gepubliceerd op 24 april 2003
Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring bedoeld bij artikel 116, § 6, van het Kieswetboek en tot vaststelling van het model van de aangiften van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda en van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken en tot vaststelling van het ontvangtsbewijs van die aangiften
18 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring bedoeld bij artikel 116, § 6, van het Kieswetboek en tot vaststelling van het model van de aangiften van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda en van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken en tot vaststelling van het ontvangtsbewijs van die aangiften
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, gewijzigd bij de wet van van 19 mei 1994, 10 april 1995, 19 november 1998, 27 december 2000, 13 december 2002 en 2 april 2003;
Gelet op de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 2 april 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het voormelde artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers ertoe verplicht zich er schriftelijk, in hun akte van bewilliging van hun kandidaturen toe te verbinden om de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruikt hebben om die uitgaven te dekken aan te geven binnen vijfenveertig dagen na datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren; dat de akten van bewilliging van hun kandidaturen, wanneer het gaat om de verkiezingen die gehouden zullen worden op 18 mei 2003 voor de federale Wetgevende Kamers, ingediend zullen moeten worden bij de voorzitter van het college- of kieskringhoofdbureau, naar gelang van het geval, samen met de akten van voordracht van kandidaturen, op 25 en 26 april 2003 voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; dat het model van die verklaring en van de aangiften derhalve onverwijld bepaald moet worden, Besluit :
Artikel 1.De verklaring die bij de akte van bewilliging van kandidaatstellingen moet worden gevoegd en waarin de kandidaten voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers zich ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken aan te geven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkiezings-uitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hun giften van 125 euro en meer gedaan hebben, te registreren, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 1 van dit besluit opgenomen is.
Art. 2.De aangiften tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten aangewend hebben voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen die de kandidaten gebruiken om de bedoelde uitgaven te dekken, worden opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 2 van dit besluit opgenomen is.
Art. 3.Het ontvangstbewijs van de aangiften bedoeld in artikel 2 wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model in bijlage 3 is opgenomen.
Art. 4.De registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die ter financiering van de verkiezingsuitgaven giften van 125 euro en meer hebben gedaan wordt opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 5.Het ministerieel besluit van 2 maart 1999 tot vaststelling van het model van de verklaring waardoor de kandidaten voor de verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, zich verbinden tot het naleven van de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven, tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, en bovendien tot aangifte van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken en tot registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben en tot vaststelling van het model van de verklaring waarin de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd, en het model van de verklaring van herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 18 april 2003.
A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE