Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 maart 2003
gepubliceerd op 07 mei 2003

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vastelling van de beheersregels van de restauratie- en hoteldienst van Defensie

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2003007095
pub.
07/05/2003
prom.
21/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/21/2003007095/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2003. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vastelling van de beheersregels van de restauratie- en hoteldienst van Defensie


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 29 oktober 1846 betreffende de organisatie van het Rekenhof;

Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op de programmawet voor het begrotingsjaar 2001 van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 47, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 betreffende het voorafgaand toezicht en de overdracht van bevoegdheid inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake de toekenning vanconcessies voor openbare werken op federaal niveau.

Gelet op het koninklijk besluit van 20 mars 2003 houdende de beheersregels van de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 december 2002;

Gelet op het advies van de Minister van Financiën, gegeven op 26 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 februari 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit bepalingen bevat met betrekking tot het begrotings- en boekhoudkundig beheer waarvan de inwerkingtreding moet overeenstemmen met de aanvang van een begrotingsjaar, en dus met de aanvang van een burgerlijk jaar, zijnde in dit geval 1 januari 2003;

Overwegende dat de begroting van de dienst gepubliceerd werd en van toepassing is vanaf 1 januari 2003;

Overwegende dat, opdat de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie de budgettaire en boekhoudkundige bepalingen kan uitvoeren, zijn beheersorganen aangewezen dienen te worden en dat het bijgevolg noodzakelijk is onderhavig besluit binnen de kortste termijnen te publiceren teneinde hun installatie mogelijk te maken, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « koninklijk besluit », het koninklijk besluit van 20 maart 2003 houdende de beheersregels van de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie;2° « de RHDD » : de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie;3° « installatie » : elke dienst van het Ministerie van Landsverdediging belast met activiteiten van restauratie, hotellerie of logement;4° « de Minister » : de Minister van Landsverdediging;5° « het Ministerie » : het Ministerie van Landsverdediging;6° « de directeur-generaal » : de directeur-generaal Budget en Financiën van de Defensiestaf.

Art. 2.De directeur-generaal bepaalt de regels van de financiële administratie die van toepassing zijn op de installaties. HOOFDSTUK II. - Het beheer Afdeling 1. - Algemeenheden

Art. 3.De beheersorganen van de RHDD zijn de beheerscommissie van de RHDD, de beheerscomités en de beheerders van de installaties. Afdeling II. - De beheerscommissie

Art. 4.§ 1. De beheerscommissie bedoeld bij artikel 12 van het koninklijk besluit is samengesteld uit : 1° de directeur-generaal, als voorzitter;2° de onderstafchefs van het stafdepartement Operaties en Training en van het stafdepartement Gezondheid, Milieu, Kwaliteit van het leven en Welzijn of hun gemandateerde vertegenwoordiger;3° de directeurs-generaal van de algemene directie Human Resources en van de algemene directie Material Resources of hun gemandateerde vertegenwoordiger;4° een vertegenwoordiger van de Minister;5° de chef van de ondersectie Boekhouding van de algemene directie Budget en Financiën, die eveneens het secretariaat van de beheerscommissie verzekert. § 2. De vertegenwoordiger van de Minister kan de uitvoering van de beslissingen van de beheerscommissie opschorten binnen de termijn die voorzien is in het reglement van inwendige orde bedoeld in artikel 6, derde lid. In dit geval wordt de zaak voor beslissing voorgelegd aan de Minister.

Art. 5.De beheerscommissie is belast met : 1° het voorleggen aan de Minister van het voorstel van begroting van de RHDD en in voorkomend geval de ontwerpen voor aanpassing aan de begroting;2° het voorleggen van de rekeningen van de RHDD aan de Minister;3° het bepalen van de beheerspolitiek van de dienst;4° het beslissen over de bestemming van de tegoeden van de installaties die ontbonden zijn;5° het toestaan van de oprichting van nieuwe installaties in het kader van de regels vastgelegd in uitvoering van artikel 2;6° het verlenen van haar akkoord, voorafgaand aan het starten van de procedure, over het voorwerp van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld bij artikel 12, derde lid;7° het voorstellen aan de directeur-generaal Human Resources van het plan tot rekrutering van contractueel personeel ten voordele van de RHDD;8° het bestuderen, op aanvraag van de Minister, van alle problemen in verband met de werking van de dienst.

Art. 6.De beheerscommissie wordt bijeengeroepen door de voorzitter telkens dit nodig geacht wordt.

Na elke bijeenkomst van de beheerscommissie wordt een kopie van het goedgekeurde proces-verbaal overgemaakt aan de Minister.

De werkingsregels van de beheerscommissie worden bepaald in een reglement van inwendige orde, goedgekeurd door de Minister.

Art. 7.De voorzitter van de beheerscommissie is de ordonnateur voor de uitgaven met fondsen die door de centrale rekenplichtige beheerd worden en voor de rechten waarvan de invordering aan deze laatste wordt toevertrouwd. Afdeling III. - De beheerscomités

Art. 8.§ 1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 14 van het koninklijk besluit is samengesteld uit : 1° een officier als voorzitter;2° de door de deelnemers aan de installatie gekozen leden, welke de verschillende categorieën van het begunstigd personeel vertegenwoordigen;3° de beheerder van de installatie, die eveneens de functie van secretaris van het comité verzekert. § 2. De directeur-generaal bepaalt de regels voor de benoeming van de voorzitter en van de leden van het beheerscomité, evenals zijn werkingsregels.

Art. 9.Voor de installatie of de groep van installaties waarover het de verantwoordelijkheid heeft, is het beheerscomité belast met : 1° het toezicht op de werking en het beheer;2° het goedkeuren van het begrotingsontwerp en, in voorkomend geval, de ontwerpen voor aanpassing van deze begroting;3° het goedkeuren van de boekhouding;4° het vastleggen van het reglement van inwendige orde;5° het voorleggen voor akkoord aan de beheerscommissie van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld artikel 12, derde lid;6° elke andere taak vastgelegd door de directeur-generaal.

Art. 10.De voorzitter van het beheerscomité is de ordonnateur voor de uitgaven met fondsen die door de lokale rekenplichtige beheerd worden onder voorbehoud van de toepassing van artikel 12, alsook voor de rechten waarvan de invordering aan deze laatste wordt toevertrouwd. Afdeling IV. - De beheerders

Art. 11.Het dagelijks beheer van de RHDD wordt verzekerd door de beheerders van de installaties volgens de modaliteiten vastgelegd door de directeur-generaal of door de overheid door hem aangewezen. Afdeling V. - De overheidsopdrachten

Art. 12.De voorzitter van het beheerscomité heeft bevoegdheidsoverdracht ten belope van 680.000 EUR om opdrachten voor te bereiden, te gunnen en uit te voeren in verband met de aankoop van levensmiddelen of consumptiegoederen ten voordele van de installatie of installaties waarover hij de verantwoordelijkheid heeft.

Voor andere overheidsopdrachten dan deze bedoeld in het eerste lid, beschikt de voorzitter over dezelfde bevoegdheidsoverdracht als diegene die toegekend is aan de korpscommandanten in het ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake diverse uitgaven.

Uitgezonderd de overheidsopdrachten bedoeld in het eerste lid, de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag gelijk is aan of groter dan 31.000 EUR worden onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de beheerscommissie van de RHDD. HOOFDSTUK III. - De rekenplichtigen en de rekeningen

Art. 13.De centrale rekenplichtige van de RHDD wordt benoemd door de Minister op voorstel van de directeur-generaal. De lokale rekenplichtigen worden aangeduid door de directeur-generaal.

Art. 14.De centrale rekenplichtige is belast met : 1° het opstellen en het voorstellen aan de beheerscommissie van het begrotingsontwerp van de RHDD en, in voorkomend geval van de ontwerpen tot aanpassing van die begroting;2° de inning, het bewaren en het gebruiken van de fondsen die hem in beheer zijn toegewezen;3° het verrichten van de betalingen die hem zijn toevertrouwd;4° het opstellen van de staten en rekeningen bedoeld bij de artikelen 10 en 11 van het koninklijk besluit;5° elke andere taak vastgelegd door de directeur generaal.

Art. 15.Voor de installatie of installaties waarover hij de verantwoordelijkheid heeft, is de lokale rekenplichtige belast met : 1° het uitvoeren van de betalingen;2° het invorderen van de verschuldigde sommen;3° het bewaren en het gebruiken van de fondsen die hem in beheer zijn toegewezen;4° het bewaren van alle documenten in verband met zijn beheer;5° rekening afleggen aan de centrale rekenplichtige;6° elke andere taak vastgelegd door de directeur generaal.

Art. 16.De directeur-generaal of de overheid die hij aanduidt bepaalt de vorm en de inhoud van de door de rekenplichtigen bij te houden staten en rekeningen, evenals de procedures van aflegging. HOOFDSTUK IV. - De begroting

Art. 17.De begrotingsontwerpen van de RHDD en de aanpassingen aan de begroting worden opgesteld volgens de vorm en de procedures vastgelegd door de directeur-generaal. HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Brussel, 21 maart 2003.

A. FLAHAUT

^