Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 december 1999
gepubliceerd op 28 januari 2000

Ministerieel besluit betreffende de bekwaamheidsexamens voor de verhoging in weddeschaal in de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat

bron
ministerie van justitie
numac
2000009034
pub.
28/01/2000
prom.
23/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/23/2000009034/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende de bekwaamheidsexamens voor de verhoging in weddeschaal in de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat


De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 tot vaststelling van de nadere regels inzake bevordering door verhoging in weddeschaal en van de weddeschalen verbonden aan de graden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het advies van de directieraad van 16 juni 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 juli 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken van 28 juli 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de personeelsleden van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat een nieuwe loopbaan hebben sedert 1 juli 1998;

Overwegende dat in die loopbaan is voorzien dat de personeelsleden alleen maar kunnen worden aangewezen voor leidinggevende en beheersfuncties bij de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat wanneer ze voldoen aan de voorwaarden voor de bevordering tot de weddeschalen D;

Overwegende dat betrekkingen die bestemd zijn voor de bevordering tot weddeschaal 1D en 2D vacant zijn sedert de invoering van de nieuwe loopbaan op 1 juli 1998;

Overwegende dat het slagen voor het bekwaamheidsexamen voor verhoging in weddeschaal één van de voorwaarden vormt voor de bevordering tot een weddeschaal D;

Overwegende dat sedert 1 juli 1998, verschillende personeelsleden, met uitzondering van het bekwaamheidsexamen, voldoen aan de voorwaarden om te kunnen bevorderd worden tot een weddeschaal D;

Overwegende dat, om personeelsleden te kunnen aanwijzen voor leidinggevende en beheersfuncties en om de nieuwe loopbaan volledig te verwezenlijken door de vacante betrekkingen die bestemd zijn voor de bevorderingen tot een weddeschaal D op te vullen,zonder uitstel bekwaamheidsexamens voor verhoging in weddeschaal moeten georganiseerd worden;

Overwegende dat het, om de continuïteit van de dienst te verzekeren, nodig is de bovengenoemde objectieven te verwezenlijken en bijgevolg dringend noodzakelijk is het programma, de organisatie en de samenstelling van de examencommissies van de bekwaamheidsexamens voor bevordering tot de weddeschalen 1D en 2D vast te stellen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.De bekwaamheidsexamens voor de bevordering tot de weddeschalen 1D en 2D, bedoeld in de artikelen 12, 14 en 28 tot 30 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 tot vaststelling van de nadere regels inzake bevordering door verhoging in weddeschaal en van de weddeschalen verbonden aan de graden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat, worden georganiseerd door de administrateur-generaal van Veiligheid van de Staat onder toezicht van het Vast wervingssecretariaat telkens als de behoeften van de dienst het vereisen. HOOFDSTUK II. - Deelname aan de bekwaamheidsexamens

Art. 2.Om toegelaten te worden tot het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 1D, moet de gegadigde uiterlijk op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn vermeld in de in artikel 5 bedoelde dienstorder, bekleed zijn met de graad van commissaris of afdelingscommissaris en in die graden een totale graadanciënniteit van ten minste elf jaar hebben.

Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 1D, moet de gegadigde uiterlijk op de datum vermeld in de in artikel 5 bedoelde dienstorder, bekleed zijn met de graad van afdelingscommissaris.

Art. 3.Om toegelaten te worden tot het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 2D, moet de gegadigde uiterlijk op de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn vermeld in de in artikel 5 bedoelde dienstorder, bekleed zijn met de graad van inspecteur of afdelingsinspecteur en in die graden een totale graadanciënniteit van ten minste elf jaar hebben.

Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 2D, moet de gegadigde uiterlijk op de datum vermeld in de in artikel 5 bedoelde dienstorder, bekleed zijn met de graad van afdelingsinspecteur.

Art. 4.De bekwaamheidsexamens worden minstens twee maanden voor de datum van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen bij dienstorder ter kennis gebracht van de personeelsleden.

Art. 5.De dienstorder vermeldt onder meer de datum van afsluiting van de inschrijvingstermijn en de deelnemingsvoorwaarden.

Dit preciseert eveneens de algemene managementbeginselen,de managementbenaderingen en de deelgebieden inzake management die tijdens het bekwaamheidsexamen aan bod kunnen komen.

Art. 6.De gegadigden dienen hun aanvraag tot deelneming aan het bekwaamheidsexamen evenals een curriculum vitae bij ter post aangetekende brief te richten aan de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat binnen de termijnen bepaald in de dienstorder die het examen aankondigt.

De aanvraag tot deelneming dient verplicht opgesteld te worden op het inschrijvingsformulier dat wordt afgeleverd door de Veiligheid van de Staat.

De inschrijving voor het examen is afhankelijk gemaakt van de betaling van een recht vastgesteld op 200 fr dat wordt geïnd door fiscale zegels te kleven op de strook van het formulier en die onbruikbaar worden gemaakt door de gegadigde.

Art. 7.§ 1. Gegadigden die geslaagd zijn voor het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen voor verhoging in weddeschaal worden hiervan vrijgesteld bij een latere deelneming aan een dergelijk bekwaamheidsexamen.

Ze moeten in hun aanvraag tot deelneming uitdrukkelijk om deze vrijstelling verzoeken. Ze kunnen het voordeel van deze vrijstelling niet meer dan twee maal inroepen. § 2. De examencommissie voor het bekwaamheidsexamen onderzoekt en keurt de verzoeken tot vrijstelling van het schriftelijk bekwaamheidsexamen goed.

De voorzitter van de examencommissie verwittigt de gegadigden, per ter post aangetekende brief, van de vrijstelling om deel te nemen aan het schriftelijk gedeelte van het examen binnen de maand die volgt op de uiterste inschrijvingsdatum.

Art. 8.§ 1. De examencommissie van het bekwaamheidsexamen kijkt na of de deelnemingsvoorwaarden voor het examen, vastgesteld in de artikelen 2 of 3, naargelang van het geval, vervuld zijn in hoofde van elke gegadigde.

De gegadigden die aan de deelnemingsvoorwaarden voldoen worden toegelaten tot het examen. De voorzitter van de examencommissie verwittigt hen hiervan per ter post aangetekende brief binnen de maand die volgt op de uiterste inschrijvingsdatum.

De gegadigden die niet aan de deelnemingsvoorwaarden voldoen worden hiervan verwittigd door de voorzitter van de examencommissie bij ter post aangetekende brief. § 2. De examencommissie van het bekwaamheidsexamen keurt de lijst goed van de gegadigden die vrijgesteld zijn van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen overeenkomstig de artikelen 28 en 29 van het koninklijk besluit van 22 augustus 1998 tot vaststelling van de nadere regels inzake bevordering door verhoging in weddeschaal en van de weddeschalen verbonden aan de graden van de buitendiensten van het Bestuur van de Veiligheid van de Staat.

De voorzitter van de examencommissie verwittigt de gegadigden bedoeld in het vorig lid per ter post aangetekende brief van hun vrijstelling om deel te nemen aan het schriftelijk gedeelte van het examen binnen de maand die volgt op de uiterste inschrijvingsdatum.

Art. 9.Ten minste zeven werkdagen voor elk gedeelte van het bekwaamheidsexamen brengt de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat schriftelijk de datum, het uur en de plaats van het examen ter kennis van elke betrokken gegadigde. Wanneer deze gegadigde zich niet aanmeldt voor een gedeelte van het examen wordt hij ambtshalve uitgesloten van het bekwaamheidsexamen.

Op het einde van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen brengt de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat schriftelijk de toegekende punten ter kennis van elke gegadigde en preciseert hij of hij toegelaten wordt tot het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

Op het einde van het bekwaamheidsexamen brengt de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat schriftelijk de einduitslag ter kennis van elke gegadigde.

De geslaagden voor het bekwaamheidsexamen ontvangen eveneens mededeling van de datum van het afsluiten van het proces-verbaal dat het slagen voor het examen waaraan ze deelgenomen hebben en de bekomen plaats vermeldt. HOOFDSTUK III. - De examencommissies Afdeling 1. - De examencommissie van het bekwaamheidsexamen voor de

bevordering tot weddeschaal 1D

Art. 10.De examencommissie van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 1D wordt voorgezeten door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat of zijn afgevaardigde.

Ze bestaat uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling.

Iedere afdeling bestaat naast de voorzitter uit : 1° de directeur van de operaties of een afdelingscommissaris die de weddeschaal 1D geniet; Indien deze wegens taalkundige of andere redenen niet kan aangewezen worden als lid van de examencommissie, wordt hij vervangen door een deskundige; 2° een afgevaardigde van de vaste wervingssecretaris;3° een deskundige in management;4° een secretaris zonder stemrecht. De voorzitter, de leden van de examencommissie en de secretaris hebben elk een plaatsvervanger.

De administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat wijst de leden van de examencommissie, de secretaris en hun plaatsvervangers aan, met uitzondering van de afgevaardigde van de vaste wervingssecretaris.

Art. 11.De examencommissie wijst drie van de leden vermeld in artikel 10 aan waaronder de deskundige in management bedoeld in artikel 10, derde lid, 3° voor de verbetering en de beoordeling van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

De examencommissie wijst drie van de leden vermeld in artikel 10 aan waaronder de deskundige in management bedoeld in artikel 10, derde lid, 3°, om het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen af te nemen.

In geval van afwezigheid, verhindering of wraking van een lid van de examencommissie bedoeld in de vorige leden, wordt er in zijn vervanging voorzien door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. Afdeling 2. - De examencommissie van het bekwaamheidsexamen voor de

bevordering tot weddeschaal 2D

Art. 12.De examencommissie van het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot weddeschaal 2D wordt voorgezeten door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat of zijn afgevaardigde.

Ze bestaat uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling.

Buiten de voorzitter, is iedere afdeling samengesteld uit : 1° de directeur van de operaties of een afdelingscommissaris;2° een afgevaardigde van de vaste wervingssecretaris;3° een deskundige in management;4° een secretaris zonder stemrecht. De voorzitter, de leden van de examencommissie en de secretaris hebben elk een plaatsvervanger.

De administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat wijst de leden van de examencommissie, de secretaris en hun plaatsvervangers aan, met uitzondering van de afgevaardigde van de vaste wervingssecretaris.

Art. 13.De examencommissie wijst drie van de leden vermeld in artikel 12 aan waaronder de deskundige in management bedoeld in artikel 12, derde lid, 3°, voor de verbetering en de beoordeling van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

De examencommissie wijst drie van de leden vermeld in artikel 12 aan waaronder de deskundige in management bedoeld in artikel 12, derde lid, 3°, om het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen af te nemen.

In geval van afwezigheid, verhindering of wraking van een lid van de examencommissie bedoeld in de vorige leden, wordt er in zijn vervanging voorzien door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. Afdeling 3

Bepalingen gemeenschappelijk aan de afdelingen 1 en 2

Art. 14.De secretaris van de examencommissie houdt alle geschriften bij betreffende de verrichtingen van de examencommissie.

Voor de uitoefening van deze functie staat de secretaris van de examencommissie onder het rechtstreeks gezag van de voorzitter van de examencommissie.

Art. 15.De examencommissie van het bekwaamheidsexamen houdt toezicht op de organisatie van dit examen.

Art. 16.De examencommissie beraadslaagt bij meerderheid van de stemmen.

In geval van staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 17.De examencommissie stelt de criteria van beoordeling van het bekwaamheidsexamen vast, onderzoekt de resultaten van elk examengedeelte en beraadslaagt erover.

De examencommissie stelt haar andere werkingsregels vast. HOOFDSTUK IV. - De organisatie van de bekwaamheidsexamens Afdeling 1. - Het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot

weddeschaal 1D Onderafdeling 1 Schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D

Art. 18.Het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D bestaat uit een verslag dat de ontwikkeling en de redenen weergeeft van de operationele verwerking van een gebeurtenis die de Veiligheid van de Staat aanbelangt zoals ze zich kan voordoen in de werkelijkheid.

De gebeurtenis wordt voorgesteld onder de vorm van een werkdossier.

Het verslag heeft tot doel de examencommissie toe te laten de bekwaamheden van de gegadigde, in de hoedanigheid van leidinggevende na te gaan om : 1° op een objectieve wijze de bestanddelen van de voorgestelde gebeurtenis te ontleden en de te bereiken doeleinden te bepalen;2° er een juiste synthese van te kunnen voorstellen;3° de gestelde problemen op een gepaste wijze op te lossen;4° op een realistische wijze de menselijke en adequate operationele middelen aan te wenden;5° in de aangebrachte oplossingen de wettelijke bepalingen, de interne reglementaire procedures van de dienst en de overeenkomsten afgesloten met de andere diensten en instellingen toe te passen.

Art. 19.De examencommissie bepaalt de algemene problematiek waarin de gebeurtenis kadert die de Veiligheid van de Staat aanbelangt en die het voorwerp uitmaakt van het dossier bedoeld in artikel 18, tweede lid.

De leden van de examencommissie aangewezen in artikel 11, eerste lid, stellen het werkdossier samen voor het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D. De duur van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D bedraagt vier uur.

Art. 20.Op straffe van uitsluiting, bedraagt het vereiste minimum der punten 12 op de 20.

Art. 21.De dag van het examen wordt het dossier bedoeld in artikel 18, tweede lid door de secretaris van de examencommissie vermenigvuldigd tot het vereiste aantal exemplaren. Het aantal gemaakte exemplaren wordt opgetekend in het proces-verbaal van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D.

Art. 22.De dossiers bestemd voor het bekwaamheidsexamen 1D worden in een verzegelde omslag geborgen en bewaard op een veilige plaats met dat doel aangeduid door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat tot het ogenblik waarop het examen start.

Art. 23.Tijdens het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D, mogen de gegadigden niet, op straffe van onmiddellijke uitsluiting, met elkaar praten, een GSM gebruiken of nota's en boeken raadplegen, met uitzondering van de documentatie die eventueel wordt toegelaten.

De gegadigden in het bezit van een GSM, van niet toegelaten aantekeningen of boeken, moeten ze neerleggen op de daartoe door de secretaris van de examencommissie aangewezen plaats.

De gegadigden worden per tafel ingedeeld. Aan de ingang van de examenzaal ontvangen de gegadigden een nummer dat hun plaats aanduidt.

Elke gegadigde vindt op zijn plaats een examenschrift waarop hij de gevraagde identiteitsgegevens invult, gevolgd door zijn handtekening.

De opzichter vergelijkt deze gegevens en de handtekening met deze die vermeld zijn op de identiteitskaart van de gegadigde.

De identiteitsgegevens worden vervolgens onzichtbaar gemaakt.

Ieder schrift is voorzien van een volgnummer en een verzameltabel voor de punten.

Geen enkele gegadigde wordt nog toegelaten tot de examenzaal na afloop van de tijd vermeld in de oproepingsbrief.

Art. 24.Iedere gegadigde tekent zijn verslag over het voorgestelde onderwerp op in het examenschrift.

Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met de kladschriften.

De gegadigden mogen slechts het hun ter beschikking gesteld papier gebruiken.

Art. 25.Elk in hun sector handhaven de opzichters de orde en de stilte in de examenzaal en leggen zij er zich op toe de pogingen tot bedrog op te sporen en te beletten. Zij mogen geen gesprek voeren, hetzij onderling, hetzij met de gegadigden en ze vermijden om zich langdurig bij één van de gegadigden op te houden.

De opzichters zijn niet bevoegd om aan de gegadigden ophelderingen te verstrekken. Indien aan hen inlichtingen worden gevraagd, verwittigen zij de aanwezige leden van de examencommissie of de secretaris van de examencommissie.

Art. 26.De gegadigden die de orde verstoren, hetzij door woorden, hetzij op welke wijze ook, of die betrapt worden op bedrog of poging tot bedrog worden onmiddellijk uit de examenzaal verwijderd door de aanwezige leden van de examencommissie of door de secretaris van de examencommissie.

In dat geval stelt de secretaris een proces-verbaal op dat medeondertekend wordt door de opzichter die het incident heeft vastgesteld, door de aanwezige leden van de examencommissie en door hemzelf.

Art. 27.De gegadigden mogen de examenzaal slechts definitief verlaten na afloop van de tijd vermeld in de oproepingsbrief.

De gegadigden mogen de examenzaal niet definitief verlaten, tenzij na afgifte van het examenschrift en van alle ontvangen documenten aan de secretaris van de examencommissie of aan de daartoe aangewezen opzichters.

Het examenschrift en de oproepingsbrief worden afgestempeld.

Art. 28.Na afloop van het schriftelijk gedeelte, en in afwachting van de verbetering, worden alle examenschriften opgehaald en overhandigd aan de secretaris van de examencommissie. De examenschriften worden in een verzegelde omslag op een veilige plaats geborgen door de secretaris van de examencommissie in de lokalen daartoe aangewezen door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat.

Art. 29.De beoordelingsprocedure van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D wordt vastgesteld op de volgende wijze : Iedere verbeteraar doet apart de verbetering van alle examenschriften.

Bij elk examenschrift is een beoordelingsfiche gevoegd waarop alle rubrieken voorkomen waarmee rekening wordt gehouden voor de evaluatie van de werken. Iedere verbeteraar schrijft er zijn opmerkingen op zonder vermelding van een beoordelingcijfer.

Iedere verbeteraar ontvangt een beoordelingslijst die de volgnummers vermeldt die voorkomen op de examenschriften. Hij vermeldt tegenover het nummer dat overeenkomt met het nummer van het verbeterde examenschrift de toegekende punten.

De verbeteraars mogen hun beoordelingslijst niet aan elkaar mededelen zolang ieder van hen zijn individueel verbeteringswerk niet heeft beëindigd.

Iedere verbeteraar ondertekent de beoordelingslijst die hij heeft ingevuld. De lijsten worden in een gesloten omslag geborgen die overhandigd wordt aan de voorzitter van de examencommissie of aan de secretaris indien hij daartoe gemachtigd wordt door de voorzitter.

Deze omslag wordt bewaard op een veilige plaats en zal slechts geopend worden op de dag van de beraadslaging van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

Na de beraadslaging van het schriftelijk gedeelte, wordt de lijst met de definitieve punten ondertekend door alle leden van de examencommissie. De toegekende punten worden overgebracht op de examenschriften door de secretaris van de examencommissie.

De identiteitsgegevens van de houders van de examenschriften worden onthuld en de lijst van de geslaagden voor het schriftelijk gedeelte van het examen wordt opgesteld.

Onderafdeling 2 Mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D

Art. 30.De gegadigde die ten minste het minimum van het vereiste aantal punten voor het schriftelijk gedeelte heeft behaald, wordt toegelaten tot het mondeling gedeelte van bekwaamheidsexamen.

Het mondeling gedeelte is volledig gescheiden van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

Art. 31.Het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D bestaat uit een interview dat betrekking heeft op de wijze waarop de gegadigde, in beperkte tijdsomstandigheden, een gegeven operationele situatie, waarvan hij mededeling van de krachtlijnen ontvangt bij het begin van het onderhoud begrijpt en voorstelt op te lossen.

Het beheer van de operationele situatie zoals voorgesteld door de gegadigde, moet de examencommissie toelaten de bekwaamheden van de gegadigde om autonoom, snel en aangepast een beslissing te nemen, en zijn bekwaamheden voor de flexibiliteit en de omkadering, eigen aan een leidinggevende functie, te beoordelen.

Het nagaan van deze bekwaamheden gebeurt door onderzoek van het waarnemen van de te bereiken doeleinden, van het begrip en de toepassing van de aangewende operationele strategie, van de wijze van coördinatie en controle van deze, van de kansen tot verwezenlijking van het opgestelde scenario alsook van de geschiktheden om effectief de materiële en de menselijke middelen te beheersen die ter beschikking zijn gesteld met eerbiediging van de wettelijke bepalingen, de interne reglementaire procedures eigen aan de dienst en de overeenkomsten afgesloten met andere diensten en instellingen.

De duur van het interview bedraagt dertig minuten.

De punten worden toegekend na het interview.

Art. 32.De drie leden die deel uitmaken van de examencommissie aangeduid met toepassing van artikel 11, tweede lid, werken de operationele situaties uit waarmee gewerkt wordt tijdens het interview bedoeld in artikel 31, eerste lid en nemen het examen af.

Art. 33.§ 1. De beoordelingsprocedure voor het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D wordt vastgesteld op de volgende wijze : Een beoordelingslijst die de namen van de gegadigden bevat, wordt opgesteld en overhandigd aan de examinatoren. De prestatie van de gegadigde maakt het voorwerp uit van één beoordeling die gemeenschappelijk wordt toegekend door de examinatoren en ingeschreven wordt op deze lijst.

Bij gebrek aan akkoord wordt het rekenkundig gemiddelde berekend van de punten toegekend door de examinatoren.

De beoordelingslijst vermeldt de handtekening van alle examinatoren aanwezig bij het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen. § 2. Bij de beoordelingslijst bedoeld in § 1 is een beoordelingsfiche per gegadigde gevoegd, waarop de secretaris van de examencommissie de motivering vermeldt meegedeeld door de examinatoren van het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

Deze beoordelingsfiche wordt geparafeerd door de examinatoren van het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen. § 3. De beoordelingslijst en de beoordelingsfiches worden in een verzegelde omslag overhandigd aan de secretaris. Deze omslag wordt op een veilige plaats bewaard tot de dag van de beraadslaging.

Art. 34.Om te slagen voor het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen bedraagt het vereiste minimum der punten 12 op de 20. Afdeling 2. - Het bekwaamheidsexamen voor de bevordering tot

weddeschaal 2D Onderafdeling 1. - Schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D

Art. 35.Het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D bestaat uit een verslag dat de ontwikkeling en de redenen weergeeft van de voorstellen om de uitvoering van een opdracht, bevolen door de sectieoverste of de directeur van de operaties tot een goed einde te brengen.

De doeleinden en de beschikbare actiemiddelen zijn vooraf gedefinieerd en voorgesteld in een werkdossier.

Het verslag heeft tot doel de examencommissie toe te laten de bekwaamheden van de gegadigde, onder toezicht van de sectieoverste na te gaan om : 1° elke bevolen opdracht uit te voeren;2° op een adequate wijze de toegewezen doeleiden te bereiken;3° op een gepaste wijze de bepaalde menselijke en operationele middelen te beheren;4° in de uitvoering van de opdracht de wettelijke bepalingen, de interne reglementaire procedures van de dienst en de overeenkomsten afgesloten met de andere diensten en instellingen toe te passen.

Art. 36.§ 1. De examencommissie bepaalt de aard van de te vervullen opdracht, de toegewezen doeleinden en de middelen die ter beschikking worden gesteld. § 2. De leden van de examencommissie aangewezen in artikel 13, eerste lid, stellen het dossier samen dat bestemd is voor het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D. § 3. De duur van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D bedraagt vier uur.

Art. 37.Het verloop van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D gebeurt overeenkomstig de procedure beschreven in de artikelen 21 tot 28.

Art. 38.Artikel 29 is van toepassing op het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D.

Art. 39.Op straffe van uitsluiting, bedraagt het vereiste minimum der punten 12 op de 20.

Onderafdeling 2. - Mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D

Art. 40.De gegadigde die ten minste het minimum van het vereiste aantal punten voor het schriftelijk gedeelte heeft behaald, wordt toegelaten tot het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D. Het mondeling gedeelte is volledig gescheiden van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen.

Art. 41.Het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D bestaat uit een interview dat betrekking heeft op de wijze waarop de gegadigde, in beperkte tijdsomstandigheden, een concrete opdracht, waarvan hij mededeling van de krachtlijnen bij het begin van het onderhoud ontvangt, begrijpt en voorstelt tot een goed einde te brengen.

De wijze van uitvoering van de opdracht, verdedigd door de gegadigde moet de examencommissie toelaten de bekwaamheden van de gegadigde te beoordelen om een beslissing te nemen en de bekwaamheden in het beheer binnen het handelingskader dat hem wordt opgelegd.

Het nagaan van deze bekwaamheden gebeurt door het onderzoek in het kader vastgesteld voor de uitvoering van een bepaalde opdracht, van de bekwaamheid van de gegadigde om de verschillende mogelijke adequate opties te bedenken, er een keuze in te maken, de uitgekozen optie tot een goed einde te brengen door een effectief beheer van bepaalde materiële en menselijke middelen die ter beschikking worden gesteld met eerbiediging van de van kracht zijnde wettelijke bepalingen, de interne reglementaire procedures van de dienst en de overeenkomsten afgesloten met andere diensten en instellingen.

De duur van het interview bedraagt dertig minuten.

De punten worden toegekend na het interview.

Art. 42.De drie leden die deel uitmaken van de examencommissie aangewezen met toepassing van artikel 13, tweede lid, werken de operationele situaties uit waarmee gewerkt wordt tijdens het interview bedoeld in artikel 41, eerste lid, en nemen het examen af.

Art. 43.Artikel 33 is van toepassing op het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D.

Art. 44.Om te slagen voor het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen, bedraagt het vereiste minimum der punten 12 punten op de 20. Afdeling 3. - De beraadslaging van de bekwaamheidsexamens 1D en 2D

Art. 45.Om te slagen voor zowel het bekwaamheidsexamen 1D als 2D, naargelang het geval, dient de gegadigde ten minste 12 punten op de 20 te behalen voor het schriftelijk gedeelte en ten minste 12 punten op de 20 voor het mondeling gedeelte en ten minste 24 punten op de 40 voor het geheel van het bekwaamheidsexamen 1D of 2D, naargelang het geval.

In afwijking van voorgaand lid moeten de gegadigden, die vrijgesteld waren van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D of van het schriftelijk gedeelte van het bekwaamheidsexamen 2D, naargelang het geval, ten minste 12 punten op de 20 behalen voor het mondeling gedeelte van het bekwaamheidsexamen 1D of 2D, naargelang het geval.

Art. 46.Na afloop van elk gedeelte van het bekwaamheidsexamen wordt de examencommissie van het bekwaamheidsexamen bijeengeroepen door zijn voorzitter teneinde over te gaan tot de beraadslaging.

Art. 47.Na ontvangst van de definitieve beoordelingen stelt de voorzitter van de examencommissie het proces-verbaal op van het bekwaamheidsexamen in zijn geheel. Het wordt ondertekend door de voorzitter en de leden van de examencommissie.

Art. 48.De examencommissie van het bekwaamheidsexamen stelt definitief de lijst vast van de geslaagden voor het bekwaamheidsexamen die opgetekend wordt in het proces-verbaal van de vergadering. Afdeling 4. - De bewaring van de processen-verbaal van de

bekwaamheidsexamens 1D en 2D

Art. 49.De processen-verbaal van de bekwaamheidsexamens voor de bevorderingen tot de weddeschalen 1D en 2D worden in chronologische volgorde gerangschikt en bewaard op het secretariaat van de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 50.De geslaagden voor het geheel van het bekwaamheidsexamen behouden onbeperkt het voordeel van hun geslaagd zijn.

Art. 51.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 23 december 1999.

M. VERWILGHEN

^