18 AUGUSTUS 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, artikel 75, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, de artikelen VII.I.11, VII.I.12 en VII.I.13;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 239/5 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 10 december 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 januari 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 18 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 21 april 2009;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies 46.788/2 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2009, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In artikel II.5, eerste lid, UBPol, worden de woorden « VII.I.3, 4°, RPPol » vervangen door de woorden « 53, 3°, van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten ».

Art. 2.In artikel II.6 UBPol, worden de woorden « VII.I.3, 4°, RPPol » vervangen door de woorden « 53, 3°, van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten ».

Art. 3.In artikel II.13 UBPol, worden de woorden « VII.III.33 » vervangen door de woorden « VII.III.20 ».

Art. 4.In artikel VI.9, 13°, UBPol, worden de woorden « VII.I.41 » vervangen door de woorden « VII.I.21 ».

Art. 5.In artikel VI.12, 13°, UBPol, worden de woorden « VII.I.41 » vervangen door de woorden « VII.I.21 ».

Art. 6.Het opschrift van Titel VII UBPol wordt vervangen als volgt : « TITEL VII. - DE BAREMISCHE LOOPBAAN, DE BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER OF NIVEAU, HET MANDAATSTELSEL EN DE EVALUATIE ».

Art. 7.In artikel VII.22 UBPol, worden de woorden « VII.III.4, tweede lid, » vervangen door de woorden « VII.III.1 » en de woorden « VII.III.6 » door de woorden « VII.III.2 ».

Art. 8.In artikel VII.23 UBPol, worden de woorden « VII.III.38 » vervangen door de woorden « VII.III.25 ».

Art. 9.In artikel VII.26 UBPol worden de woorden « VII.III.87, tweede lid, RPPol » vervangen door de woorden « 75, tweede lid, van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten ».

Art. 10.In Titel VII UBPol wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, dat de artikelen VII.27 tot en met VII.29 omvat, luidende : « HOOFDSTUK IV. - De evaluatie Art. VII.27. Het model van het verslag van het planningsgesprek bedoeld in artikel VII.I.11, derde lid, RPPol wordt vastgesteld in bijlage 23.

Art. VII.28. Het model van het verslag van het functioneringsgesprek bedoeld in artikel VII.I.12, derde lid, RPPol wordt vastgesteld in bijlage 24.

Art. VII.29. Het model van het verslag van het evaluatiegesprek bedoeld in artikel VII.I.13, derde lid, RPPol wordt vastgesteld in bijlage 25. ».

Art. 11.In bijlage 1 UBPol worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « VII.I.47 » worden vervangen door de woorden « VII.I.28 »; 2° de woorden « VII.III.16 » worden vervangen door de woorden « VII.III.10 ».

Art. 12.In Bijlage 7 UBPol worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « VII.III.90 » worden vervangen door de woorden « VII.III.69 »; 2° de woorden « VII.III.106, eerste lid, 3° » worden vervangen door de woorden « VII.III.84, eerste lid, 3° »; 3° in punt 9 worden de woorden « Schenkt (geen) voldoening in het ambt » vervangen als volgt :

« Evaluation finale :

Evaluation intermédiaire :

« Eindevaluatie :

Tussentijdse evaluatie :

Bon

Bon

Goed

Goed

Satisfaisant

Bon avec remarques

Voldoende

Goed met opmerkingen

Insuffisant

Insuffisant ». Onvoldoende

Onvoldoende ».

Art. 13.In het UBPol worden de bijlagen 23, 24 en 25 ingevoegd die respectievelijk als bijlagen 1, 2 en 3 zijn gevoegd bij dit besluit.

Art. 14.De artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 10, 11, 1° en 13 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 april 2005.

Brussel, 18 augustus 2009.

Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten « Bijlage 23 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten « Bijlage 24 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten « Bijlage 25 bij het ministerieel besluit van 28 december 2001 » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 augustus 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM