gepubliceerd op 17 augustus 2002
Ministerieel besluit houdende bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen omtrent het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2002
19 JULI 2002. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen omtrent het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2002
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op hoofdstuk IV, afdeling 5, gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, inzonderheid op de artikelen 1, 12° en 13°, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 en op artikel 5, § 1 en § 3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Overwegende dat de commissie Dierlijk Afval op 20 februari 2002 advies uitbracht, Besluit :
Artikel 1.De overeenkomst aangaande de financiering van de ophaling van dierlijk afval in de zin van artikel 5, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, krijgt voor de houder van een middelgroot en/of groot veebedrijf, zoals gedefinieerd in artikel 1, 13°, van hetzelfde besluit, gestalte in de vorm van een abonnement. De ondergrenzen die voor de onderstaande abonnementsprijzen per diersoort worden gehanteerd, worden beschouwd als de ondergrenzen van middelgrote bedrijven.
Bedrijven waar minder dieren worden gehouden dan de ondergrens die per diersoort in onderstaande prijsbepalingen gehanteerd wordt, worden beschouwd als kleine bedrijven.
Voor veebedrijven met loopvogels wordt geen abonnementssysteem opgezet, de prijszetting gebeurt dus door de ophaler of verwerker van dierlijk afval. Veebedrijven met minder dan 5 loopvogels worden als kleine bedrijven beschouwd.
Het forfaitaire bedrag voor 2002 bedraagt : 1°voor rundveebedrijven (rekening houdend met alle runderen exclusief mestkalveren) : a) 35 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;b) 75 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 135 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;d) 235 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;e) 340 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;f) 495 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 of meer dieren;2° voor mestkalverenbedrijven : a) 60 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;b) 115 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;c) 185 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;d) 265 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;e) 330 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;f) 400 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 tot 600 dieren;g) 465 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 601 tot 700 dieren;h) 540 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 800 dieren;i) 625 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 801 tot 900 dieren;j) 705 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 901 tot 1000 dieren;k) 1440 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1001 of meer dieren;3° voor pluimveebedrijven (rekening houdende met alle pluimveesoorten uitgezonderd struisvogels) : a) 30 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1501 tot 3000 dieren;b) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 3001 tot 5000 dieren; c) 95 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 5001 tot 10.000 dieren; d) 185 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 10.001 tot 20.000 dieren; e) 320 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 20.001 tot 30.000 dieren; f) 435 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 30.001 tot 40.000 dieren; g) 565 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 40.001 tot 50.000 dieren; h) 750 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 50.001 tot 75.000 dieren; i) 1045 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 75.001 tot 100.000 dieren; j) 1655 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 100.001 of meer dieren; 4° voor varkensbedrijven (rekening houdende met alle varkens exclusief biggen van 7 tot 20 kg) : a) 80 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;b) 160 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;c) 310 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 400 dieren;d) 570 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 700 dieren;e) 915 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 701 tot 1100 dieren;f) 1395 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1101 tot 1600 dieren;g) 1900 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 1601 tot 2200 dieren;h) 2575 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2201 tot 2900 dieren;i) 4460 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 2901 of meer dieren;5° voor schapen- en geitenbedrijven : a) 20 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;b) 40 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;c) 65 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;d) 90 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;e) 135 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;f) 180 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;g) 245 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 tot 500 dieren;h) 375 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 501 of meer dieren;6° voor konijnenbedrijven : a) 20 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 200 dieren;b) 35 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 tot 300 dieren;c) 45 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 301 tot 400 dieren;d) 105 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 401 of meer dieren;7° voor paardenbedrijven : a) 18 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 10 tot 20 dieren;b) 25 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 21 tot 50 dieren;c) 50 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 51 tot 100 dieren;d) 90 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 101 tot 150 dieren;e) 120 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 151 tot 200 dieren;f) 245 euro voor bedrijven met een gemiddelde bezetting van 201 of meer dieren. De bijdrage voor de broeierijen omvat, enerzijds, een vast bedrag per ophaling van 25 euro en, anderzijds, een vast bedrag per opgehaald gewicht van 74,90 euro/ton.
De bedragen die vastgelegd worden in dit besluit zijn exclusief BTW. De gemiddelde bezetting wordt bepaald op basis van de gemiddelde veebezetting zoals geregistreerd bij de aangifte van 2001, overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Eenzelfde bedrijf kan een som van de forfaitaire bedragen voor verschillende diersoorten moeten betalen.
Art. 2.Bij de overname van een veebedrijf moet de nieuwe eigenaar abonnementskosten betalen op basis van de mestbankaangifte van dat bedrijf die door de vorige eigenaar werd gedaan.
Art. 3.Producenten van dierlijk afval die niet vernoemd worden in artikel 5, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, zoals herhaaldelijk gewijzigd, en waarvoor geen abonnementstarieven werden vastgelegd, moeten zelf met een erkende verwerker een financiële overeenkomst sluiten.
Art. 4.Als de betrokken producenten van dierlijk afval in de zin van artikel 1 en 2 van dit besluit geen abonnement, zoals bepaald in deze artikelen, hebben genomen, wordt de ophaling en de verwerking door de erkende ophaler verricht tegen een vergoeding per prestatie. Daarbij kan het maximumtarief worden toegepast dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, bepaald is in de erkenning van de ophaler.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Brussel, 19 juli 2002.
V. DUA