Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 oktober 2002
gepubliceerd op 27 november 2002

Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede van stagemeesters en stagediensten in de klinische hematologie

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid voedselketen en leefmilieu
numac
2002022876
pub.
27/11/2002
prom.
18/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/18/2002022876/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede van stagemeesters en stagediensten in de klinische hematologie


De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35sexies , ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 22 juni 1993, 8 november 1995, 12 maart 1997, 11 april 1999, 15 oktober 2001 en 7 januari 2002;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen, gegeven op 29 november 2001;

Gelet op het advies 33.031/3 van de Raad van State, gegeven op 28 mei 2002, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Onder klinische hematologie wordt verstaan het geheel van klinische activiteiten betreffende de diagnose en de behandelingen van goedaardige ziekten van het bloed en ziekten van het stollingssysteem, en van kwaadaardige ziekten van het bloed, van het lymfo-hematopoïetische stelsel bij volwassenen inclusief de klinische aspecten van de transplantatie van hematopoietische stamcellen en van transfusie. HOOFDSTUK II. - Criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten met bijzondere beroepsbekwaamheid in de klinische hematologie

Art. 2.§ 1. Om erkend te worden voor de bijzondere beroepsbekwaamheid in de klinische hematologie, moet men : 1) erkend zijn als geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde;2) een specifieke opleiding in de klinische hematologie gevolgd hebben, als bedoeld in § 2;3) ten minste één keer tijdens de opleiding een voordracht gehouden hebben voor een nationale of internationale wetenschappelijke bijeenkomst of een artikel gepubliceerd hebben over een klinisch of wetenschappelijk onderwerp in verband met de hematologie, in een gezaghebbend wetenschappelijk tijdschrift. § 2. De specifieke opleiding in de klinische hematologie omvat een voltijdse stage van ten minste twee jaar in één of meer overeenkomstig artikel 5 erkende stagediensten onder de leiding van een overeenkomstig artikel 4 erkende stagemeester, waarvan ten hoogste één jaar vervuld kan worden tijdens de hogere opleiding in de inwendige geneeskunde.

Eén vierde van de stagetijd gedurende de specifieke opleiding in de klinische hematologie moet, onder leiding van een erkend geneesheer-specialist in de klinische biologie, worden besteed aan een rotatie in minstens twee afdelingen van een erkend laboratorium klinische biologie die aan hematologische diagnostiek doen zoals bloedstolling, transfusie, cytogenetica, moleculaire diagnostiek, infectiologie.

In die mate waarin bepaalde gebieden van de inwendige geneeskunde of van de klinische hematologie niet voldoende beoefend zouden worden in de dienst of indien de overeenkomstige laboratoriumactiviteiten niet voldoende worden beoefend in het erkend laboratorium voor klinische biologie, zal de kandidaat-specialist, met het akkoord van zijn stagemeester, zijn vorming in die gebieden aanvullen door stages van drie maanden in daartoe erkende gespecialiseerde diensten of afdelingen, zonder dat het totaal van deze stages negen maanden mag overtreffen.

Art. 3.Om de erkenning te behouden moet de geneesheer-specialist met een bijzondere beroepsbijzondere beroepsbekwaamheid in klinische hematologie : - de klinische hematologie effectief beoefenen; - het bewijs leveren dat hij zijn kennis en zijn bevoegdheid onderhoudt en ontwikkelt om zodoende de geneeskundige zorg conform de actuele gegevens van de wetenschap en de vigerende kwaliteitscriteria te kunnen verstrekken; - zijn medische activiteit onderwerpen aan peer review en evaluatie door een groep experts in de klinische hematologie aangesteld door de Hoge Raad van Geneesheren-specialisten en van Huisartsen. HOOFDSTUK III. - Criteria voor de erkenning van stagemeesters

Art. 4.§ 1. Wie wenst erkend te worden als stagemeester in de klinische hematologie moet : 1° voltijds (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit) in zijn dienst werkzaam zijn en het grootste deel van zijn tijd besteden aan klinische, poliklinische en technische activiteiten in de klinische hematologie;2° erkend zijn als geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde en in klinische hematologie;3° beschikken over ten minste één voltijdse medewerker (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit), die sedert ten minste vijf jaar erkend is als geneesheer-specialist met een bijzondere beroepsbekwaamheid in de klinische hematologie, en die blijk geeft van een wetenschappelijke activiteit;4° in dezelfde inrichting beschikken over een polikliniek en over een dienst voor daghospitalisatie. § 2. De stagemeester kan instaan voor de opleiding van kandidaten naar rata van maximum één kandidaat per 500 ziekenhuis-en dagziekenhuisopnames van hematologische gevallen per jaar, behoudens afwijking toegestaan door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen en verantwoord door poliklinische of technische werkzaamheden. § 3. De stagemeester moet de kandidaat-specialisten die hij opleidt, toelaten deel te nemen aan andere gespecialiseerde werkzaamheden van de inwendige geneeskunde in dezelfde inrichting. HOOFDSTUK IV. - Criteria voor de erkenning van stagediensten

Art. 5.§ 1. Om als stagedienst in de klinische hematologie te worden erkend, moet de dienst : 1° alle gebieden van de klinische hematologie omvatten zonder voorafgaande selectie van de gevallen.2° beschikken over een aangepaste infrastructuur, met specifiek aan hematologie toegewezen bedden.Die bedden moeten zich bevinden in een ziekenhuis dat beschikt over een dienst inwendige geneeskunde, heelkunde, intensieve geneeskunde, radiodiagnose, anatomopathologie en klinische biologie, beantwoordend aan de criteria voor de erkenning van stagedienst. Er moet een functioneel contact bestaan met een dienst radiotherapie, een bloedtransfusiecentrum, een centrum voor menselijke erfelijkheid en een centrum voor moleculaire diagnostiek.

De stagedienst moet een beroep kunnen doen op een team dat in de behandeling van infecties gespecialiseerd is, alsook op het comité voor ziekenhuishygiëne, dat eigen is aan het desbetreffende ziekenhuis. 3° het register en de medische dossiers van de patiënten bewaren en bijhouden;bovendien moeten de voormelde dossiers gerangschikt kunnen worden per diagnose. 4° een dagziekenhuis voor hematologie omvatten.Dit beschikt over eigen verzorgend en administratief personeel en werkt onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer-specialist met een bijzondere beroepsbijzondere beroepsbekwaamheid in klinische hematologie. Hij staat in voor de opname, de behandeling, het ontslag van de patiënten en voor de continuïteit van de verzorging en dit in samenwerking met de dienst administratie van het ziekenhuis die verantwoordelijk is voor de schriftelijke procedures. 5° over een voldoende aantal voltijdse gekwalificeerde beoefenaars van de verpleegkunde beschikken.6° instaan voor de permanente opleiding en ten minste om de maand stafvergaderingen voor het aan de stagedienst verbonden medisch en verpleegkundig personeel organiseren.7° intern zijn activiteit evalueren, eventueel volgens de modaliteiten die door de Minister, tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, worden opgelegd.8° zich aan regelmatige externe peer review en evaluatie onderwerpen door een groep experts in de klinische hematologie, aangesteld door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen. § 2. Een stagedienst met beperkte opleidingsmogelijkheden mag een gedeelte van de opleidingsduur verzekeren, ten hoogste de helft.

De toegelaten duur wordt in het besluit van erkenning van de stagedienst bepaald volgens zijn belang. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen

Art. 6.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, 2° kan als geneesheer-specialist met bijzondere beroepsbijzondere beroepsbekwaamheid in de klinische hematologie erkend worden, een geneesheer-specialist die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam in hematologie of die het bewijs levert dat hij, sedert ten minste vier jaar na zijn erkenning als geneesheer-specialist, de hematologie op een substantiële en belangrijke manier en met voldoende kennis uitoefent. Hij dient de aanvraag daartoe binnen de twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit in.

Het bewijs dat hij algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam, kan geleverd worden o.a. door persoonlijke publicaties, zijn deelname aan nationale en internationale congressen, aan wetenschappelijke vergaderingen in verband met de hematologie en aan een profiel van de prestaties die typisch zijn voor de klinische hematologie zoals omschreven in art. 1, § 1. § 2. In afwijking van artikel 2, § 1 kan een periode van maximum twee jaar stage in hematologie als kandidaat-specialist of als geneesheer-specialist, aangevat vóór de inwerkingtreding van dit besluit en die doorloopt na de inwerkingtreding ervan, als opleiding gevalideerd worden voor zover de aanvraag werd ingediend binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.De anciënniteit van de stagemeester en van de medewerkers beoogd in artikel 5, 2° van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten enerzijds, en in artikel 4 § 1, 3° van dit besluit anderzijds, zal pas vereist worden respectievelijk 8 en 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

Brussel, 18 oktober 2002.

J. TAVERNIER

^