Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 augustus 2001
gepubliceerd op 25 september 2001

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022599
pub.
25/09/2001
prom.
20/08/2001
ELI
eli/besluit/2001/08/20/2001022599/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 AUGUSTUS 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding


De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding;

Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Economische Gemeenschap van 25 maart 1957 bekrachtigd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de beschikking nr. 2001/165/EG van 27 februari 2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot wijziging, wat gehydrolyseerde eiwitten betreft, van beschikking 2001/9/EG betreffende controlemaatregelen voor de tenuitvoerlegging van beschikking 2000/766/EG van de Raad betreffende bepaalde beschermingsmaatregelen ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en het vervoederen van dierlijke eiwitten;

Gelet op het advies van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 17 augustus 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bepaalde maatregelen, zoals omschreven in het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding, dienen verduidelijkt te worden teneinde verkeerdelijke interpretaties te vermijden;

Overwegende dat, naast het gebruik van gehydrolyseerde eiwitten van huiden, het gebruik van bepaalde andere gehydrolyseerde eiwitten kan toegelaten worden in voeders andere dan voeders voor herkauwers;

Overwegende dat dit onverwijld aan alle betrokkenen dient meegedeeld te worden, Besluit :

Artikel 1.In punt 8° van artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding, worden de woorden « in het verkeer wordt gebracht » vervangen door de woorden « wordt verzonden naar een andere Lidstaat ».

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 3.Het vervoederen van gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en huiden zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, is uitsluitend toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en huiden zijn uitsluitend toegelaten voor het vervoederen aan andere dieren dan herkauwers;2° gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en huiden : a) worden vervaardigd in speciale verwerkingsbedrijven voor de productie van gehydrolyseerde eiwitten, die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van richtlijn 90/667/EEG;b) worden na verwerking bemonsterd en geanalyseerd, waarbij moet blijken dat de gehydrolyseerde eiwitten een molecuulgewicht hebben dat kleiner dan 10 000 dalton is; Voor gehydrolyseerde eiwitten uit huiden geldt bovendien dat ze : a) worden vervaardigd uit huiden van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een antemortem- en postmortemkeuring geschikt zijn bevonden voor de menselijke consumptie;b) worden vervaardigd via een productieproces dat adequate maatregelen omvat om de verontreiniging van huiden zoveel mogelijk te beperken, en een verdere voorbewerking van deze grondstoffen door pekelen, kalken en intensief wassen, gevolgd door blootstelling van het materiaal aan een pH van meer dan 11 gedurende meer dan 3 uur bij een temperatuur van meer dan 80 °C, gevolgd door een warmtebehandeling bij meer dan 140 °C gedurende 30 minuten bij een druk van meer dan 3,6 bar, of een gelijkwaardig proces dat volgens de procedure van artikel 17 van richtlijn 89/662/EEG is goedgekeurd;3° dierenvoeders bevattende gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden mogen alleen vervaardigd worden in inrichtingen voor diervoeders die geen voeders voor herkauwers vervaardigen en door de bevoegde autoriteit zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Bij wijze van uitzondering op de bepaling in lid 1 kan toestemming worden verleend voor de vervaardiging van voeders voor herkauwers in inrichtingen die ook dierenvoeders met gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden voor andere diersoorten vervaardigen, mits : a) het vervoer en de opslag van voedermiddelen voor herkauwers volledig gescheiden zijn van voedermiddelen waarvoor een verbod op het vervoederen aan herkauwers geldt, en b) de faciliteiten voor opslag, vervoer, productie en verpakking van mengvoeders voor herkauwers volledig gescheiden zijn, en c) de boekhouding betreffende de aankopen en het gebruik van gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden en de verkopen van dierenvoeders die gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden bevatten, aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld, en d) routinetests worden uitgevoerd op diervoeders die voor herkauwers zijn bestemd, teneinde te garanderen dat er geen verboden verwerkte dierlijke eiwitten in voorkomen zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999, en dit overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Teneinde de in lid 2 bedoelde afwijking te bekomen, dient een aanvraag hiertoe ingediend te worden bij de Minister. 4° op de etiketten van diervoeders die gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden bevatten, moeten duidelijk de woorden « Bevat gehydrolyseerde eiwitten - niet geschikt voor het vervoederen aan herkauwers » worden vermeld;5° diervoeders in bulk die gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden bevatten, worden vervoerd in voertuigen die niet tegelijkertijd voeders voor herkauwers vervoeren.Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en na het vervoer van diervoeders in bulk die gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden bevatten grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 6° het gebruik en de opslag van andere gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden bevattende diervoeders dan voeders voor gezelschapsdieren, is verboden op bedrijven waar herkauwers worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen;7° elke partij gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en/of huiden die wordt verzonden naar een andere Lidstaat dient vergezeld te gaan van een officieel certificaat, opgesteld naar het model in de bijlage bij dit besluit.»

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 4 dat artikel 5 wordt, een nieuw artikel 4 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 4.§ 1. De artikelen 1, 2 en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing op voeders voor dieren die niet worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen. § 2. Dierenvoeders, inclusief voeders voor gezelschapsdieren, die bestemd zijn voor het vervoederen aan dieren die niet worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen en die geen andere verwerkte dierlijke eiwitten bevatten dan vismeel of visperssap, dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen en/of gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en huiden, worden vervaardigd overeenkomstig respectievelijk punt 6° van artikel 1, punt 4° van artikel 2, of punt 3° van artikel 3 van dit besluit. » § 3. Dierenvoeders andere dan voeders voor gezelschapsdieren bevattende vismeel, visperssap, dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen en/of gehydrolyseerde eiwitten uit vis, veren en huiden mogen uitsluitend geleverd worden aan bedrijven waar geen herkauwers worden gehouden, vestgemest of gefokt.

Art. 4.In de titel van het officieel certificaat in bijlage bij hetzelfde besluit worden de woorden « van huiden » vervangen door de woorden « van vis, veren en huiden ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 20 augustus 2001.

Mevr. M. AELVOET

^