gepubliceerd op 20 februari 2017
Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
22 DECEMBER 2016. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), artikel 32, § 1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2003;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen;
Gelet op de voordracht van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap, ingediend op 25 november 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 22 december 2016;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd is door de omstandigheid dat deze wijzigingen in kracht moeten treden op 1 januari 2017, opdat de werkgevers in het laatste kwartaal 2016 de nieuwe subsidievoorwaarden kennen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geen terugwerkende uitbetalingen hoeft te doen en geen correcties hoeft uit te voeren, wat met veel administratieve rompslomp en kosten verbonden is; dat dit besluit dus zo snel mogelijk in werking moet treden;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 13 juni 2013 en 13 november 2014, wordt vervangen als volgt : « § 1. De forfaitaire subsidie vermeld in artikel 3 wordt als volgt vastgelegd : voor prestatiecategorie A: 2,0942 euro voor prestatiecategorie B: 3,2112 euro voor prestatiecategorie C: 4,9621 euro voor prestatiecategorie D: 6,9276 euro voor prestatiecategorie E: 9,6387 euro. »
Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Regering van 18 juli 2002, wordt hersteld als volgt : « De kosten van de tegemoetkoming van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemer overeenkomstig het toepasselijke sociaal abonnement van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden, worden voor alle medewerkers van de beschutte werkplaatsen, onafhankelijk van het vervoermiddel, vanaf de eerste kilometer tussen woonplaats en werkplek, voor alle gewerkte dagen volledig gesubsidieerd. »
Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Regering van 12 december 1997, wordt hersteld als volgt : « Aan alle medewerkers die 10 jaar tot de sector van de beschutte werkplaatsen behoren, wordt een extra vakantiedag voor 15 november toegekend en forfaitair met 47,06 euro gesubsidieerd. Dat bedrag stemt overeen met de spilindex van 104,14 op 1 november 2006 en wordt overeenkomstig de regeling vervat in artikel 4, § 2, aangepast. »
Art. 4.In artikel 11, § 3, 2°, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 13 juni 2013, wordt het percentage "57 %" vervangen door het percentage "60 %".
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 22 december 2016.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS