gepubliceerd op 03 februari 2014
Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie
20 JANUARI 2014. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie
De Minister van Landsverdediging, Gelet op het
koninklijk besluit van 21 december 2001Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
21/12/2001
pub.
12/01/2002
numac
2002007001
bron
ministerie van landsverdediging
Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten
sluiten tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2006 pub. 29/08/2006 numac 2006007234 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie sluiten betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, artikel 2, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 januari 2014;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2013, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "het instituut" : het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie;2° "de minister" : de minister van Landsverdediging. HOOFDSTUK II. - De raad van bestuur
Art. 2.De raad van bestuur van het instituut bestaat uit een voorzitter en zestien leden.
De leden zijn : 1° drie vice-voorzitters : a) de directeur-generaal van de algemene directie vorming;b) twee personnen aangeduid door de minister komende uit de leden bedoeld in 3°, waarvan één met een belangrijke militaire ervaring;2° acht leden komende van Defensie, die zijn : a) de onderstafchef van het stafdepartement operaties en training;b) de onderstafchef van het stafdepartement strategie;c) de directeur-generaal van de algemene directie human resources;d) de directeur-generaal van de algemene directie material resources;e) de directeur-generaal van de algemene directie vorming;f) de commandant van de medische component;g) de commandant van de Koninklijke Militaire School;h) de afgevaardigde van de chef Defensie.3° zeven leden komende uit de Burgermaatschappij;4° de directeur-generaal van Egmont - Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen Stichting van openbaar nut. De voorzitter, alsook de leden van de raad van bestuur bedoeld in het tweede lid, 3°, worden door de minister aangeduid.
Met inbegrip van de voorzitter, worden de leden van de raad van bestuur komende uit de Burgermaatschappij gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Het mandaat van de voorzitter en van de leden van de raad van bestuur bedoeld in het tweede lid, 3°, heeft een duur van 6 jaar en is één maal verlengbaar.
De directeur-generaal van het instituut, de voorzitter van het wetenschappelijk comité en een afgevaardigde van de minister, nemen deel aan de raad van bestuur als waarnemers met adviserende stem.
Art. 3.De raad van bestuur is in de domeinen veiligheid en defensie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie belast met het jaarlijks voorstellen, vóór 1 november, aan de minister : 1° van een algemene beleidsnota;2° van de prioriteiten van het onderzoeksprogramma van Defensie;3° van het onderzoeksprogramma van Defensie voor het komende jaar. De raad van bestuur legt voor 15 maart aan de minister een verslag voor betreffende het onderzoek gevoerd binnen Defensie tijdens het voorgaande jaar.
Art. 4.De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd. HOOFDSTUK III. - Het wetenschappelijk comité
Art. 5.Het wetenschappelijk comité van het instituut bestaat uit een voorzitter en twaalf leden, aangeduid door de minister.
De leden zijn : 1° twee vice-voorzitters waarvan één komende uit de leden bedoeld in tweede lid, 2° en één komende uit de leden bedoeld in tweede lid, 3° ;2° zes leden komende van Defensie, waarvan : a) vier professoren van de Koninklijke Militaire School;b) een vertegenwoordiger van de Laboratoria van Defensie;c) een vertegenwoordiger van het Militair hospitaal Koningin Astrid;3° zes leden komende uit de burgermaatschappij met een bijzondere wetenschappelijke expertise in de domeinen waar Defensie wetenschappelijk en technisch mogelijkerwijze onderzoek kan uitvoeren. Met uitzondering van de voorzitter, worden de leden van het wetenschappelijk comité gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Het mandaat van de leden van het wetenschappelijk comité duurt zes jaar en is één maal hernieuwbaar.
De bevoegde autoriteit verantwoordelijk voor het wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie van het instituut neemt deel aan het wetenschappelijk comité als waarnemer met adviserende stem.
Art. 6.Het wetenschappelijk comité is, voor de studies en onderzoeksprojecten waarvoor het instituut bevoegd is, belast : 1° met het voorstellen van de onderzoeksobjectieven, het evalueren en het voorleggen van een voorlopige rangschikking van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;2° met het deelnemen aan de uitwerking van de evaluatiemethodes van studies en onderzoeksprojecten;3° met het verifiëren van het academisch, wetenschappelijk of technologisch niveau van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;4° met het evalueren van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;5° met het evalueren van de vorderingsverslagen van de studies en onderzoeksprojecten en het formuleren van aanbevelingen;6° met het evalueren van de eindrapporten.
Art. 7.Het wetenschappelijk comité stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 8.Het ministerieel besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007007113 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie sluiten tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 20 januari 2014.
P. DE CREM