleesvarkens en opfokvarkens volgens het onderstaand schema :

Aantal vleesvarkens en opfokvarkens in het beslag

Aantal te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens

1 tot 3

1

4 tot 6

2

7 tot 9

3

10 tot 12

4

13 tot 15

5

16 tot 18

6

19 tot 21

7

22 tot 24

8

25 tot 30

9

31 tot 120

10

Meer dan 120

12


D) Indien op het beslag enkel vleesvarkens en/of opfokvarkens gehouden worden, wordt het aantal te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens bepaald volgens het schema van punt C).

Deel A : frequentie en wijze van bemonsteren voor opvolgingstesten van toepassing op het deel van het grondgebied « Officieel vrij van de ziekte van Aujeszky ».

De opvolgingstesten dienen om de 12 maanden uitgevoerd te worden, ten vroegste 10,5 maanden en ten laatste 13,5 maanden na de vorige test, met uitzondering voor volgende beslagen, waarvoor de opvolgingstest om de 4 maanden dient uitgevoerd te worden, ten vroegste 3,5 maanden en ten laatste 4,5 maanden na de vorige test : - Varkensbeslagen waar varkens toegang hebben tot buitenbeloop; - Varkensbeslagen die fokvarkens of opfokvarkens in de handel brengen.

Deze frequentie van bemonsteren is niet van toepassing voor de everzwijnen van het beslag. Die moeten slechts een keer per jaar aan artikel 8 voldoen (dienen per jaar minstens 50 procent van de everzwijnen die het beslag levend of dood verlaten bemonsterd te worden).

In varkensbeslagen waar slechts 1 of 2 fokvarkens gehouden worden, hoeft de opvolgingstest bij de fokvarkens niet meer dan eenmaal per jaar uitgevoerd te worden.

De bloedstalen worden at random en gespreid genomen over alle in aanmerking komende varkens van het beslag, zowel wat de plaats als de leeftijd betreft.

De vereiste bloedstalen dienen dezelfde dag genomen te worden. Indien evenwel alle in het beslag gehouden fokvarkens moeten bemonsterd worden, mag de staalafname bij de fokvarkens echter gespreid worden over een termijn van 30 dagen.

De te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens dienen minstens 10 weken oud te zijn en sedert ten minste 1 maand in het beslag aanwezig te zijn. Indien in het beslag enkel biggen worden gehouden, dan mogen de bemonsterde dieren jonger zijn dan 10 weken.

Indien het Voedselagentschap monsternemingen in het slachthuis toelaat, dienen deze volgens zijn instructies uitgevoerd te worden, Deel B : frequentie en wijze van bemonsteren voor opvolgingstesten van toepassing op het deel van het grondgebied « Niet-officieel vrij van de ziekte van Aujeszky ».

De opvolgingstesten dienen uitgevoerd te worden om de 4 maanden, ten vroegste 3,5 maanden en ten laatste 4,5 maanden na de vorige test.

In vleesvarkensbedrijven die op bedrijfniveau volgens het 'all in - all out'' systeem werken dient evenwel elke ronde een opvolgingstest uitgevoerd te worden.

In varkensbeslagen waar slechts 1 of 2 fokvarkens gehouden worden, hoeft de opvolgingstest bij de fokvarkens niet meer dan eenmaal per jaar uitgevoerd te worden, ten vroegste 10,5 maanden en ten laatste 13,5 maanden na de vorige test.

De bloedstalen worden at random en over alle in aanmerking komende varkens van het beslag gespreid genomen, zowel wat de plaats als de leeftijd betreft.

De vereiste bloedstalen dienen dezelfde dag genomen te worden. Indien evenwel alle in het beslag gehouden fokvarkens moeten bemonsterd worden, mag de staalafname bij de fokvarkens echter gespreid worden over een termijn van 30 dagen.

De te bemonsteren vleesvarkens en opfokvarkens dienen ten minste 10 weken oud te zijn en ten minste sedert 1 maand op het beslag aanwezig te zijn. Indien in het beslag enkel biggen worden gehouden, dan mogen de bemonsterde dieren jonger zijn dan 10 weken.

Indien het Voedselagentschap monsternemingen in het slachthuis toelaat, dienen deze volgens haar instructies uitgevoerd te worden, Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 23 juli 2013 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010024407 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205877 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201300 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 10/11/2010 numac 2010022440 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 68, tweede lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen sluiten betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky.

Mevr. L. ONKELINX Mevr. S. LARUELLE

^