20 SEPTEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 maart 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003174 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op de wet van 22 december 2009 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen, artikelen 6, § 5, 9, § 3, 21, § 3, 43 en 44;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003173 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen, de artikelen 2bis, 3, 10, § 2, 26, § 2 en 27;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, gegeven op 6 mei 2011;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting d.d. 7 juli 2011;

Gelet op het advies 49.983/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In het ministerieel besluit van 18 maart 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/03/2010 pub. 26/03/2010 numac 2010003174 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit betreffende de algemene regeling inzake accijnzen sluiten betreffende de algemene regeling inzake accijnzen wordt in artikel 1, vierde streepje in de Nederlandse tekst het woord "tot" vervangen door de woorden "tot en met".

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 1 aangevuld als volgt : "- de administrateur douane en accijnzen : de administrateur-generaal van de douane en accijnzen."

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt artikel 11 vervangen als volgt : «

Art. 11.§ 1. De accijnzen worden bij de inverbruikstelling van accijnsgoederen, andere dan gefabriceerde tabak, voldaan door middel van een aangifte ten verbruik met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen, die wordt ingezonden bij het enig kantoor der douane en accijnzen.

Het hulpkantoor van het enig kantoor waar de belanghebbende van afhangt wordt geacht het kantoor te zijn waar de aangifte wordt ingediend. § 2. De administrateur douane en accijnzen stelt de specificaties betreffende de structuur en de techniek van het bericht voor het elektronisch inzenden met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen van de aangifte ten verbruik ter beschikking van de aangevers.

Het geheel van het bericht moet door elektronische ondertekening, voorzien bij de wet van 9 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001011298 bron ministerie van economische zaken Wet houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten, authentiek worden gemaakt. § 3. De administrateur douane en accijnzen bepaalt de voorwaarden waaronder de aangever door middel van zijn eigen applicatie berichten mag aanmaken om met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen aangiften ten verbruik in te zenden. § 4. De elektronische aangifte ten verbruik wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting opgenomen als bijlage 11. § 5. De administrateur douane en accijnzen : - bepaalt de situaties en de voorwaarden waarin een aangifte ten verbruik plaatsvindt door middel van de exemplaren 6 en 8 van het formulier enig document overeenkomstig het model van bijlage 31 en bijlage 33 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek; - legt de procedures vast die moeten gevolgd worden in geval van het niet-beschikbaar zijn van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen. § 6. Het indienen van een aangifte ten verbruik is eveneens vereist indien het accijnstarief nul bedraagt en bij inverbruikstelling met vrijstelling van accijnzen. Dit gebeurt op de wijze voorzien in paragraaf 1. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 12bis.De aangever dient twee aangiften ten verbruik in als hij tot inverbruikstelling is overgegaan tijdens een periode die betrekking heeft op twee kalenderjaren. ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt artikel 13, eerste alinea, aangevuld met volgende zin : « (...). Indien de bedoelde facturen gasolie of benzine betreffen in het verbruik gesteld met toepassing van de tarieven opgenomen in artikel 419, b), ii) **, c) ii) en f) i) ** van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, is het te vermelden accijnstarief, al naargelang het benzine of gasolie betreft, het tarief opgenomen in artikel 419, b), ii) *, c) i) of f) i)* van de evenvermelde programmawet. ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt artikel 14, paragraaf 2, 2de lid, vervangen als volgt : « Elk gebruik dat aanleiding geeft tot een aanvullend bedrag aan accijnzen, verplicht u tot de spontane aangifte en betaling ervan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11. ».

Art. 7.Het eerste en het derde lid van artikel 15, paragraaf 1 van hetzelfde besluit worden respectievelijk vervangen als volgt : - «

Art. 15.§ 1. Bij gebruik van kerosine of gasolie als motorbrandstof voor industriële of commerciële doeleinden in de zin van artikel 420, § 4, van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, geschiedt de inning van de aanvullende accijnzen die het verschil vertegenwoordigen tussen de accijnzen, vastgesteld voor dit gebruik en deze vastgesteld voor gebruik als verwarmingsbrandstof, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11. »; - « De aangifte, opgesteld door de gebruiker van die energieproducten, wordt door hem ingediend uiterlijk de 10de van de maand volgend op de maand van hun gebruik. ».

Art. 8.Het tweede en het derde lid van artikel 15, paragraaf 2, van hetzelfde besluit worden respectievelijk vervangen als volgt : - « De inning van die aanvullende accijnzen geschiedt op de wijze als voorzien in paragraaf 1. »; - « Die aangifte, opgesteld door de handelaar in energieproducten, wordt door hem ingediend uiterlijk de 10de van de maand volgend op de maand van hun levering. ».

Art. 9.In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3. Bij inverbruikstelling met vrijstelling van accijnzen, wordt de aangifte ten verbruik, uiterlijk de vijftiende dag van de maand die volgt op de maand van inverbruikstelling ingediend. ».

Art. 10.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid van paragraaf 1 vervangen als volgt : « § 1. Met het oog op de voldoening van de accijnzen op aardgas en elektriciteit dient de distributeur bedoeld in artikel 424, § 1, van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten ten laatste de twintigste dag van iedere maand een aangifte ten verbruik in die betrekking heeft op de verbruiksfacturen en op de tussentijdse facturen die hij in de loop van de voorgaande maand in zijn boekhouding heeft opgenomen. De bepalingen van artikel 11 zijn van toepassing. ».

Art. 11.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 5 toegevoegd, luidend als volgt : « § 5. Bij inverbruikstelling met vrijstelling van accijnzen, wordt de aangifte ten verbruik, uiterlijk de twintigste dag van de maand die volgt op de maand van inverbruikstelling ingediend. ».

Art. 12.In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid van paragraaf 1 vervangen als volgt : « § 1. Bij de levering van kolen, cokes en bruinkool aan de kleinhandelaar wordt de aangifte ten verbruik, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, ingediend door het bedrijf bedoeld in artikel 425 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten of door datgene dat zich hiervoor in de plaats stelt, uiterlijk de donderdag van de week volgend op de week van opstelling van de factuur. ».

Art. 13.In hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6 ingevoegd die het artikel 17bis bevat, ingevoegd, luidende : « Afdeling 6. - Bijzondere bepalingen betreffende ethylalcohol en alcoholhoudende dranken

Art. 17bis.De aangifte ten verbruik met vrijstelling van accijnzen wordt ingediend : - door de erkend entrepothouder die een vrijstelling van accijnzen geniet, uiterlijk de vijftiende van de maand die volgt op de maand van gebruik van de ethylalcohol of de alcoholhoudende dranken; - door de erkend entrepothouder die levert met vrijstelling van accijnzen aan de houder van een vergunning « ethylalcohol en alcoholhoudende dranken », uiterlijk de vijftiende van de maand die volgt op de maand van de uitslag tot verbruik van de ethylalcohol en de alcoholhoudende dranken uit zijn belastingentrepot. ».

Art. 14.In artikel 18, paragraaf 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « accijns werd voldaan of geboekt » vervangen door de woorden « belanghebbende van afhangt ».

Art. 15.In artikel 18, paragraaf 3, van hetzelfde ministerieel besluit worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « twaalf maanden ».

Art. 16.In artikel 18, paragraaf 4, van hetzelfde besluit worden de woorden « twaalf maanden » vervangen door de woorden « drie jaar ».

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een nieuw hoofdstuk VIII ingevoegd dat het artikel 19bis bevat, luidende : « HOOFDSTUK VIII. - Vernietiging en verlies

Art. 19bis.De administrateur douane en accijnzen bepaalt de regels en voorwaarden van toepassing op het vaststellen van vernietiging en verlies bedoeld in artikel 2bis van het koninklijk besluit. ».

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII vervangen als volgt : « HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen ».

Art. 19.In hetzelfde besluit worden bijlage 1 (vervolg 3), bijlage 3 (vervolg 3), bijlage 5 (eerste bladzijde), bijlage 7 (eerste bladzijde) en bijlage 8 (eerste bladzijde) vervangen door de bijlagen 1 tot en met 5 gevoegd bij dit besluit.

Art. 20.Bijlage 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 6 gevoegd bij dit besluit.

Art. 21.Bijlage 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2012.

Brussel, 20 september 2012.

S. VANACKERE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld