gepubliceerd op 24 oktober 2001
Ministerieel besluit tot vaststelling van de verordeningsbepalingen voor de organisatie van de stage van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking
20 DECEMBER 2000. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de verordeningsbepalingen voor de organisatie van de stage van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking
De Minister van Buitenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1956 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, inzonderheid op de artikelen 68 en 69, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999;
Gelet op het voorstel van de directieraad van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité 500, gegeven op 13 juli 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het aantal laureaten van de eenmalige bijzondere aanwervingsprocedure dat vrijgesteld is van de stage veel kleiner is dan verwacht en dat het dus onontbeerlijk is de eerste stage snel te doen starten, enerzijds, om de belangen van de betrokkenen te vrijwaren en, anderzijds, om de betrekkingen van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking zo spoedig mogelijk te laten innemen teneinde het nieuwe beleid van de Internationale Samenwerking onverwijld in praktijk te brengen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 augustus 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.De kandidaat-attachés voor Internationale Samenwerking krijgen tijdens hun stage een opleiding die als doel heeft ze voor te bereiden op hun functies en taken zowel bij het hoofdbestuur als in een partnerland of in een Belgische vertegenwoordiging bij een multilaterale instelling.
De materies die deel uitmaken van het cursussenprogramma bedoeld in artikel 68, § 4, van het koninklijk besluit van 25 april 1956 zijn bijgevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Het programma van de activiteiten in het kader van de opleiding is bijgevoegd bij dit besluit.
Art. 3.De stage staat onder leiding van een stagemeester die behoort tot de eerste of de tweede klasse van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking, aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Ontwikkelingssamenwerking behoort, op voorstel van de directieraad.
Bij ontstentenis van een stagemeester, zoals bepaald in het eerste lid, wordt de functie van stagemeester tijdelijk waargenomen door de stagemeester van de carrière Buitenlandse Dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking.
Art. 4.De stagemeester bepaalt, in overleg met de stagemeesters van de carrière Buitenlandse Dienst en Kanselarijcarrière en met de betrokken diensten, de programma's van de opleidingsactiviteiten en hun pedagogische inhoud. Hij houdt daarbij rekening met de aanwijzingen die hij krijgt van de betrokken personeelsdienst en met de resultaten van de inspecties te velde.
Hij waakt erover dat de aan de stagiair toevertrouwde taken : - bijdragen tot de in artikel 1 bepaalde doelstelling; - de bekwaamheden van de stagiair aanvullen rekening houdend met de deskundigheden die hij al bezit en met zijn professionele ervaring.
Art. 5.Na advies van de stagemeester over de bekwaamheden en de graad van voorbereiding van de betrokkene, kan de Minister tot wiens bevoegdheid de Ontwikkelingssamenwerking behoort de stagiair, wiens opleiding onderbroken is wegens andere afwezigheden dan die waarop hij statutair recht heeft, doorverwijzen naar de volgende stagesessie.
Art. 6.De administratieve toestand van de stagiair wiens stage onderbroken wordt wegens afwezigheden zoals bedoeld in artikel 5, wordt vastgesteld krachtens de reglementaire bepalingen die in dat geval van toepassing zijn.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 20 december 2000.
De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS
Bijlage 1a. Materies van het cursussenprogramma voor de stagiairs van de eenmalige bijzondere aanwervingsprocedure, bedoeld in artikel 97, § 9, van het koninklijk besluit van 25 april 1956 : - de structuur en activiteiten van het ministerie en van het Directoraat-generaal Internationale Samenwerking in het bijzonder; - de functies en de taken van de Attaché voor Internationale Samenwerking; - het procesbeheer van de cyclus van de samenwerkingsprestaties; - het beheerscontract met de naamloze vennootschap met sociaal oogmerk, Belgische Technische Coöperatie. 1b. Materies van het cursussenprogramma voor de overige stagiairs : - internationale samenwerking en ontwikkeling; - sociologie en antropologie m.b.t. de internationale samenwerking; - ontwikkelingseconomie; - de multilaterale instellingen die betrokken zijn bij de internationale samenwerking; hun organisatie en functioneren; - het Europees samenwerkingsprogramma : structuren, organisatie, beleid; - de structuur en activiteiten van het ministerie en van het Directoraat-generaal Internationale Samenwerking in het bijzonder; - de functies en de taken van de Attaché voor Internationale Samenwerking; - management-, vergader- en onderhandelingstechnieken; het rapporteren; - het procesbeheer van de cyclus van de samenwerkingsprestaties; - het beheerscontract met de naamloze vennootschap met sociaal oogmerk, Belgische Technische Coöperatie; - begroting en overheidsopdrachten. 2. Activiteitenprogramma in het kader van de opleiding : § 1.Elke materie omvat opleidingsmodules, deeltijds of voltijds, gespreid over de stageperiode. Deze modules worden - zo veel mogelijk - gegroepeerd in de eerste fase van de stage.
Bovendien worden vormingsmodules georganiseerd binnen de directies van het Ministerie die bevoegdheden hebben inzake internationale samenwerking, om de stagiair vertrouwd te maken met hun werking. Elk van deze modules zal verdeeld worden over de eerste en derde fase van de stage, zodat rekening kan gehouden worden met de ervaringen van de stagiair opgedaan tijdens de tweede fase van de stage. § 2. De opleidingsmodules kunnen opgebouwd zijn uit cursussen, uiteenzettingen, literatuurstudie, zelfstudie afgesloten met een voorstelling van of verslaggeving over een onderwerp dat betrekking heeft op de internationale samenwerking, deelname aan studiedagen of conferenties, studiebezoeken of- reizen, of een combinatie van deze activiteiten. Ze kunnen georganiseerd worden met behulp van personeelsleden van het Ministerie zelf of door een beroep te doen op externe deskundigen. § 3. De tweede fase van de stage is een praktijkstage in een diplomatieke post in een partnerland, waar de stagiair actief bijdraagt tot de dagelijkse werking van de attaché voor internationale samenwerking, terwijl hij over de nodige tijd beschikt voor het uitdiepen van bepaalde materies. Het programma van deze tweede fase wordt in overleg met de attaché van de betrokken post uitgewerkt. § 4. Tijdens de derde fase van de stage, vervolmaakt de stagiair zijn vorming en beschikt hij over nodige tijd voor de voorbereiding van het examen.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 december 2000 tot vaststelling van de verordeningsbepalingen voor de organisatie van de stage van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking.
De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS