gepubliceerd op 24 april 2003
Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van het verslag bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek dat bestemd is voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die gedaan zijn door de kandidaten en de politieke partijen in geval van verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, en voor de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend
18 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van het verslag bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek dat bestemd is voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die gedaan zijn door de kandidaten en de politieke partijen in geval van verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, en voor de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op artikel 94ter, § 1, van het Kieswetboek, gewijzigd bij de gewone wet van 16 juli 1993, de wet van 19 mei 1994 en de wet van 2 april 2003;
Gelet op de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 2 april 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de wetgeving betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven grondig gewijzigd werd bij de wet van 2 april 2003; dat het, om het voor de voorzitters van de college- en kieskringhoofdbureaus mogelijk te maken de draagwijdte van die wijzigingen te begrijpen met het oog op de gelijktijdige verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers die gehouden zullen worden op 18 mei 2003, aangewezen is om onverwijld het model te bepalen van het verslag dat zij zullen moeten opstellen na afloop van de verkiezingen om daarin de uitgaven voor verkiezingspropaganda die de kandidaten en de politieke partijen gedaan hebben voor de verkiezingen, vast te leggen, alsmede de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend, Besluit :
Artikel 1.Het verslag dat de voorzitters van de kieskring- of collegehoofdbureaus moeten opstellen voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die de kandidaten en de politieke partijen gedaan hebben in geval van verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, alsmede voor de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend, stemt overeen met het model dat als bijlage bij dit besluit is opgenomen.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 2 maart 1999 tot vaststelling van het model van het verslag bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek dat bestemd is voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die gedaan zijn door de kandidaten en de politieke partijen in geval van verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 18 april 2003.
A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld