gepubliceerd op 05 november 2004
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
19 OKTOBER 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 12, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden;
Gelet op het voorstel van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 22 december 2003 en 15 maart 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 augustus 2004;
Gelet op het advies 37.647/1 van de Raad van State, gegeven op 16 september 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, wordt aangevuld als volgt : « 14° « gemiddeld aantal erkende bedden » : het aantal door de bevoegde overheid erkende bedden dat met de volgende formule overeenstemt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : L = aantal erkende bedden op de eerste dag van de referteperiode; li = verhoging of vermindering van het aantal bedden tijdens de referteperiode;
Ji = aantal kalenderdagen tussen de datum van de aanpassing van het aantal bedden en de laatste dag van de referteperiode;
J = aantal kalenderdagen van de referteperiode n = aantal aanpassingen van het aantal bedden in de referentieperiode. ».
Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.§ 1. De inrichtingen die in de referentieperiode gemiddeld minstens 10 rechthebbenden in de categorie B en/of C huisvesten en die minstens t.o.v. het gemiddeld aantal erkende bedden gemiddeld 40 % rechthebbenden huisvesten in de categorie B en/of C, moeten de continuïteit van de verzorging zowel overdag als 's nachts verzekeren door minstens een lid van het verpleegkundig personeel, het verzorgingspersoneel of het personeel voor reactivering. § 2. Voor het verzekeren van de continuïteit van de verzorging zoals bedoeld in § 1, beschikken deze inrichtingen tijdens de referentieperiode gemiddeld over minstens 5 voltijdse equivalenten van loontrekkend of statutair personeel, verpleegkundigen, leden van verzorgingspersoneel of personeel voor reactivering, waarvan minstens 2 voltijds equivalenten verpleegkundigen. »
Art. 3.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 2, a), 2), worden de woorden « met uitsluiting van de wettelijke feestdagen » geschrapt;2° § 2, b), wordt aangevuld als volgt : « - of die onder de toepassing vallen van artikel 17 van het protocol raamakkoord van 26 juli 2000 betreffende het opleidingsproject tot verpleegkundige in de federale Gezondheidssector, » 3° in § 2, c) worden de woorden « 30 juni 2004 » vervangen door de woorden « 30 juni 2005 »;4° in § 2, c), d), e) en g), worden de woorden « met uitsluiting van de wettelijke feestdagen » geschrapt.
Art. 4.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « in hoofdstuk II » vervangen door de woorden « in de artikelen 2 en 3 ».
Art. 5.In artikel 11, vierde lid, a), van hetzelfde besluit worden de woorden « de norm » vervangen door de woorden « de theoretische norm » en de woorden « artikel 8 » door de woorden « artikel 9 ».
Art. 6.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 3, worden na de woorden « verpleegkundige A2 » de woorden « of ziekenhuisassistent » toegevoegd;2° de volgende paragraaf wordt toegevoegd : « § 6.Onverminderd de toepassing van de bepalingen in artikel 15 worden de verpleegkundigen die beantwoorden aan de in de artikelen 2, 3 en 5 bedoelde normen voor verpleegkundigen, gefinancierd volgens de loonkost van een verpleegkundige A2. ».
Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 16, § 1, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 16, § 2 ».
Art. 8.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 16.§ 1. In de inrichtingen die voldoen aan de bepalingen van artikel 5, §§ 1 en 2, en waar de norm zoals bedoeld in artikel 2 kleiner is dan twee verpleegkundigen en drie leden van verzorgingspersoneel, wordt bij de bepaling van het te financieren bedrag voor de personeelsnorm zoals bedoeld in artikel 17, in elk geval uitgegaan van twee voltijds equivalenten verpleegkundigen en drie voltijds equivalenten verzorgingspersoneel. § 2. In de instellingen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 5, § 1 en die niet voldoen aan de bepalingen van artikel 5, § 2, wordt de in artikel 17 bedoelde financiering van de personeelsnorm verminderd met 50 %. § 3. In de inrichtingen die niet voldoen aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5, § 1 en die de continuïteit van de verzorging zoals bedoeld in § 2 van hetzelfde artikel niet verzekeren wordt de in artikel 17 bedoelde financiering van de personeelsnorm bepaald rekening houdende met de helft van de financiering van de norm zoals bedoeld in artikel 2 voor de categorieën B en C. ».
Art. 9.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « en 16, tweede lid » worden vervangen door de woorden « en 16, § 2 », en de woorden « artikel 16, §§ 1, tweede lid, of 2 » worden vervangen door de woorden « artikel 16, § 2 of § 3 »;2° het volgende lid wordt toegevoegd : « In afwijking van de bepalingen van het vorige lid, bedraagt het bedrag per dag en per rechthebbende voor de inrichtingen waarop artikel 19 of artikel 37bis van toepassing is : [(Totaal bedrag van de financiering van de personeelsnorm/aantal gefactureerde dagen voor de rechthebbenden in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis) x (aantal kalenderdagen in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis/365)] ».
Art. 10.Artikel 19, § 3, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° onder het punt b) worden de woorden « het tweede trimester van het jaar dat volgt op dat van de erkenning » vervangen door de woorden « het tweede trimester (dit is het trimester dat volgt op dat van de erkenning) »;2° onder het punt c) worden de woorden « het tweede trimester van het jaar dat volgt op dat van de erkenning » vervangen door de woorden « het tweede trimester (dit is het trimester dat volgt op dat van de erkenning) ».
Art. 11.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, worden de woorden « artikel 16, § 1, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 16, § 2 »;2° in de Nederlandse tekst van het eerste lid, worden de woorden « voor de financiering van de personeelsnorm zoals bedoeld in artikel 17 of 19 » vervangen door de woorden « voor de in artikel 17 of 19 bedoelde financiering van de personeelsnorm »;3° in de Franse tekst van het eerste lid, worden de woorden « du financement de la norme de personnel visé à l'article 17 » vervangen door de woorden « du financement, visé à l'article 17 ou 19, de la norme de personnel »;4° de volgende leden worden toegevoegd : « Het bedrag van de tegemoetkoming per dag en per rechthebbende bedraagt : [Totaal bedrag van de tegemoetkoming/aantal gefactureerde dagen voor de rechthebbenden in de referentieperiode] In afwijking van de bepalingen van het vorige lid, bedraagt het bedrag per dag en per rechthebbende voor de inrichtingen waarop artikel 19 of artikel 37bis van toepassing is : [(Totaal bedrag van de tegemoetkoming/aantal gefactureerde dagen voor de rechthebbenden in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis) x (aantal kalenderdagen in de referentieperiode bedoeld in artikel 19 of artikel 37bis/365)] ».
Art. 12.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, wordt het woord « patiënt » vervangen door het woord « rechthebbende »;2° in het tweede lid, worden de woorden « 25 rechthebbenden » vervangen door de woorden « 25 patiënten ».
Art. 13.In artikel 23, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « patiënten » vervangen door het woord « rechthebbenden ».
Art. 14.In artikel 26, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt het woord « patiënten » vervangen door het woord « rechthebbenden ».
Art. 15.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 36, § 1. Mogen met leden van verzorgingspersoneel worden gelijkgesteld, de personen die op 1 januari 2004 de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt en die zijn tewerkgesteld in een instelling die uitsluitend is erkend als rust- en verzorgingstehuis, en die tussen 1 april 1992 en 1 januari 2004 een beroepservaring van 5 jaar voltijdse verzorgende in die instelling kunnen bewijzen. Daartoe moeten zij als verzorgenden zijn ingeschreven en volgens de daarmee overeenstemmende loonschaal zijn betaald.
Teneinde die gelijkstelling effectief te maken, moeten die personen, uiterlijk tegen 31 maart 2005, het registratienummer bedoeld in artikel 4, § 1, derde lid aanvragen. § 2. De beperkingen bedoeld in artikel 8, § 2, e) en f) worden voor de eerste keer toegepast bij de berekening van de volledige tegemoetkoming vanaf 1 januari 2007. Tot 30 juni 2005 kunnen de uren, daadwerkelijk gepresteerd door de gekwalificeerde beheerder van de instelling, zelfstandig, loontrekkend of statutair, voor maximum 38 uur per week, in aanmerking worden genomen voor de in artikel 17 bedoelde financiering van de personeelsnorm. ».
Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 37bis ingevoegd, luidende : «
Art. 37bis.In afwijking van de bepalingen van artikel 19, zijn volgende bepalingen van toepassing op de nieuwe inrichtingen die erkend worden in de periode van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2003 : § 1. Het bedrag per rechthebbende en per dag voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 januari 2003 en 31 maart 2003 wordt als volgt berekend : a) voor de factureringsperiode 2004 (van 1 januari 2004 tot 31 december 2004) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het tweede trimester van het jaar 2003;b) voor de factureringsperiode 2005 (van 1 januari 2005 tot 31 december 2005) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16. § 2. Het bedrag per rechthebbende en per dag voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 april 2003 en 30 juni 2003 wordt als volgt berekend : a) voor de factureringsperiode 2004 (van 1 januari 2004 tot 31 december 2004) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het derde trimester van het jaar 2003;b) voor de factureringsperiode 2005 (van 1 januari 2005 tot 31 december 2005) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16. § 3. Het bedrag per rechthebbende en per dag voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 juli en 30 september 2003 wordt als volgt berekend : a) voor de periode van 1 januari 2004 tot 31 maart 2004 bedraagt dit bedrag 14,05 euro;b) voor de rest van de factureringsperiode 2004 (van 1 april 2004 tot 31 december 2004) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het vierde trimester 2003;c) het bedrag van de factureringsperiode 2005 (van 1 januari 2005 tot 31 december 2005) wordt berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het vierde trimester 2003 en het eerste en tweede trimester 2004. § 4. Het bedrag per rechthebbende en per dag voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 oktober 2003 en 31 december 2003 wordt als volgt berekend : a) voor de periode van 1 januari 2004 tot 30 juni 2004 bedraagt dit bedrag 14,05 euro;b) voor de rest van de factureringsperiode 2004 (van 1 juli 2004 tot 31 december 2004) wordt dit bedrag berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het eerste trimester 2004;c) het bedrag van de factureringsperiode 2005 (van 1 januari 2005 tot 31 december 2005) wordt berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het eerste en tweede trimester 2004. § 5. Voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 juli 2002 en 30 september 2002, wordt het bedrag per rechthebbende en per dag voor de factureringsperiode 2004 (van 1 januari 2004 tot 31 december 2004) berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het vierde trimester 2002 en het eerste en tweede trimester 2003. § 6. Voor een nieuwe inrichting die erkend wordt tussen 1 oktober 2002 en 31 december 2002, wordt het bedrag per rechthebbende en per dag voor de factureringsperiode 2004 (van 1 januari 2004 tot 31 december 2004) berekend volgens de bepalingen van de artikelen 8 tot 16, waarbij de referentieperiode overeenstemt met het eerste en tweede trimester 2003.».
Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2004.
Brussel, 19 oktober 2004.
R. DEMOTTE