gepubliceerd op 10 juli 2007
Ministerieel besluit betreffende de onteigening voor aanlegwerken van de collector van Tombroek - Moeskroen
22 MEI 2007. - Ministerieel besluit betreffende de onteigening voor aanlegwerken van de collector van Tombroek - Moeskroen
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978, inzonderheid op artikel 5 houdende de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte;
Gelet op het decreet van 27 mei 2004 betreffende het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, waarin het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling en het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau", inzonderheid op artikel D.338, § 2, worden opgeheven;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het eerste beheerscontract, afgesloten op 29 februari 2000 tussen het Gewest en de « S.P.G.E. », in het bijzonder de punten 4.2.2. en 4.3. en het door de Waalse Regering op 16 maart 2006 goedgekeurd beheerscontract;
Gelet op de beslissing genomen op 17 april 2007 door het Directiecomité van de « S.P.G.E. » om met de percellen die nodig zijn voor de uitvoering van aanlegwerken van de collector van Tombroek - Moeskroen verder te onteigenen;
Overwegende dat krachtens artikel 12, § 2 van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een openbare maatschappij voor waterbeheer, opgeheven bij het decreet van 27 mei 2004 betreffende het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op artikel D. 338, § 2, de « Société publique de Gestion de l'Eau », afgekort « S.P.G.E. », vertegenwoordigd door twee bestuurders krachtens artikel 28 van de statuten, na machtiging door de Regering, de onteigening ten algemenen nutte van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel in eigen naam mag voortzetten;
Overwegende dat de onteigeningen op grond van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte moeten worden uitgevoerd;
Overwegende dat de werkzaamheden tot de verwezenlijking van het maatschappelijke doel van de voornoemde maatschappij bijdragen, namelijk de sanering van het afvalwater, dat ze betrekking op een van de saneringswerken hebben die het door de Waalse Regering op 23 december 2004 goedgekeurd investeringsprogramma 2005-2009 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen vormen en kunnen dus van algemeen nut worden verklaard;
Gelet op de termijnen bepaald bij Richtlijn 91/271/EEG inzake de opvang van stedelijk afvalwater;
Overwegende dat, in het kader van de Europese Unie, de achterblijvende landen hun achterstand moeten inhalen; dat de Belgische Staat door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap bij het arrest van 25 mei 2000 (C-307/98, § 44) wordt veroordeeld wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen, meer bepaald inzake de afvalwaterzuivering en voor de aanzienlijke achterstand in het afvalwaterbeleid; dat hij door de Commissie in kennis van een gemotiveerd advies wordt gesteld (doc. C (2000) 2991 laatst); Overwegende dat de Belgische Staat door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap bij het arrest van 8 juli 2004 (C 27/03) wegens tekortkoming aan zijn verplichtingen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater wordt veroordeeld;
Gelet op de inlichtingen vermeld in het saneringsplan per hydrografisch onderbekken;
Gelet op de inschrijving van 21 februari 2007 betreffende de bouw van stukken collectoren, van twee pompstations en van toevoerleidingen volgens de door de landmeter Thiebaut opgestelde plannen van de innemingen van 28 juli 2006, nrs. 1/3 tot 3/3 ind B met vermelding van de kadastrale inlichtingen en andere inlichtingen betreffende de te verrichten innemingen;
Gelet op Richtlijn 91/271 waarbij de sanering van agglomeraties met meer dan 2 000 IE uiterlijk op 31 december 2005 wordt opgelegd;
Overwegende dat het Waalse Gewest de opgelopen achterstand wil inhalen om de kaderrichtlijn (2000/60/EG) zo snel mogelijk strikt na te leven.
Overwegende dat het noodzakelijk blijkt de in de voornoemde tabel vermelde percelen gedeeltelijk of geheel te onteigenen;
Overwegende dat de spoedige inbezitneming van bovenvermelde innemingen onontbeerlijk is om het opgestelde programma i.v.m. de behandeling van stedelijk afvalwater niet te belemmeren, om het milieubederf tegen een redelijke prijs tegen te gaan en, zodoende, zo snel te voldoen aan het voorschrift van zowel het door de Waalse Regering op 26 oktober 2000 en van 13 juni 2002 goedgekeurd investeringsprogramma inzake sanering, als aan de Europese richtlijn 91/271 EEG, aan het arrest van het Hof van Justicie EEG van 25 mei 2000 (C-307/98, § 44), aan de gemotiveerde beslissing van de Commissie EEG en aan het arrest van 8 juli 2004 (C 27/03), Besluit :
Artikel 1.De naamloze vennootschap « Société publique de Gestion de l'Eau », afgekort « S.P.G.E. », wordt ertoe gemachtigd de onteigening ten algemenen nutte van percelen gelegen te Moeskroen en vermeld in de bijgaande tabel in eigen naam voort te zetten. Het plan van de innemingen ligt ter inzage op de zetel van de onteigenende overheid, rue de Stassart 14-16, te 5000 Namen of bij de Administratie, aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Afdeling water, avenue Prince de Liège 15, te 5100 Jambes.
Art. 2.De onmiddellijke inbezitneming van die innemingen wordt onontbeerlijk verklaard ten algemenen nutte.
Art. 3.De in artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 bedoelde rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte zal worden toegepast.
Art. 4.Dit besluit wordt meegedeeld aan de voorzitter van de Directiecomité van de « S.P.G.E. ».
Namen, 22 mei 2007.
B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld