Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 december 2008
gepubliceerd op 16 januari 2009

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009027004
pub.
16/01/2009
prom.
22/12/2008
ELI
eli/besluit/2008/12/22/2009027004/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik


De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, artikel 51bis, eerste lid, 2°, ingevoegd door het decreet van 17 juli 2008;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, artikel 25bis, ingevoegd door het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006 en gewijzigd door het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt, artikel 29bis, ingevoegd door het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006 en gewijzigd door het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 18 oktober 2007 tot goedkeuring van het actieprogramma betreffende het Energiefonds voor 2008 en 2009;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 28 augustus 2008 betreffende de gecoördineerde maatregelen inzake informatie, advies en leningen om het energierendement van de woningen te verbeteren;

Gelet op het besluit van de Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen, toegekend door het Huisvestingsfonds van de kroostrijke gezinnen van Wallonië;

Gelet op het besluit van de Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen, toegekend door de « Société wallonne du Crédit social »;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 augustus 2008 en op 19 december 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 augustus 2008 en op 19 december 2008;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° Punt 5° wordt vervangen door de volgende tekst : « 5° renovatie : werken uitgevoerd in een gebouw waarvan het dossier betreffende de oorspronkelijke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag vóór 1 december 1996 bij de gemeente is ingediend »;2° Punt 8° wordt vervangen door de volgende tekst : « 8° peil van de globale thermische isolatie K : het peil K wordt berekend volgens de reglementering van kracht op het moment van de indiening van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag;bij gebrek aan bestaande reglementering op die datum wordt het peil K berekend volgens de reglementering van kracht twaalf maanden vóór de datum van de factuur »; 3° Punt 9° wordt vervangen door de volgende tekst : « 9° administratie : de Overheidsdienst Wallonië, Overkoepelend Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie, Departement Energie en Duurzaam bouwen »;4° Er wordt een punt 16° toegevoegd, opgesteld als volgt : « 16° opdrachtgever van de investeringen : persoon die de in aanmerking komende investeringen realiseert en aan wie de facturen of ereloonstaten ter zake worden verzonden.»

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Er wordt een derde lid ingevoegd, opgesteld als volgt : « Het bedrag van de premies die krachtens onderhavig besluit worden toegekend, mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag van de factuur voor de in aanmerking komende investeringen.» 2° Er wordt een zesde lid ingevoegd, opgesteld als volgt : « Behoudens uitdrukkelijke afwijking, zijn alle bepalingen van onderhavig besluit die de uitvoering door een geregistreerde aannemer opleggen, van toepassing op de werken en installaties in hun geheel.»

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie van 8 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van het dak of van de zolder uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarvan de warmteweerstandscoëfficiënt, R, gelijk is aan 3,5 m2K/W of meer, ».

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie van 25 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van de muren in contact met de externe omgeving of met een niet verwarmde of niet vorstvrije ruimte, als ze door een geregistreerde aannemer uitgevoerd wordt d.m.v. een isolatiemateriaal waarmee een globale thermische transmissiecoëfficiënt van de wand, Umax, bereikt kan worden die lager is dan 0,45 W/m2K. »

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie van 25 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van de vloeren uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarmee een globale thermische transmissiecoëfficiënt van de vloer, U, bereikt kan worden die lager is dan 0,5 W/m2K. »

Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 1°, wordt het getal « 45 » vervangen door het getal « 35 »;2° In § 1, wordt punt 3° vervangen door de volgende tekst : « 3° de ventilatie van de ééngezinswoning voldoet aan de regelgeving die van kracht is op het ogenblik van de indiening van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.»; 3° In § 2 wordt het getal « 45 » vervangen door het getal « 35 ».

Art. 7.In artikel 13 van hetzelfde besluit, wordt het laatste lid vervangen door de volgende tekst : « Al deze gegevens worden opgemaakt overeenkomstig de regelgeving die op het ogenblik van de indiening van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van kracht is. »

Art. 8.In artikel 23 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « Er wordt een premie van 1.500 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp die voldoet aan de criteria bedoeld in de bijlage voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving die op het ogenblik van de indiening van de jongste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van kracht is. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest "Construire avec l'énergie". »

Art. 9.In artikel 24 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « Er wordt een premie van 2.250 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp combi verwarming-sanitair warmwater die voldoet aan de criteria bedoeld in de bijlage voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving die op het ogenblik van de indiening van de jongste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van kracht is. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest "Construire avec l'énergie". »

Art. 10.In artikel 31, § 2, van hetzelfde besluit, wordt een punt 3° toegevoegd, opgesteld als volgt : « 3° In afwijking op 2°, voor gebouwen of delen van gebouwen die door de wijziging van bestemming, een nieuwe bestemming krijgen en indien, in tegenstelling tot de vroegere situatie, energie wordt verbruikt voor de behoeften van personen, om een specifieke binnentemperatuur te verkrijgen, vermeldt het verslag van de energieaudit op zijn minst : - de waarde U van de bestaande wanden die het te beschermen volume geheel of gedeeltelijk afbakenen, de aanbevolen verbeteringsmaatregelen voor deze wanden, het peil K van het gebouw of van het betrokken deel van het gebouw en de waarden U na werken aan de bestaande wanden die het beschermde volume afbakenen; - een beschrijving van het aanbevolen verwarmingssysteem en de vermelding van zijn globaal rendement, en van de rendementen van de verschillende elementen die een rol spelen in dit globaal rendement (distributie, uitstoot, productie, regeling). »

Art. 11.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : « In afwijking van artikel 4, eerste lid, wordt verstaan onder aanvrager in de zin van dit hoofdstuk elke syndicus van een gebouw, opdrachtgever van de investeringen en aangewezen overeenkomstig de bepalingen van Boek II, titel II, hoofdstuk III, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek betreffende de gedwongen mede-eigendom van gebouwen of groepen van gebouwen. »

Art. 12.Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : « Het voordeel van de premies die krachtens onderhavige titel worden toegekend, is voorbehouden aan de openbare huisvestingsmaatschappijen, opdrachtgevers van de in aanmerking komende investeringen.

Onder openbare huisvestingsmaatschappij wordt verstaan elke rechtspersoon bedoeld in artikel 130 van de Waalse huisvestingscode, hierna SLSP genoemd, ».

Art. 13.In artikel 45 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een woning wordt een premie van 8 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van het dak of van de zolder uitgevoerd door een geregistreerde ondernemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarvan de warmteweerstandscoëfficiënt, R, gelijk is aan 3,5 m2K/W of meer. »

Art. 14.In artikel 46 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een woning wordt een premie van 25 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van de muren in contact met de externe omgeving of met een niet verwarmde of niet vorstvrije ruimte, als ze door een geregistreerde ondernemer uitgevoerd wordt d.m.v. een isolatiemateriaal waarmee een globale thermische transmissiecoëfficiënt van de wand, Umax, bereikt kan worden die lager is dan 0,45 W/m2K. »

Art. 15.In artikel 47 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « In geval van renovatie van een woning wordt een premie van 25 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van de vloeren uitgevoerd door een geregistreerde ondernemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarmee een globale thermische transmissiecoëfficiënt van de vloer, U, bereikt kan worden die lager is dan 0,5 W/m2K. »

Art. 16.In artikel 54 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « Er wordt een premie van 1.500 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp die voldoet aan de criteria bedoeld in de bijlage voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving die op het ogenblik van de indiening van de jongste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van kracht is. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest "Construire avec l'énergie". »

Art. 17.In artikel 57 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid van § 1 vervangen door de volgende tekst : « Er wordt een premie van 2.250 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp combi verwarming-sanitair warmwater die voldoet aan de criteria bedoeld in de bijlage voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving die op het ogenblik van de indiening van de jongste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van kracht is. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest "Construire avec l'énergie". »

Art. 18.In artikel 68 van hetzelfde besluit, worden lid 1 en 2 vervangen door : « In geval van woningrenovatie wordt een premie toegekend voor warmteregelingswerken, met name de installatie van een systeem dat voorrang geeft aan het sanitaire warmwater, van thermostatische kleppen, van een omgevingsthermostaat met klok en/of van een buitensonde.

Het bedrag van deze premie bedraagt : 1° thermostatische klep : 10 euro;2° omgevingsthermostaat : 100 euro;3° buitensonde : 100 euro;4° systeem dat voorrang geeft aan het sanitaire warmwater : 100 euro. »

Art. 19.Artikel 76 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : « In de zin van deze titel wordt verstaan onder aanvrager, opdrachtgever van de investeringen : 1° elke natuurlijke persoon, met inbegrip van degene die de hoedanigheid van handelaar heeft of een zelfstandig beroep uitoefent;2° elke onderneming opgericht in de vorm van een handelsvennootschap bedoeld in het vennootschapswetboek, die minstens één bedrijfszetel in Wallonië heeft en beantwoordt aan de definitie van de micro-ondernemingen in de zin van de bijlage bij de aanbeveling van de Commissie C(2003) 1422 van 6 mei 2003 betreffende de definitie van de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen;3° de syndici van een gebouw bedoeld in artikel 36 van dit besluit.»

Art. 20.Artikel 79, § 1, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende tekst : « 1° aanvrager : elke rechtspersoon, opdrachtgever van de investeringen, met uitsluiting van de syndicus van een gebouw bedoeld in artikel 36 en van de openbare huisvestingsmaatschappijen bedoeld in artikel 43, die een investering verrichten die in aanmerking komt in de zin van dit besluit. »

Art. 21.In artikel 93, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de term « Om de zes maanden » vervangen door de term « Om de drie maanden ».

Art. 22.Onder titel VI van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk II/1 toegevoegd, met de titel « Afwikkelingsprocedure van de premies in het kader van het programma betreffende de toekenning van ecoleningen ».

Onder dit nieuwe hoofdstuk worden volgende artikelen toegevoegd, opgesteld als volgt : «

Art. 93/1.Voor onderhavig besluit wordt verstaan onder : 1° SWCS : « Société wallonne du Crédit social », inclusief de sociale kredietloketten die deze in Wallonië erkent : 2° FLW : « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » (Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië);3° Ecoleningen : voorziening ingevoerd door het besluit van de Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen, toegekend door het Huisvestingsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië en door het besluit van de Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen, toegekend door de « Société wallonne du Crédit social »;de voorziening ecoleningen kan worden gecumuleerd met één of meerdere ecopremies; 4° Ecopremies : alle premies bedoeld onder Titel II, met uitzondering van de premies bedoeld in de artikelen 10 en 11, 26 en 27, met naleving van de toekenningsvoorwaarden die van toepassing zijn krachtens onderhavig besluit;de ecopremies worden toegekend door de SWCS en het FLW.

Art. 93/2.In het kader van de voorziening ecoleningen, moeten de SWCS en het FLW de administratie voor de 10e van elke maand een elektronisch bestand met de toegekende ecopremies, zoals opgesteld door de administratie, bezorgen dat per e-mail met bericht van ontvangst wordt overgemaakt. Dat bestand bevat de per meting gesorteerde lijst van de ecopremies die de vorige maand zijn uitgekeerd, alsook de uitvoerige gegevens die daarop betrekking hebben.

Het bedrag van de ecopremies die de SWCS en het FLW uitkeren, wordt door de administratie terugbetaald op basis van specifieke schuldvorderingen voor elke maatregel die de SWCS en het FLW om de drie maanden in 3 exemplaren bij de administratie moeten indienen.

Elke specifieke schuldvorderingsverklaring wordt aangevuld met een gedetailleerde lijst van de uitgaven en de bewijsstukken betreffende de daadwerkelijk betaalde ecopremies.

Art. 93/3.De administratie heeft het recht om, in het kader van de eisen van onderhavig besluit, te controleren of de toekenningsvoorwaarden van de ecopremies die de SWCS en het FLW hebben betaald, werden nageleefd.

Desgevallend eist de administratie de terugbetaling van de onterecht betaalde sommen, ten laste van de SWCS of het FLW.

Art. 93/4.De premies van onderhavig besluit mogen niet worden gecumuleerd met de ecopremies die via de SWCS en het FLW worden uitgekeerd. »

Art. 23.In de artikelen 25 en 35 van hetzelfde besluit worden de termen « samen met de indiening van het overeenstemmende premiedossier » gelezen als « samen met de datum waarop de overeenstemmende premieaanvraag moet worden ingediend. »

Art. 24.Artikel 98 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : « Onverminderd het recht om zich rechtstreeks tot de rechtbank te wenden, kan de aanvrager wiens aanvraag is geweigerd een verzoek indienen opdat de beslissing tot weigering zou worden herzien.

Dat verzoek wordt d.m.v. een gemotiveerd schrijven aan de directeur-generaal van de administratie gericht binnen een termijn van hoogstens negentig dagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van de beslissing tot weigering. »

Art. 25.In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door de bijlage bij onderhavig besluit.

Art. 26.Onderhavig besluit en zijn bijlage treden in werking op 1 februari 2009. Hun bepalingen zijn van toepassingen op de aanvragen waarvan de eerste dag van de termijn voor de indiening van de aanvraag van in aanmerking komende investeringen, dateert van na 31 januari 2009.

In afwijking op het eerste lid is artikel 6 van onderhavig besluit van toepassing wanneer de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag van de eengezinswoning dateert van na 31 januari 2009.

Namen, 22 december 2008.

A. ANTOINE

Bijlage 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.a. Energiewinning. - In het water : De winning kan verricht worden hetzij in oppervlaktewateren (rivieren, vijvers, meren,...), hetzij in diepe wateren (grondwaterlagen, putten,...), op "statische" of "dynamische" wijze.

De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het gezamenlijke systeem van energie-opneming : - in het geval van een "dynamische" winning (door oppompen), omvat het o.a. de dimensionering van de eventuele tussenwarmtewisselaars, de vloeistofdebieten, de temperatuurdelta's, het vermogen van de hulpmiddelen...; - in het geval van een "statische" winning (via een onder water gezette wisselaar), omvat het o.a. de dimensionering van de wisselaar, van het eventuele kunstmatig bekken of van de natuurlijke bron,... - In de grond : De energiewinning kan verwezenlijkt worden hetzij met een horizontaal begraven verdamper, hetzij met een warmtewisselaar met glycolwater die horizontaal of verticaal in de grond begraven is.

De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het gezamenlijke systeem van energie-opneming : - bij gebruik van een tussenvloeistof zoals glycolwater, gaat het hetzij om de dimensionering van de horizontaal geplaatste warmtewisselaar, hetzij om de verticale sonde(s). De nota vermeldt o.a. het secundaire vloeistofdebiet en het vermogen van de hulpmiddelen, - In het geval van een horizontale verdamper, gaat het om de dimensionering van die verdamper.

Bij winning d.m.v. een verticale sonde gaat het premieaanvraagformulier vergezeld van een geologisch analyserapport dat door of voor de boormaatschappij is uitgevoerd. - In de buitenlucht : In de lucht kan de energiewinning op statische of dynamische wijze verwezenlijkt worden.

De warmtepompen die de buitenlucht als energiebron gebruiken kunnen eventueel van een extra elektrische dompelaar voorzien worden daar waar warmte geloosd wordt. De dompelaar wordt onder de condensator geplaatst.

In het geval van een statische winning wordt de warmtepomp niet uitgerust met een ontdooiingssysteem, maar wordt de buitenwisselaar zonder belemmering van het zonlicht en de natuurlijke luchtstroom gericht tussen het oosten en het westen en via het zuiden.

Ook in dit geval gaat de premieaanvraag vergezeld van de berekeningsnota betreffende de dimensionering van het gezamenlijke systeem van energie-opneming. Bij gebruik van een secundaire vloeistof worden het debiet en het vermogen van de hulpmiddelen nader bepaald, Indien een stedenbouwkundige en/of milieuvergunning vereist wordt voor de exploitatie van dat natuurlijke hulpmiddel, wordt het bewijs van de aanvaarding van de vergunning(en) bij de premieaanvraag gevoegd. 1.b. Aanvullende bepaling.

De installatie wordt uitgerust met een bijkomende elektrische meter voor de meting van het verbruik i.v.m. het gebruik van de warmtepomp. 2. WARMTEPOMP VOOR DE VERWARMING VAN EEN WONING De reversibele warmtepompen voor de klimaatregeling van het gebouw komen niet in aanmerking voor de premie. 2.a. Energielozing.

Lozing in de omgevingslucht : De warmtepompen die de thermische energie in de lucht lozen komen niet in aanmerking voor de premie.

Lozing d.m.v. een warmtegenererende vloeistof of water : Lokalen mogen in geen geval d.m.v. radiatoren of convectoren verwarmd worden. Alleen een laag temperatuur-vloer- of muurvermarmingssysteem en laag temperatuur ventilo-convectoren worden toegelaten in lokalen die niet als woonkamer dienen. Een extra elektrisch toestel wordt uitsluitend in de bad- of douchekamers toegelaten. 2.b. Minimale prestaties.

Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de warmtepomp voor de verwarming van de woning aan een minimale prestatiecoëfficiënt die varieert naargelang de aangewende technologie.

De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN 14511:2004 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° koude bron aan de ingang van de verdamper

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Dynamische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C

35 °C

3.1

Diepwater of oppervlaktewater

Water

10 °C (*)

35 °C

5.1

Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal)

Water

0 °C (*)

35 °C

4.3


(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper.

De COP van de systemen die niet onder de norm NBN 14511:2004 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel.

De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° van de lucht in contact met de wisselaar

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Statische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C

35 °C

3.1

Winningsbron

Energielozing

T° van de vloeistof bij de verdamping

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Gaswisselaar

Water

- 5 °C

35 °C

4

(horizontaal)

Gas

- 5 °C

35 °C

4


3. WARMTEPOMP VOOR DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARMWATER (PAC ECS) 3.a. Energielozing.

De warmteopslagballon beschikt over een opslagcapaciteit van minstens 150 liter. De ballon wordt verticaal geplaatst en de verhouding hoogte/omtrek bedraagt minstens 2 om een juiste stratificatie te hebben.

Het systeem maakt de periodieke anti-salmonella behandeling mogelijk en is uitgerust met de klassieke veiligheidsgroep. 3.b. Minimale prestaties.

Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de warmtepomp voor de verwarming van sanitair warmwater aan een minimale prestatiecoëfficiënt die varieert naargelang de aangewende technologie.

De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN EN 255-3 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° koude bron aan de ingang van de verdamper

T° warme bron

Minimale COP


Dynamische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

2.6

Diepwater of Oppervlaktewater

Water

10 °C (*)

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

4.2

Wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal)

Water

0 °C (*)

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

3.5


(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper.

De COP van de systemen die niet onder de norm NBN EN 255-3 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel.

De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° van de lucht in contact met de wisselaar

T° warme bron

Minimale COP


Statische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

2.6

Winningsbron

Energielozing

T° van de vloeistof bij de verdamping

T° warme bron

Minimale COP


Gaswisselaar

Water

- 5 °C

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

3

(horizontaal)

Gas

- 5 °C

Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C

3


4. COMBI-WARMTEPOMPEN VEWARMING WONING - SANITAIR WARMWATER De reversibele warmtepompen voor de klimaatregeling van het gebouw komen niet in aanmerking voor de premie. 4.a. Energielozing voor de verwarming van de woning. - Lozing in de omgevingslucht : De warmtepompen die de thermische energie in de lucht lozen komen niet in aanmerking voor de premie - Lozing d.m.v. een warmtegenererende vloeistof of water : Lokalen mogen in geen geval d.m.v. radiatoren of convectoren verwarmd worden. Alleen een laag temperatuur-vloer- of muurverwarmingssysteem en laag temperatuur ventilo-convectoren worden toegelaten in lokalen die niet als woonkamer dienen. Een extra elektrisch toestel wordt uitsluitend in de bad- of douchekamers toegelaten 4.b. Energielozing voor de productie van sanitair warmwater.

De warmteopslagballon beschikt over een opslagcapaciteit van minstens 150 liter. De ballon wordt verticaal geplaatst en de verhouding hoogte/omtrek bedraagt minstens 2 om een juiste stratificatie te hebben.

Het systeem maakt de periodieke anti-salmonellabehandeling mogelijk en is uitgerust met de klassieke veiligheidsgroep. 4.c. Minimale prestaties.

Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de combi-warmtepomp simultaan of afwisselend aan minimale prestatiecoëfficiënten die variëren naargelang de aangewende technologie.

De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN 14511:2004 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° koude bron aan de ingang van de verdamper

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Dynamische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C

35 °C

3.1

Vochtige T° : 1 °C

45 °C

2.6

Diepwater of

Water

10 °C (*)

35 °C

5.1

Oppervlaktewater

45 °C

4.2

Wisselaar met glycolwater

Water

0 °C (*)

35 °C

4.3

(horizontaal of verticaal)

45 °C

3.5


(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper.

De COP van de systemen die niet onder de norm NBN 14511:2004 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel.

De door deze systemen te halen COP zijn :

Winningsbron

Energielozing

T° van de lucht in contact met de wisselaar

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Statische buitenlucht

Water

Droge T° : 2 °C

35 °C

3.1

Vochtige T° : 1 °C

45 °C

2.6

Winningsbron

Energielozing

T° van de vloeistof bij de verdamping

T° warme bron aan de uitgang van de condensator

Minimale COP


Gaswisselaar

Water

- 5 °C

35 °C

4

(horizontaal)

45 °C

3

Gas

- 5 °C

35 °C

4

45 °C

3


Gezien om te worden toegevoegd aan het ministerieel besluit van 22 december 2008.

Namen, 22 december 2008.

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^