Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 december 2004
gepubliceerd op 13 januari 2005

Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Beoordelingscomité voor de toekenning van toelagen aan het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004023027
pub.
13/01/2005
prom.
21/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/21/2004023027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Beoordelingscomité voor de toekenning van toelagen aan het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het ministerieel besluit van 30 maart 2004 tot instelling van het Beoordelingscomité voorzien in artikel 6 van het koninklijk besluit van 30 november 2003 tot toekenning van toelagen voor het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het advies van het Beoordelingscomité voor de toekenning van toelagen voor het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn van 22 juni 2004 en van 13 oktober 2004;

Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van het Beoordelingscomité voor de toekenning van toelagen voor het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn, waarvan de tekst bij dit besluit gevoegd is, wordt goedgekeurd.

Gegeven te Brussel, 21 december 2004.

R. DEMOTTE

Bijlage aan het ministerieel besluit van 30 maart 2004. Huishoudelijk reglement van het Beoordelingscomité voor de toekenning van toelagen aan het wetenschappelijk onderzoek inzake voedselveiligheid, sanitair beleid en dierenwelzijn

Artikel 1.Het Beoordelingscomité vergadert ten minste twee maal per jaar. De voorzitter van het Comité bepaalt de plaats, de dag en het uur van de vergadering. Hij stelt eveneens een agenda vast. Wanneer ten minste zeven leden erom verzoeken is de voorzitter gehouden het Comité binnen de 30 dagen bijeen te roepen en de punten die in het verzoek tot bijeenroeping zijn opgegeven op de agenda te plaatsen.

Art. 2.De voorzitter, of in opdracht, zijn secretariaat roept tenminste zeven werkdagen vóór de vergadering de leden van het Comité en de plaatsvervangers op per gewone brief. De oproeping vermeldt de agenda en is vergezeld van de werkdocumenten die erop betrekking hebben.

Art. 3.In geval van hoogdringendheid wordt de termijn van de oproeping bedoeld in artikel 2, eerste lid, verminderd tot ten minste 72 uur. In voorkomend geval worden de oproeping en de dagorde per fax of per E-mail aan de leden en de plaatsvervangers medegedeeld.

Art. 4.Ieder lid dat de vergadering niet kan bijwonen verzoekt zijn/haar plaatsvervang(st)er hem(haar) op de vergadering te vervangen.

Art. 5.Ieder lid tekent op de vergadering de aanwezigheidslijst, die aan de notulen van de vergadering wordt toegevoegd.

Art. 6.De vergadering kan niet beraadslagen over punten die niet op de agenda voorkomen, tenzij tenminste twee derden van de aanwezige leden zich akkoord verklaren met de agendawijziging.

Art. 7.De voorzitter opent en sluit de vergadering. Hij leidt de besprekingen en organiseert de stemming indien geen consensus wordt bereikt.

Art. 8.Het Comité kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aan de vergadering deelnemen. Als deze voorwaarde niet is vervuld, zal het Comité opnieuw bijeengeroepen worden binnen de dertig dagen, met dezelfde agenda. Deze vergadering beslist rechtsgeldig ongeacht het aantal aanwezige leden. Het uitgebracht advies moet gesteund worden door minstens een enkelvoudige meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden.

Art. 9.Wanneer een advies of een voorstel van het Comité niet bij éénparigheid van stemmen wordt uitgebracht, geeft dit advies of dit voorstel de verschillende meningen weer, met vermelding van de leden die deze ondersteunen.

Art 10. Het lid van het Beoordelingscomité verlaat de vergadering tijdens de beraadslaging van het agendapunt waarin hij of zij een persoonlijk belang heeft.

Art. 11.Het secretariaat staat de voorzitter bij. Het maakt de notulen van de vergadering op die binnen de maand na de vergadering aan de leden en plaatsvervangers via elektronische weg worden overgemaakt. Deze dienen binnen de vijf werkdagen hun eventuele opmerkingen over te maken aan de administratie.

Art. 12.Bij het begin van elke vergadering worden de notulen van de vorige vergadering aan het Comité ter goedkeuring voorgelegd. Deze procedure mag evenwel de uitwerking van de beslissingen van de vorige vergadering niet vertragen. De goedgekeurde notulen worden door de voorzitter ondertekend.

Art. 13.De geledingen vertegenwoordigd in het Comité zijn verplicht de voorzitter op de hoogte te brengen van het eventueel herroepen van het mandaat van hun vertegenwoordiger. Ingeval een plaats vacant is, waakt de voorzitter erover dat er een nieuw lid wordt aangeduid.

Art. 14.De uitnodigingen zullen aan de leden en de plaatsvervangers in het Nederlands en in het Frans worden overgemaakt. De notulen van de vergadering en de andere documenten worden overgemaakt in de taal van de auteur.

Art. 15.De voorgestelde dossiers worden vertrouwelijk behandeld door alle leden van het Beoordelingscomité.

Art. 16.Bijkomend aan de bij ministerieel besluit vastgelegde taken spreekt het Beoordelingscomité zich tevens uit over de prioritaire onderzoeksthema's die door de administratie worden voorgesteld, alvorens deze aan de Minister ter goedkeuring worden voorgelegd.

Art. 17.Het Beoordelingscomité zal een advies uitbrengen over de toelage-aanvragen op basis van de tekst van de oproep, de beknopte samenvatting van de individuele projecten, het verslag opgemaakt door de administratie en het advies gegeven door de deskundigen.

Art. 18.Het Beoordelingscomité stelt het College van deskundigen samen om de ingediende projecten te beoordelen. De deskundigen worden gekozen op basis van hun technische en wetenschappelijke expertise en van hun verklaarde onafhankelijkheid en afwezigheid van belangen ten opzichte van de toelage-aanvragers. De deskundigen dienen anoniem te blijven voor de promotoren. Zij behandelen de onderzoeksaanvragen op confidentiële basis.

Art. 19.De beoordeling van de toelage-aanvragen door de deskundigen gebeurt, in een eerste fase, door het individueel en schriftelijk uitbrengen van een verantwoorde score op de door de administratie gedefinieerde criteria (wetenschappelijk niveau, werkplan, originaliteit, haalbaarheid, pertinentie). In een tweede fase brengt het College van deskundigen, tijdens een « consensus » vergadering, een unaniem en gemotiveerd advies uit over de rangschikking van de betoelaagbare projecten. Bij afwezigheid van unanimiteit wordt de afwijkende mening in het advies opgenomen.

Art. 20.Het Beoordelingscomité zal, op basis van de rapporten uitgebracht door de administratie, zich uitspreken over eventuele voortijdige stopzetting van onderzoeksprojecten.

Art. 21.Van alles wat niet in dit reglement is voorzien, regelt de voorzitter de procedure.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2004.

De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^