gepubliceerd op 05 december 2019
Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van het Waals Erfgoedwetboek
21 MEI 2019. - Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van het Waals Erfgoedwetboek
De minister van Erfgoed, Gelet op het Waals Erfgoedwetboek bedoeld in het
decreet van 26 april 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
26/04/2018
pub.
22/05/2018
numac
2018202569
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende het Waalse Erfgoedwetboek
sluiten, titel 1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 31/01/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019201068 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot gedeeltelijke uitvoering van het Waalse Erfgoedwetboek sluiten tot gedeeltelijke uitvoering van het Waalse Erfgoedwetboek;
Gelet op de vraag om advies binnen de dertig dagen, gericht aan de Raad van State, van 3 april 2019, krachtens artikel 84, § 1, lid 1, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat er geen advies werd meegedeeld binnen deze termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, lid 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.Na artikel R.11-1. wordt een artikel MB.11-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De categorieën goederen die tot het klein volkspatrimonium behoren, bedoeld in artikels R.11-1 en R.43-17, staan vermeld in bijlage 2 bij dit besluit."
Art. 2.Na artikel R.12-1. wordt een artikel MB.12-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De methodologische basis voor de opstelling van het ontwerp van gemeentelijke inventaris bedoeld in paragraaf 1 wordt opgesteld door het AWaP."
Art. 3.Na artikel R.12-7. wordt een artikel MB.12-7. ingevoegd, dat luidt als volgt: "In toepassing van artikel R.12-7 zijn de bepalingen van artikel R.12-1 en volgende enkel van toepassing op goederen die het voorwerp uitmaken van een ontwerp tot inschrijving in de bijgewerkte inventaris of van een intrekking van hun inschrijving."
Art. 4.Na artikel R.13-1. wordt een artikel MB.13-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De archeologische kaart, daterend van 16 mei 2019, wordt gepubliceerd op de volgende website: http://geoportail.wallonie.be/home.html.
De archeologische kaart wordt minstens om de twee jaar bijgewerkt, en dit vanaf 1 juni 2019.
Voor de toepassing van artikels D.IV.17, D.IV.35 en D.IV.40 van het WRO, dient onder "goederen bedoeld in de archeologische kaart" verstaan te worden: een volledig of een deel van een perceel dat binnen de perimeter van de archeologische kaart valt, mits de op dit perceel geplande handelingen en werken een wijziging van de grond of de ondergrond inhouden".
Art. 5.Na artikel R.14-1. wordt een artikel MB.14-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de aanvraag van archeologische informatie waarvan sprake in artikel R.14-1 is bijgevoegd in bijlage 3 bij dit besluit.
Het antwoord op de aan het AWaP gerichte aanvraag van archeologische informatie wordt aan de aanvrager overgemaakt per post.
Art. 6.Na artikel R.22-1. wordt een artikel MB.22-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de machtigingsaanvraag waarvan sprake in artikel R.22-1. is opgenomen in bijlage 4 bij dit besluit.
Het is verplicht een aanvraag in te dienen in de situaties die niet staan vermeld in artikel 25 van het Waals Erfgoedwetboek. Het AWaP verstrekt zijn advies binnen de vijftien dagen na de aanvraag. Indien het geen antwoord geeft binnen de termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
De machtiging is slechts een keer om de vijf jaar vereist voor gebruikers en activiteiten die met een zekere frequentie een beroep doen op het beschermde goed. Er is geen machtiging vereist als de voorwaarden voor het gebruik of de activiteit voor het beschermde goed vastgelegd werden in een overeenkomst die met het AWaP werd gesloten.
Art. 7.Na artikel R.25-1. wordt een artikel MB.25-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de aangifte van de geplande handelingen en werken zoals bedoeld in artikel R.25-1. is bijgevoegd in bijlage 5 van dit besluit.".
Art. 8.Na artikel R.27-1 wordt een artikel MB.27-1 ingevoegd, dat luidt als volgt: " § 1. De erfgoedfiche vermeld in artikels 3, 6° en 27 van het Wetboek wordt opgesteld volgens het door het AWaP opgestelde model, in overeenstemming met de inhoud vermeld in paragrafen 2 en 3. § 2. Als de erfgoedfiche niet tijdens de eerste erfgoedvergadering opgesteld wordt, moet ze het volgende bevatten: ? een luik a) dat minstens de volgende elementen bevat: 1. de identificatie van het goed: - naam - rechtstoestand, erfgoedtoestand en stedenbouwkundige toestand; - cartografie; - desgevallend de achtergrond/historiek van het dossier. 2. de analyse van het goed: - historiek; - beschrijving; - analyse van de relevante belangen en criteria; - vergelijkende analyse met gelijkaardige beschermde goederen; - synthese van de belangen en criteria; - beschermingszone met afbakening en motivering, indien een beschermingszone wordt vastgelegd. 3. de conclusie;4. de bijlagen: - bibliografie en bronnen; - fotoreportage; - iconografische, grafische en planologische informatie. 5. de bijzondere beschermingsvoorwaarden ? een luik b) dat minstens de volgende elementen bevat: 1.de beschrijving van de beschermde delen en de technische aanwijzingen met betrekking tot de algemene fysieke toestand van het monument of het deel van het architecturaal geheel in kwestie; 2. de beschrijving van de visueel vastgestelde pathologieën. ? een luik c) dat minstens de volgende elementen bevat: 1. de algemene beschrijving van de restauratie-, onderhouds- of bewaringswerken om te verhelpen aan de vastgestelde pathologieën;2. desgevallend de lijst met uit te voeren aanvullende voorafgaande studies;3. de rangschikking van de uit te voeren werken naar prioriteit (1 binnen de 6 maanden;2 binnen de twee jaar; 3 binnen de 5 jaar, 4 meer dan 5 jaar na de datum waarop de eigenaar de erfgoedfiche ontvangt); 4. de administratieve stappen die gezet moeten worden om de onderzoeken bedoeld in 2° en de werken bedoeld in 3° uit te voeren;5. de budgettaire evaluatie van de voorgeschreven werken met prioriteit 1. § 3. Als de erfgoedfiche tijdens de eerste erfgoedvergadering opgesteld wordt, moet ze het volgende bevatten: ? een luik a) dat minstens de volgende elementen bevat: 1. de identificatie van het goed: - naam - rechtstoestand, erfgoedtoestand en stedenbouwkundige toestand; - cartografie; - de achtergrond/historiek van het dossier. 2. de analyse van het goed: - historiek; - beschrijving; - analyse van de relevante belangen en criteria; - vergelijkende analyse met gelijkaardige beschermde goederen; - synthese van de belangen en criteria; - beschermingszone met afbakening en motivering. 3. de conclusie;4. de bijlagen: - bibliografie en bronnen; - fotoreportage; - iconografische, grafische of planologische informatie. 5. de bijzondere beschermingsvoorwaarden; ? een luik b), dat minstens de beschrijving bevat van de visueel vastgestelde pathologieën die een of meerdere prioritaire tussenkomsten vereisen. ? een luik c) dat minstens de volgende elementen bevat: 1. de algemene beschrijving van de restauratie-, onderhouds- of b ewaringswerken om te verhelpen aan de in b) vastgestelde pathologieën; 2. desgevallend de lijst met uit te voeren aanvullende voorafgaande onderzoeken."
Art. 9.Na artikel R.34-1. wordt een artikel MB.34-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de aanvraag tot machtiging om over te gaan tot archeologische peilingen of opgravingen waarvan sprake in artikel R.34-1. is bijgevoegd in bijlage 6a".
Art. 10.Na artikel R.34-7. wordt een artikel MB.34-7. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de aanvraag tot machtiging om een opsporingsactiviteit uit te voeren die de verwijdering van voorwerpen met behulp van een metaaldetector impliceert, waarvan sprake in artikel R.34-7., is bijgevoegd in bijlage 6b.".
Art. 11.Na artikel R.34-8. wordt een artikel MB.34-8. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de aanvraag tot erkenning als opslagplaats van archeologische goederen bedoeld in artikel R.34-8. is bijgevoegd in bijlage 7."
Art. 12.Na artikel R.43-2. wordt een artikel MB.43-2. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De subsidieaanvraag waarvan sprake in artikel R.43-2 wordt bij het AWaP ingediend door middel van het formulier bedoeld in bijlage 8.
Als er dringende handelingen en werken werden uitgevoerd, verzoekt de aanvrager het AWaP over te gaan tot de controle ervan en maakt hij de facturen en betalingsbewijzen over.
Als het AWaP van mening is dat de in lid 2 bedoelde handelingen en werken niet conform uitgevoerd werden, brengt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Deze gaat dan over tot de regularisatie ervan, onder controle van het AWaP, binnen de termijn vastgelegd door deze laatste.
Na kennisgeving van het besluit tot toekenning van de subsidie, betaalt het AWaP het totaalbedrag van de subsidie uit aan de aanvrager, op basis van een ondertekende originele schuldvordering die de aanvrager overmaakt aan het AWaP."
Art. 13.Na artikel R.43-3. wordt een artikel MB.43-3. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De subsidieaanvraag waarvan sprake in artikel R.43-3. wordt bij het AWaP ingediend door middel van het formulier bedoeld in bijlage 8.
Art. 14.Na artikel R.43-4. wordt een artikel MB.43-4. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De subsidieaanvraag waarvan sprake in artikel R.43-4. wordt bij het AWaP ingediend door middel van het formulier bedoeld in bijlage 8.
Het totaalbedrag van de bijkomende subsidie wordt na goedkeuring van het subsidiedossier door het AWaP uitbetaald aan de aanvrager, op basis van een door de aanvrager ingediende ondertekende originele schuldvordering."
Art. 15.Na artikel R.43-5. wordt een artikel MB.43-5. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De subsidie wordt als volgt uitbetaald aan de aanvrager: 1° het eerste gedeelte, dat overeenkomt met vijfentwintig percent van het totale subsidiebedrag, wordt uitbetaald op basis van het afschrift van de kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht aan de opdrachtnemer door de aanvrager, van de aanvankelijke bewijsstaat en van een ondertekende originele schuldvordering die hij aan het AWaP overmaakt.2° het tweede gedeelte, dat overeenkomt met veertig percent van het totale subsidiebedrag, wordt uitbetaald van zodra het AWaP de bewijzen ontvangt van de betaling door de eigenaar van meer dan vijftig percent van de totale kostprijs van de in aanmerking komende handelingen en werken;de aanvrager voegt bij zijn aanvraag, in twee exemplaren, de betalingsbewijzen, de overeenstemmende facturen en de vorderingsstaten van de handelingen en werken, de tussentijdse bewijsstaat en een ondertekende originele schuldvordering; 3° het saldo wordt uitbetaald na de voorlopige oplevering;hiervoor nodigt de aanvrager het AWaP uit voor de voorlopige oplevering en maakt het de betalingsbewijzen, de overeenstemmende facturen, de eindafrekening met betrekking tot de in aanmerking komende handelingen en werken, de definitieve bewijsstaat en een ondertekende originele schuldvordering De bewijsstaten, nodig voor de controle van elk van de gedeeltes vermeld in het eerste lid, worden opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 1 van dit besluit en worden door de aanvrager overgemaakt aan het AWaP. Het AWaP kan te allen tijde de uitvoering van de instandhouding of de restauratie controleren. Als het AWaP van mening is dat de handelingen en werken niet conform uitgevoerd werden, brengt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Deze gaat dan over tot de regularisatie ervan, onder controle van het AWaP, binnen de termijn vastgelegd door deze laatste.
Voor handelingen en werken waarvoor een tussen meerdere subsidiërende overheden overeengekomen financieringsplan vereist is, worden de uitbetalingsmodaliteiten dienovereenkomstig aangepast."
Art. 16.Na artikel R.43-7. wordt een artikel MB.43-7. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Op het einde van de instandhoudingshandelingen en -werken, uitgevoerd door de aanvrager of desgevallend door iedere vrijwilliger met diens schriftelijke instemming of door de technische diensten van een overheid als eigenaar, verzoekt de aanvrager het AWaP over te gaan tot de controle ervan.
Als het AWaP van mening is dat de in het eerste lid bedoelde handelingen en werken niet conform uitgevoerd werden, brengt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Deze gaat dan over tot de regularisatie ervan, onder controle van het AWaP, binnen de termijn vastgelegd door deze laatste.
De subsidie wordt aan de aanvrager uitbetaald op basis van de facturen, de betalingsbewijzen en een ondertekende originele schuldvordering die hij overmaakt aan het AWaP."
Art. 17.Na artikel R.43-8. wordt een artikel MB.43-8. ingevoegd, dat luidt als volgt: "De eigenaar maakt de uitgevoerde voorafgaande studies over aan het AWaP en aan de personen bedoeld in artikel 27, § 1.
De subsidie wordt aan de aanvrager uitbetaald van zodra het AWaP de voorafgaande onderzoeken en de procedure voor de gunning van de overheidsopdracht heeft goedgekeurd, op basis van de facturen, de betalingsbewijzen en een ondertekende originele schuldvordering die hij overmaakt aan het AWaP."
Art. 18.Na artikel R.43-12. wordt een artikel MB.43-12. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Op het einde van de handelingen en werken betreffende de uiterlijke verfraaiing vraagt de aanvrager het AWaP over te gaan tot de controle ervan.
Als het AWaP van mening is dat de in het eerste lid bedoelde handelingen en werken niet conform uitgevoerd werden, brengt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Deze gaat dan over tot de regularisatie ervan, onder controle van het AWaP, binnen de termijn vastgelegd door deze laatste.
Het totale subsidiebedrag wordt aan de aanvrager uitbetaald van zodra het AWaP de handelingen en werken betreffende de uiterlijke verfraaiing heeft goedgekeurd, op basis van de facturen, de betalingsbewijzen en een ondertekende originele schuldvordering die hij overmaakt aan het AWaP." Art.19. Na artikel R.43-14. wordt een artikel MB.43-14. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het formulier voor de subsidieaanvraag waarvan sprake in artikel R.43-14. is bijgevoegd in bijlage 4 bij dit besluit.
Art. 19.Na artikel R.43-17. wordt een artikel MB.43-17. ingevoegd, dat luidt als volgt: " § 1. De gemeente maakt aan het AWaP een afschrift over van de inventaris. De subsidie wordt aan de gemeente uitbetaald van zodra het AWaP de inventaris en desgevallend de procedure voor de gunning van de overheidsopdracht goedgekeurd heeft, op basis van de facturen, de betalingsbewijzen en een ondertekende originele schuldvordering die de gemeente overmaakt aan het AWaP. § 2. Op het einde van de handelingen en werken betreffende het klein volkspatrimonium verzoekt de aanvrager het AWaP over te gaan tot de controle ervan.
Als het AWaP van mening is dat de in deze paragraaf, eerste lid, bedoelde handelingen en werken niet conform uitgevoerd werden, brengt het de aanvrager hiervan op de hoogte. Deze gaat dan over tot de regularisatie ervan, onder controle van het AWaP, binnen de termijn vastgelegd door deze laatste.
De subsidie wordt aan de aanvrager uitbetaald van zodra het AWaP de handelingen en werken heeft goedgekeurd, op basis van de facturen, de betalingsbewijzen en een ondertekende originele schuldvordering die hij overmaakt aan het AWaP." Art.21. Na artikel R.44-1. wordt een artikel MB.44-1. ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor elk project dat een publiek-private samenwerking inhoudt of voor elk project dat valt onder meerdere overheidsbevoegdheden, bevat de aanvraag de elementen die de globale, jaarlijkse en specifieke interventies bepalen.
De aanvrager krijgt een eerste gedeelte ten belope van tien percent van de interventie, berekend op jaarbasis, op het ogenblik van de kennisgeving van de subsidie, en dit elk jaar dat gedekt wordt door de kaderovereenkomst. Dit gedeelte wordt uitbetaald op basis van een ondertekende originele schuldvordering.
Vanaf het ogenblik dat hij de handelingen en werken aanvangt, en nadien elk trimester, stuurt de begunstigde van de kaderovereenkomst aan het AWaP een ondertekende originele schuldvordering, vergezeld van alle bewijsstukken".
Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.
Namen, 21 mei 2019.
R. COLLIN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .