2 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de schriftelijke verklaring waarbij de politieke partijen zich, in geval van verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, verbinden tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven, tot aangifte van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, en tot registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, en tot vaststelling van de modellen van de verklaring waarin de uitgaven van de partij voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd en de verklaring van herkomst van de geldmiddelen die de partij gebruikt om die uitgaven te dekken

De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 19 november 1998, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 18 juni 1993, 10 april 1995 en 19 november 1998;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 25 juni 1998, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 10 april 1995 en 25 juni 1998;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 25 juni 1998, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wetten van 10 april 1995 en 25 juni 1998;

Overwegende dat krachtens de voormelde wettelijke bepalingen, de schriftelijke verklaringen die bedoeld worden in het opschrift van dit besluit, opgemaakt worden op speciale formulieren die door de Minister van Binnenlandse Zaken ter beschikking gesteld worden;

Overwegende bovendien dat de modellen van verklaring die als bijlage opgenomen zijn bij het ministerieel besluit van 19 mei 1994 tot vaststelling van de verklaring waarbij de politieke partijen die kandidaten voordragen voor de verkiezing van het Europese Parlement, zich verbinden tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven, bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 6 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, evenals bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 6 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, niet langer aangepast zijn aan de huidige toestand van de voormelde wetgeving;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voormelde wettelijke bepalingen de politieke partijen, wanneer zij een lijstnummer aanvragen, ertoe verplichten om een schriftelijke verklaring in te dienen die de verplichting vermeldt om hun verkiezingsuitgaven aan te geven, de herkomst van de geldmiddelen die gebruikt zijn om die uitgaven te dekken, aan te geven, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren; dat die schriftelijke verklaring, wanneer het gaat om de gelijktijdige verkiezingen die gehouden zullen worden op 13 juni eerstkomende voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, moet opgenomen zijn in de akte die de politieke formaties die vertegenwoordigd zijn in de ene of de andere federale wetgevende kamer, indienen bij de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, op vrijdag 9 april 1999 tussen 10 en 12 uur, om de bescherming te krijgen van het letterwoord dat zij willen gebruiken tijdens die verkiezingen; dat het model van die verklaring derhalve onverwijld bepaald moet worden, Besluit :

Artikel 1.De verklaring waardoor de politieke partijen zich ertoe verbinden hun verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, alsook de herkomst van de geldmiddelen voor het dekken van die uitgaven, aan te geven, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 1 van dit besluit opgenomen is.

Art. 2.De verklaring tot vastlegging van de in artikel 1 bedoelde verkiezingsuitgaven wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 2 van dit besluit opgenomen is.

Art. 3.De verklaring van herkomst van de geldmiddelen die gebruikt worden om de in artikel 1 bedoelde verkiezingsuitgaven te dekken, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 3 van dit besluit opgenomen is.

Art. 4.Opgeheven worden: 1° het ministerieel besluit van 19 mei 1994 tot vaststelling van de verklaring waarbij de politieke partijen die kandidaten voordragen voor de verkiezing van het Europese Parlement, zich verbinden tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven;2° het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 6 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen;3° het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 6 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap. Brussel, 2 maart 1999.

L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 1 Model van de verklaring waardoor de politieke partijen zich ertoe verbinden voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die gebruikt worden om die uitgaven te dekken, aan te geven, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren (1) Verkiezing van . . . . . (2) voor . . . . . (3).

De ondergetekende(n) verbindt (verbinden) zich ertoe in naam van de politieke partij . . . . . (4) de uitgaven voor verkiezingspropaganda aan te geven die door haar werden gedaan op nationaal vlak en/of op vlak van de kieskringen en kiescolleges voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers/het Europees Parlement en de Vlaamse Raad / de Waalse Gewestraad / de Brusselse Hoofdstedelijke Raad / de Raad van de Duitstalige Gemeenschap (5).

Hij (zij) verbindt (verbinden) zich er bovendien toe de herkomst van de geldmiddelen die de partij gebruikt om die uitgaven te dekken, aan te geven, en de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren.

Gedaan te . . . . . , op . . . . .

Handtekening(en) en hoedanigheid Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Deze verklaring moet opgenomen zijn : - hetzij in de akte die aan de Minister van Binnenlandse Zaken bezorgd wordt voor het verkrijgen van een gemeenschappelijk volgnummer dat op nationaal vlak geloot wordt; - hetzij, voor elk van de verkiezingen die gelijktijdig plaatsvinden, in de akte van voordracht van de kandidaturen, die bezorgd wordt aan de voorzitter van het kieskring- of collegehoofdbureau, wanneer de lijst geen dergelijk gemeenschappelijk volgnummer gekregen heeft. (2) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(3) Hier de vergaderingen vermelden voor de vernieuwing waarvan de verkiezing georganiseerd wordt.(4) Hier het letterwoord van de politieke partij en haar volledige benaming vermelden.(5) Schrappen wat niet past. Bijlage 2 Model van de verklaring tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de politieke partijen gedaan hebben voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden (1) Verkiezing van . . . . . (2) voor . . . . . (3) Naam, letterwoord en, in voorkomend geval, gemeenschappelijk volgnummer van de politieke partij: . . . . . . . . . . (4) Adres van de nationale zetel van de politieke partij: . . . . .

Aantal voorgedragen lijsten met een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermd letterwoord: . . . . . (5) De ondergetekende(n), behoorlijk gemachtigd door de hierboven genoemde politieke partij, doet (doen) aangifte van de hierna gedane verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van . . . . . (2) voor . . . . . (3).

Rubriek 1 Verkiezingsuitgaven gedaan voor de verkiezing van verschillende van de hieronder opgesomde vergaderingen: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap (6) en (7). a) b) c) d) Rubriek 2 Uitgaven exclusief gedaan voor de verkiezing van één van de hieronder opgesomde vergaderingen: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap (8) en (7). a) b) c) d) Rubriek 3 Verkiezingsuitgaven gedaan ten voordele van één of meerdere welbepaalde kandidaten (9) en (7). a) b) c) d) Totaal bedrag van de uitgaven vermeld in de rubrieken 1 tot 3 . . . . .

De ondergetekende(n) verklaart (verklaren) dat de hierboven vermelde uitgaven de totale som vormen van de door de partij gedane uitgaven en aangegane financiële verbintenissen bij de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap (10).

Gedaan te . . . . . op . . . . .

Handtekening(en) N.B. 1. Wat de vraag betreft of de verkiezingsuitgaven al dan niet beschouwd moeten worden als uitgaven voor verkiezingspropaganda in de zin van de wetgeving betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven, moet er naar gelang van het geval verwezen worden naar: - artikel 4 van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - artikel 4 van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van het Europees Parlement; - artikel 4 van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden. 2. De uitgaven worden B.T.W. inbegrepen bedoeld; 3. In geval van een prestatie in natura moet die tegen de marktprijs worden verrekend.4. Het begrip politieke partij omvat de componenten daarvan, dat wil zeggen de instellingen, verenigingen, groeperingen en regionale entiteiten van een partij, ongeacht hun rechtsvorm, die rechtstreeks verbonden zijn met die politieke partij, met name: - de studiediensten; - de wetenschappelijke instellingen; - de politieke vormingsinstellingen; - de politieke omroepverenigingen; - de instelling die opgericht is in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk en die door de partij gemachtigd is om de dotatie te ontvangen die toegekend wordt ten laste van de begroting van het Parlement overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - de entiteiten georganiseerd op het niveau van de arrondissementen en/of de kieskringen voor de verkiezingen van de federale Kamers en de Gemeenschaps- en Gewestraden (met name de federaties en de plaatselijke afdelingen); - de politieke fracties van de federale Kamers en de Gemeenschaps- en Gewestraden.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE ________ Nota's (1) Deze schriftelijke verklaring moet, samen met de verklaring van herkomst van de geldmiddelen, overhandigd worden binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen: - hetzij aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in geval van verkiezingen die uitsluitend voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat georganiseerd worden, of in geval van verkiezingen die zowel voor de Kamer van volksvertegenwoordigers als voor de Senaat, het Europees Parlement, de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd worden; - hetzij aan de voorzitter van het hoofdbureau van het Franse, Nederlandse of Duitstalige kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement in geval van verkiezingen die zowel voor het Europees Parlement als voor de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd worden; (2) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(3) Hier die vergaderingen uit de hierna opgesomde vergaderingen vermelden, voor de vernieuwing waarvan de verkiezing georganiseerd wordt: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.(4) Deze rubriek moet alleen met een nummer ingevuld worden als de lijsten die voorgedragen worden onder het letterwoord van de partij voor de verkiezingen een dergelijk gemeenschappelijk volgnummer toegekend gekregen hebben.(5) In te vullen in voorkomend geval.(6) Rubriek 1 onderverdelen in zoveel subrubrieken als er uitgaven gedaan zijn voor de verkiezing van meer dan één vergadering. Bijvoorbeeld: - subrubriek 1.1: uitgaven gedaan voor de verkiezing van zowel de Kamer van volksvertegenwoordigers als de Senaat; - subrubriek 1.2: uitgaven gedaan voor de verkiezing van zowel het Europees Parlement als de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad; - subrubriek 1.3: uitgaven gedaan voor de verkiezing van zowel de Kamer van volksvertegenwoordigers als de Senaat, het Europees Parlement en de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad. (7) Elk van de rubrieken 1 tot 3 omvat de vier secties die hieronder van a) tot d) genummerd zijn: a) Uitgaven en financiële verbintenissen betreffende de dienstprestaties of de leveringen met het oog op de mededeling van mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen. Per soort van boodschap het gebruikte communicatiemiddel (radio, televisie, geschreven pers, pamfletten, affiches, niet-commerciële borden van 4 m2 of minder), de datum van de mededeling en het bedrag van de uitgave met, indien mogelijk, een onderscheid tussen de kosten van de leveringen en die van de dienstprestaties zelf die voor de mededeling werden gebruikt, aangeven.

Bijvoorbeeld : pamfletten : - kosten van de levering; - kosten voor de verzending, bijvoorbeeld, met de Post. televisie : - productiekosten; - kosten van de mededeling. b) Uitgaven betreffende de niet onder a) vermelde bezoldigde dienstprestaties. Per dienstprestatie de prestatieverlener en het bedrag van de prestatie vermelden. c) Uitgaven betreffende het aankopen of huren van niet onder a) vermelde goederen of leveringen. Per voorwerp de identiteit van de goederen of leveringen en het bedrag van de aankoop of de huurprijs vermelden.

Indien geen onderscheid kan worden gemaakt tussen de dienstprestatie en de levering, wordt het globale bedrag onder b) vermeld. d) Andere niet onder a), b) of c) vermelde uitgaven. Bijvoorbeeld de uitgaven die door een derde persoon werden gedaan ten bate van de partij. (8) Rubriek 2 onderverdelen in zoveel subrubrieken als er uitgaven gedaan zijn voor de verkiezing van één enkele vergadering. Bijvoorbeeld : - subrubriek 2.1: verkiezingsuitgaven die alleen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers gedaan zijn; - subrubriek 2.2 : verkiezingsuitgaven die alleen voor de verkiezing van de Senaat gedaan zijn; - subrubriek 2.3 : verkiezingsuitgaven die alleen voor de verkiezing van het Europees Parlement gedaan zijn. (9) Rubriek 3 onderverdelen in zoveel subrubrieken als er, per te vernieuwen vergadering, verkiezingsuitgaven gedaan zijn ten voordele van één of meerdere welbepaalde kandidaten. Bijvoorbeeld : - subrubriek 3.1 : verkiezingsuitgaven die gedaan zijn ten voordele van één of meerdere welbepaalde kandidaten die voorgedragen zijn voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers; - subrubriek 3.2 : verkiezingsuitgaven die gedaan zijn ten voordele van één of meerdere welbepaalde kandidaten die voorgedragen zijn voor de verkiezing van de Senaat; - subrubriek 3.3 : verkiezingsuitgaven die gedaan zijn ten voordele van één of meerdere welbepaalde kandidaten die voorgedragen zijn voor de verkiezing van het Europees Parlement. (10) Schrappen wat niet past. Bijlage 3 Model van de aangifte betreffende de herkomst van de geldmiddelen betreffende de verkiezingsuitgaven die door de politieke partijen gedaan zijn voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden Verkiezing van . . . . . (1) voor . . . . . (2) Naam, letterwoord en, in voorkomend geval, gemeenschappelijk volgnummer van de politieke partij (3) : De ondergetekende(n), behoorlijk gemachtigd door de hierboven vermelde politieke partij, verklaart (verklaren) dat de herkomst van de voor de hierboven genoemde verkiezingen gebruikte geldmiddelen de volgende is : Rubriek 1 Geldmiddelen afkomstig van de dotatie bedoeld in artikel 15 van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven gedaan voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers: . . . . .

Rubriek 2 Giften in contant geld van natuurlijke personen: . . . . . (4).

Rubriek 3 Giften in natura van natuurlijke personen: . . . . . (5).

Rubriek 4 Andere, met giften gelijkgestelde prestaties van rechtspersonen, natuurlijke personen of feitelijke verenigingen . . . . . (5).

Rubriek 5 Geldmiddelen afkomstig van de ontvangsten verworven door manifestaties of evenementen die ten bate van de partij werden georganiseerd: . . . . .

Rubriek 6 Geldmiddelen afkomstig van eerder door de partij aangelegde reserves met het oog op toekomstige verkiezingen of afkomstig van de partij of van één van haar componenten . . . . . (6).

Totaal bedrag van de rubrieken 1 tot 6 . . . . .

De ondergetekende(n) verklaart (verklaren) dat de hierboven vermelde geldmiddelen het totale bedrag vormen van de geldmiddelen die werden gebruikt met het oog op de verkiezingen van . . . . . (1) voor . . . . . (2).

Gedaan te . . . . . op . . . . .

Handtekening(en) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(2) Hier die vergaderingen uit de hierna opgesomde vergaderingen vermelden, voor de vernieuwing waarvan de verkiezing georganiseerd wordt: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.(3) Deze rubriek moet alleen met een nummer ingevuld worden als de lijsten die voorgedragen worden onder het letterwoord van de partij voor de verkiezingen een dergelijk gemeenschappelijk volgnummer toegekend gekregen hebben.(4) Voor de giften van 5 000 BEF en meer die gebruikt worden voor verkiezingspropaganda voor de verkiezingen, ongeacht of zij gedaan zijn aan de politieke partij zelf of aan één van haar componenten, moet er een gedetailleerd overzicht bijgevoegd worden waarin voor elk van die giften de datum waarop de gift ontvangen is, vermeld wordt, evenals de naam en voornamen, de nationaliteit en het volledige adres (straat, nummer en gemeente van hoofdverblijfplaats) van de natuurlijke persoon die de gift gedaan heeft, en ten slotte het exacte bedrag uitgedrukt in Belgische frank.Het overzicht moet tevens het totale bedrag vermelden van de giften van 5 000 BEF en meer die door de partij gebruikt zijn voor verkiezingspropaganda. (5) Voor de giften in natura die gebruikt worden voor verkiezingspropaganda voor de verkiezingen, ongeacht of zij gedaan zijn aan de politieke partij zelf of aan één van haar componenten, moet het geraamde bedrag vermeld worden per soort van gift in natura of per met een gift gelijkgestelde prestatie, naar gelang van het geval overeenkomstig: - artikel 16bis, derde lid, eerste zin, van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - artikel 11, derde lid, eerste zin, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van het Europees Parlement; - artikel 11, derde lid, eerste zin, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden.

Voor de giften in natura en de met een gift gelijkgestelde prestaties, voor zover zij gedaan zijn door een natuurlijke persoon en voor zover hun tegenwaarde uitgedrukt in Belgische frank redelijkerwijze geraamd kan worden op ten minste 5 000 BEF per gift of per met een gift gelijkgestelde prestatie, moet het in eindnoot 4 bedoelde overzicht bijgevoegd worden, waarbij voor elke gift of voor elke met een gift gelijkgestelde prestatie, het geraamde bedrag in Belgische frank vermeld wordt. (6) De politieke partij kan giften ontvangen van haar componenten en omgekeerd.Als de partij dergelijke giften ontvangen heeft, moet hier het bedrag van de daarmee overeenstemmende geldmiddelen vermeld worden, voor zover zij gebruikt zijn voor verkiezingspropaganda voor de verkiezingen, voor elk van de instellingen, verenigingen, groeperingen en regionale entiteiten van de partij, ongeacht hun rechtsvorm, in de zin van artikel 1, 1°, tweede lid, van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers.