Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 januari 2019
gepubliceerd op 30 januari 2019

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 december 2018 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
vlaamse overheid
numac
2019010545
pub.
30/01/2019
prom.
22/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/22/2019010545/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij


22 JANUARI 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 december 2018Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040775 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee sluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee


DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011, artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2018Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040775 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee sluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee;

Gelet op Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje;

Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal;

Gelet op Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr.1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad, het laatst gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/812 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en besluit 2004/585/EG van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2015/812 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2187/2005, (EG) nr. 1967/2006, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 2347/2002 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, en Verordeningen (EU) nr. 1379/2013 en (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad, in verband met de aanlandingsverplichting, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1434/98 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127;

Gelet op Verordening (EU) 2018/973 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot vastlegging van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting in de Noordzee en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad;

Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/2033 van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren voor de periode 2019-2021;

Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/2034 van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de noordwestelijke wateren voor de periode 2019-2021;

Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/2035 van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen in de Noordzee voor de periode 2019-2021;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2019/ van de Raad van januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor het jaar 2019 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EU toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij zijn opgelegd;

Overwegende dat de geconsolideerde tekst van het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, laattijdig beschikbaar werd gesteld;

Overwegende dat de quotacommissie op haar zitting van 10 januari 2019 een advies heeft geformuleerd;

Overwegende dat de visserij door vaartuigen van het klein vlootsegment verboden moeten worden in de Ise zee, ICES-gebied VIIa;

Overwegende dat de modaliteiten voor de tongvisserij in ICES-gebied VIIa, nader moeten worden bepaald;

Overwegende dat de modaliteiten voor het wetenschappelijk onderzoek in ICES-gebied VIIa moeten worden vastgelegd;

Overwegende dat er geen de-minimis geldt voor tong VIIa en dat de bepalingen van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013, met betrekking tot de aanlandingsverplichting onverkort van toepassing zijn;

Overwegende dat de vangstmogelijkheden per visreis moeten worden vastgesteld of aangepast voor volgende soorten: schelvis VIIa, kabeljauw VIIa, wijting VIIa, schol VIIf en g en roggen VIIa-c en VIIe-k, Besluit :

Artikel 1.In artikel 5, punt 4°, van het ministerieel besluit van 19 december 2018Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 19/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040775 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee sluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee, wordt onder het punt 4° de zinsnede "VIIh, j, k" vervangen door de zinsnede "VIIa, h, j en k".

Art. 2.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zinsnede "31 januari" wordt vervangen door de zinsnede "30 juni". 2° een tweede lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking van het eerste lid worden de maximale toegelaten vangsthoeveelheden verdubbeld die gerealiseerd zijn door een vissersvaartuig dat volgens de Officiële lijst der Belgische zeeschepen 2019 uitsluitend uitgerust is met de planken of met de zegen.".

Art. 3.Aan artikel 22, § 1, van hetzelfde besluit worden na het enige lid vijf leden toegevoegd, die luiden als volgt : "In de periode 1 februari 2019 tot 30 juni 2019 is het in het ICES-gebied VIIa voor een vaartuig van het GVS verboden een totale tongvangst te realiseren die groter is dan 6000 kg, een wetenschappelijk quotum niet meegerekend.

Er wordt een wetenschappelijk tongquotum in het ICES-gebied VIIa voorbehouden van 12 ton, verdeeld over telkens een visreis per kwartaal van maximaal 3000 kg tong.

Teneinde te kunnen genieten van dit wetenschappelijk quotum, richten eigenaars van vissersvaartuigen per aangetekende brief of per e-mail een aanvraag tot de bevoegde entiteit, met opgave van het gewenste kwartaal. Deze aanvraag moet toekomen bij de bevoegde entiteit uiterlijk op maandag 4 februari 2019, 12 :00 uur.

Aanvragen voor meerdere kwartalen zijn mogelijk. Als er voldoende kandidaten zijn, kan een vaartuig slechts voor één kwartaal in aanmerking komen. Er wordt geloot indien er meerdere aanvragen eenzelfde kwartaal betreffen. Een kandidaat en een reservekandidaat worden aangeduid.

Het wetenschappelijk quotum van maximaal 3000 kg tong per visreis, moet in maximaal vijf opeenvolgende zeedagen worden opgevist. Het niet-opgevist deel is definitief verloren. Indien meer gevist wordt, komt dit in mindering van de normaal toegekende hoeveelheden aan het vaartuig.

De visreis moet volledig in ICES-gebied VIIa plaatsvinden en gedurende de volledige visreis dient minstens één wetenschapper van ILVO aan boord te zijn. Bovendien moet de eigenaar van het vaartuig toelaten dat desgevallend een wetenschapper inscheept tijdens reguliere visreizen ter opname van de toewijzing vermeld in lid 2.

Indien een eigenaar van een vaartuig aangeduid conform lid 4, behoudens in geval van overmacht, niet deelneemt aan het wetenschappelijk onderzoek, komt het vaartuig niet langer in aanmerking voor analoog wetenschappelijk onderzoek tot en met 2020, en wordt de toegekende hoeveelheid tong, zoals vermeld in lid 2, voor de betreffende toewijsperiode met 3000 kg tong verminderd.".

Art. 4.In artikel 24, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en tweede lid wordt de zinsnede "31 december" telkens vervangen door de zinsnede "31 januari";2° een derde en vierde lid worden toegevoegd, die luiden als volgt : "In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in de ICES-gebieden VIIf, g, voor een vissersvaartuig van het KVS verboden bij de scholvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 120 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in die ICES-gebieden. In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in de ICES-gebieden VIIf, g, voor een vissersvaartuig van het GVS verboden bij de scholvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 240 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in die ICES-gebieden.".

Art. 5.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en tweede lid wordt de zinsnede "ICES-gebieden VII, VIII" telkens vervangen door de zinsnede "ICES-gebieden VIIb-k, VIII";2° aan de bestaande tekst die paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 2.In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in ICES-gebied VIIa voor een vissersvaartuig van het GVS verboden bij de schelvisvangst een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 100 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in dit ICES-gebied.".

Art. 6.In artikel 27, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en tweede lid wordt de zinsnede "31 december" telkens vervangen door de zinsnede "31 januari";2° een derde en vierde lid worden toegevoegd, die luiden als volgt : "In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in ICES-gebieden VIIa-c, e-k, voor een vissersvaartuig van het KVS verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden, die gelijk is aan 350 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in dat ICES-gebied. In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in ICES-gebieden VIIa-c, e-k, voor een vissersvaartuig van het GVS verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden, die gelijk is aan 700 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in dat ICES-gebied.".

Art. 7.In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 7bis ingevoegd, die luidt als volgt : " § 7bis. In de periode van 1 februari 2019 tot en met 31 december 2019 is het in het ICES -gebied VIIa, voor een vissersvaartuig van het GVS verboden bij de wijtingvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 20 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens die zeereis in dit ICES-gebied.".

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2019. Het houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2020.

Brussel, 22 januari 2019.

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^