gepubliceerd op 25 mei 2007
Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie
25 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de samenstelling, de aanwijzingsregels en de duur van het mandaat van de leden, de bevoegdheden en de werkingsregels van de raad van bestuur en van het wetenschappelijk comité van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie
De Minister van Landsverdediging, Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, inzonderheid op artikel 5, tweede lid;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 april 2007, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt verstaan onder : 1° "het instituut" : het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, 2° de minister" : de Minister van Landsverdediging. HOOFDSTUK II. - De raad van bestuur
Art. 2.De raad van bestuur van het instituut bestaat uit elf leden : 1° een voorzitter;2° en vice-voorzitter;3° de directeur-generaal van het instituut;4° een lid, afgevaardigde van de minister;5° een lid, onderstafchef of directeur-generaal;6° twee leden, vertegenwoordigers van de sociale of de politieke wereld;7° tweede leden, vertegenwoordigers van de universitaire wereld of de wereld van het onderzoek;8° twee leden, vertegenwoordigers van de economische of industriële wereld. Wanneer de voorzitter een personeelslid van Defensie is, mag de vice-voorzitter geen lid zijn van dit personeel of omgekeerd.
De afgevaardigde van de chef defensie is het lid bedoeld, naargelang het geval, in artikel 2, eerste lid, 2° of 5°.
Met uitzondering van de directeur-generaal van het instituut, worden de leden van de raad van bestuur aangewezen door de minister.
Met uitzondering van de voorzitter, worden de leden van de raad van bestuur gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Het mandaat van de leden van de raad van bestuur duurt vier jaar en is éénmaal hernieuwbaar.
Het ontslagnemend, overleden of wegens het bereiken van de leeftijdsgrens overeenkomstig de bepalingen op hem van toepassing, gepensioneerd lid wordt vervangen. Het vervangend lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Art. 3.De raad van bestuur is in de domeinen veiligheid en defensie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie belast met het jaarlijks voorstellen, vóór 1 november, aan de minister : 1° van een algemene beleidsnota;2° van de prioriteiten van het onderzoeksprogramma van Defensie;3° van het onderzoeksprogramma van Defensie. De raad van bestuur legt aan de minister een jaarlijks verslag voor betreffende het onderzoek gevoerd in de schoot van Defensie.
Art. 4.De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd. HOOFDSTUK III. - Het wetenschappelijk comité
Art. 5.Het wetenschappelijke comité van het instituut bestaat uit zeven leden : 1° voorzitter;2° een vice-voorzitter;3° de directeur van het departement wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie van het instituut;4° vier leden die een wetenschappelijke ervaring kunnen bewijzen in de domeinen die het veld bestrijken van het onderzoek binnen Defensie. Twee van de vier leden bedoeld in het eerste lid, 4°, zijn hoogleraren, militaire hoogleraren of gewone hoogleraren, die elke faculteit van de Koninklijke Militaire School vertegenwoordigen.
Wanneer de voorzitter een personeelslid van Defensie is, mag de vice-voorzitter geen lid zijn van dit personeel of omgekeerd.
Met uitzondering van het lid bedoeld in het eerste lid, 3°, worden de leden van het wetenschappelijk comité aangewezen door de minister.
Met uitzondering van de voorzitter, worden de leden van het wetenschappelijk comité gelijk verdeeld over de Nederlandse en de Franse taalrol.
Het mandaat van de leden van het wetenschappelijk comité duurt vier jaar en is éénmaal hernieuwbaar.
Het ontslagnemend, overleden of wegens het bereiken van de leeftijdsgrens overeenkomstig de bepalingen op hem van toepassing, gepensioneerd lid wordt vervangen. Het vervangend lid voltooit hei mandaat van zijn voorganger.
Art. 6.Het wetenschappelijk comité is, voor de studies en onderzoeksprojecten waarvoor het instituut bevoegd is, belast : 1° met het voorstellen van de onderzoeksobjectieven, het evalueren en het voorleggen van een voorlopige rangschikking van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;2° met het deelnemen aan de uitwerking van de evaluatiemethodes van studies en onderzoeksprojecten;3° met het verifiëren van het academisch, wetenschappelijk of technologisch niveau van de voorgestelde studies en onderzoeksprojecten;4° met het evalueren van de voorgestelde studies of onderzoeksprojecten;5° met het evalueren van de vorderingsverslagen van de studies en onderzoeksprojecten en het formuleren van aanbevelingen;6° met het evalueren van de eindrapporten.
Art. 7.Het wetenschappelijk comité stelt zijn huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 25 april 2007.
A. FLAHAUT