gepubliceerd op 24 maart 2000
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 december 1999 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
21 MAART 2000. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 december 1999 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996, 13 september 1998, 3 februari 1999, 13 mei 1999 en 20 december 1999, inzonderheid artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 december 1999 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 februari 2000;
Gelet op de verordening (EG) nr. 304/2000 van de Commissie van 9 februari 2000 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (ICES-sector VIIa);
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2000 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden teneinde de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder verwijl behoudsmaatregelen te treffen teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong en schol kan bewerkstelligd worden door het instellen van maximale vangsten, per vaartdag of per uur in bepaalde i.c.e.s.-gebieden, Besluit :
Artikel 1.Het artikel 4 van het ministerieel besluit van 16 december 1999 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking met vorig lid is het in de periode vanaf 1 januari 2000 tot en met 30 september 2000 verboden, dat in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) de tongvangst van een vissersvaartuig, die de passieve visserij bedrijft, namelijk de vissersvaartuigen N.95, O.369 en Z.554, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 5 000 kg, vermeerderd met een hoeveelheid die gelijk is aan 22 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 februari 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "VIIa, VIIf,g" worden vanaf 1 mei 2000 vervangen door de woorden "VIIf,g" 2° het artikel wordt aangevuld met volgend lid : « In de periode van 1 mei 2000 tot en met 31 december 2000 mogen de tongvangsten van de vissersvaartuigen per zeereis in het i.c.e.s.-gebied VIIa de volgende hoeveelheden niet overschrijden : - 12 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa ingeval het motorvermogen 221 kW of minder bedraagt en dit zolang het tongquotum VIIa nog niet voor de helft werd benut vóór 1 september 2000. - 24 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa ingeval het motorvermogen meer dan 221 kW bedraagt en dit zolang het tongquotum VIIa nog niet voor de helft werd benut vóór 1 september 2000. - 8 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa ingeval het motorvermogen 221 kW of minder bedraagt en dit van het ogenblik dat het tongquotum VIIa voor de helft werd benut vóór 1 september 2000. - 16 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa ingeval het motorvermogen meer dan 221 kW bedraagt en dit van het ogenblik dat het tongquotum VIIa voor de helft werd benut vóór 1 september 2000. »
Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 februari 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 2 van de §§ 1 en 2, worden de woorden "31 december 2000" vervangen door de woorden "26 maart 2000" 2° de §§ 1 en 2 worden aangevuld met het volgend lid : « In afwijking met het eerste lid is het in de periode van 27 maart 2000 tot en met 31 december 2000 verboden dat de totale scholvangst per zeereis van een vissersvaartuig een hoeveelheid van 80 kg per vaartdag in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. »
Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde besluit, worden de woorden "31 maart 2000" vervangen door de woorden "31 december 2000".
Art. 5.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgende bepaling : « In de periode van 13 maart 2000 tot en met 30 april 2000 is de visserij in bepaalde vakken van het i.c.e.s.-gebied VIIa, Ierse Zee, namelijk 37E4, 37E5, 37E6, 36E3, 36E4, 36E6, 35E3 en 35E4 benoorden 53°15' noorderbreedte verboden. »
Art. 6.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : « Onverminderd de bepalingen van artikelen 7 en 10 mag een vissersvaartuig per kalenderdag uit meerdere i.c.e.s.-gebieden tong en/of schol en/of kabeljauw vissen en aanvoeren, voor zover in deze i.c.e.s.-gebieden voor deze soorten een quotum beschikbaar is en voor iedere soort aan de hoogste vangstbeperking per vaartdag zoals bepaald in artikelen 11 en 15 voldaan is. »
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 13 maart 2000 en treedt buiten werking op 31 december 2000, om 24 uur.
Brussel, 21 maart 2000.
J. GABRIELS