Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 december 1998
gepubliceerd op 30 maart 1999

Ministerieel besluit houdende samenstelling en werking van de Erkenningscommissie voor Ziekenhuisapothekers

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022005
pub.
30/03/1999
prom.
18/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/18/1999022005/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende samenstelling en werking van de Erkenningscommissie voor Ziekenhuisapothekers


De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Gelet op het ministerieel besluit van 29 december 1997 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, inzonderheid op artikel 25;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Erkenningscommissie dringend moet worden opgericht om zo snel mogelijk te kunnen starten met haar werkzaamheden;

Overwegende dat de aan een ziekenhuisapotheek verbonden apothekers moeten ingeschreven zijn als erkende ziekenhuisapothekers;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 december 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : - « De Erkenningscommissie » : de Erkenningscommissie voor Ziekenhuisapothekers; - « De Minister », de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. HOOFDSTUK II. - Samenstelling

Art. 2.§ 1. De Erkenningscommissie bestaat uit : 1° zeven leden vertegenwoordigers van de Belgische universiteiten, overeenkomstig artikel 25 van het ministerieel besluit van 29 december 1997;2° zeven leden vertegenwoordigers van de wetenschappelijke beroepsvereniging van ziekenhuisapothekers;3° een ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu die de functie van secretaris uitoefent, bijgestaan door een ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu die de functie van adjunct-secretaris uitoefent. De in 3° bedoelde ambtenaren hebben zitting met een raadgevende stem. § 2. Aan de leden niet-ambtenaar worden plaatsvervangers toegevoegd, die onder dezelfde voorwaarden worden benoemd.

Art. 3.§ 1. De Voorzitter, de twee Ondervoorzitters, de gewone en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van zes jaar, die eenmaal kan worden verlengd. De benoemingen van de in artikel 2, § 1, 1° en 2° bedoelde leden geschieden uit een dubbeltal voorgedragen door de Belgische universiteiten en door de wetenschappelijke beroepsvereniging van ziekenhuisapothekers.

De Voorzitter en de twee Ondervoorzitters worden benoemd onder de werkende leden. § 2. De Voorzitter moet een ziekenhuisapotheker zijn. HOOFDSTUK III. - Werking

Art. 4.Het dagelijks bestuur van de Erkenningscommissie bestaat uit de Voorzitter, de twee Ondervoorzitters, de Secretaris of de Adjunct-secretaris. Het staat in voor de goede werking van de Erkenningscommissie.

Art. 5.De Erkenningscommissie kan in zijn midden werkgroepen oprichten, belast met een welomschreven opdracht en het advies inwinnen van deskundigen naar keuze.

Art. 6.§ 1. De Erkenningscommissie kan alleen geldig beslissen wanneer minstens de helft van de in artikel 2, § 1, sub 1° en 2° bedoelde leden aanwezig zijn. Na een tweede oproeping met dezelfde agenda kan de Erkenningscommissie geldig advies uitbrengen, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. De Erkenningscommissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen van de leden. In geval van staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.

Art. 7.§ 1. Indien de Minister de Erkenningscommissie om advies verzoekt, brengt deze laatste zijn advies uit binnen de twee maand; op gemotiveerd verzoek kan de Minister deze termijn met twee maand verlengen.

In uitzonderlijke gevallen kan de Minister een dringend advies vragen; hij bepaalt alsdan de termijn die niet minder dan acht dagen mag zijn. § 2. Bij dit advies wordt de uitslag van de stemming gevoegd; samen met het meerderheidsadvies worden de minderheidsstandpunten medegedeeld.

Art. 8.De Erkenningscommissie moet ten minste twee keer per jaar samenkomen.

Art. 9.De Erkenningscommissie stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister.

Art. 10.De Erkenningscommissie heeft zijn zetel bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuur van de Gezondheidszorgen te Brussel. HOOFDSTUK IV. - Vergoedingen

Art. 11.De verblijfskosten, alsmede het presentiegeld worden betaald, onder de voorwaarden gesteld door het besluit van de Regent van 15 juli 1946 tot bepaling van het bedrag van het presentiegeld en van de kosten uitgekeerd aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid en van het Gezin afhangen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 januari 1960, aan de Voorzitter, Ondervoorzitters, leden en deskundigen van de Erkenningscommissie.

In afwijking van de bepalingen van het besluit van de Regent van 15 juli 1946, wordt het bedrag van het presentiegeld op 500 frank gebracht voor de Voorzitter en de Ondervoorzitters en 400 frank voor de leden en deskundigen, per zitting die ten minste twee uren duurt.

De reiskosten worden terugbetaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Art. 12.Mits machtiging van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen of van zijn afgevaardigde, kan de Erkenningscommissie één of meer leden of deskundigen belasten met het opstellen van verslagen of het verrichten van onderzoeken. De kosten veroorzaakt door deze verslagen en onderzoeken vallen ten laste van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 18 december 1998.

M. COLLA

^